Specialismen na fusie AMC en VUmc verdeeld over locaties

Het is nog niet in beton gegoten, maar volgens de plannen komt in het AMC, waar ook het Emma Kinderziekenhuis is, een accent op vrouw- en kindzorg. In het VUmc worden oncologie en neurologie ondergebracht en in het AMC komen hart- en vaatziekten.

Hoe het definitieve plaatje eruitziet van één groot Amsterdams academisch ziekenhuis kan Wouter Bos, VUmc-bestuursvoorzitter, nog niet zeggen, omdat er nog gepuzzeld moet worden en de medezeggenschapsorganen er nog naar moeten kijken.

"Maar we hebben wel gezegd: de fusie heeft alleen zin als op de twee grote locaties in Amsterdam niet precies hetzelfde ziekenhuis verrijst. Op de De Boelelaan zullen andere dingen gebeuren dan op de Meibergdreef."

Dinsdag maakte kartelwaakhond Autoriteit Consument & Markt (ACM) bekend dat de twee Amsterdamse ziekenhuizen mogen fuseren. Volgens de toezichthouder kan dit, omdat er voor patiënten en zorgverzekeraars voldoende te kiezen blijft.

Na de fusie is er hooguit een marktaandeel van dertig tot veertig procent. Belangrijk is volgens de ACM dat beide ziekenhuizen elkaar aanvullen, met name als het gaat om zorg voor patiënten met een zeldzame ziekte. Begin 2018 moet de fusie rond zijn, daarna kunnen de plannen pas echt vorm krijgen.

Kennis bundelen
AMC en VUmc willen hun kennis bundelen en clusteren, om zo betere zorg te bieden, zegt Bos. "We hebben nu op beide locaties een intensive care voor te vroeg geborenen. Straks is er daar nog maar één van. Maar op die ene plek denken we wel veel betere zorg te kunnen bieden dan we nu al doen, omdat daar dan alle kennis en expertise wordt geconcentreerd. Het is belangrijk dat je alle gevallen door dezelfde mensen laat doen. Dan leren ze sneller, maken ze minder fouten en gaat de kwaliteit omhoog."

De ACM heeft overigens signalen ontvangen dat de ziekenhuizen hun positie op unieke zorg gebruiken om de onderhandelingen met zorgverzekeraars kracht bij te zetten. ACM en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) doen hier een verkennend onderzoek naar.

"Beide ziekenhuizen hebben een machtspositie als het gaat om moeilijke, dure of weinig voorkomende behandelingen. Die prijzen liggen vast," zegt Erik Schut, hoogleraar economie van de gezondheidszorg van de Erasmus Universiteit.

"Het punt is nu: gaan ze hun unieke positie gebruiken bij de onderhandelingen met verzekeraars over meer gangbare behandelingen? Hogere prijzen betekenen uiteindelijk hogere premies, zo simpel is het."

Lees verder: Bestuursvoorzitter VUmc Wouter Bos: 'We moeten leren trots op elkaar te zijn'