O god, de talkshows van nu: ik kán er niet meer naar kijken
PlusTheodor Holman
Er bestaat zoiets als de geacteerde recalcitrantie.
Je ziet het bij Maarten van Rossem, bij Eus, bij Jort Kelder, bij Peter R. de Vries, en nog een paar talkshowlikkers. Aartsvader hiervan was Jan Mulder. Maar bij hem paste het. In zijn misplaatste boosheid herkende je de voetballer die zich met de rug naar de scheidsrechter in grove bewoordingen beklaagde over de terechte gele kaart die hij net had ontvangen.
Geacteerde recalcitrantie is dat je bij elk onderwerp uitzonderlijk humeurig reageert, liefst in de vocabulaire van een klein kaliber scheldkanon. (“Ik begrijp eerlijk gezegd niet waarom u aandacht besteedt aan deze kermisklant en zijn volstrekt idiote gezwatel zodat je je afvraagt of hier nog wel sprake is van enige hersencellen … etc. etc.”) Het geacteerde hieraan is dat elke argumentatie vervolgens uitblijft, wat ook de bedoeling is, want de overtuigingskracht moet hem zitten in de acteerprestatie en niet in een ordentelijke redenering. (“Vol! Ko! Men! Be! Lach! Ge! Lijk!”)
Het is de kitsch van de tegendraadsheid. (“Bent u zelf ook niet gestoord aan het worden door dit soort flauwekul?”) Kolderkwaadheid, valse verontwaardiging en nutteloze onvriendelijkheid als maniertje.
Maar het is tevens een vrijkaartje voor een volgende uitnodiging, want talkshows kunnen het verkopen als tegenspraak, als grappige omdenkerij. Maar er wordt niks omgedacht. Er wordt bevestigd.
Waarom ergert het mij? Omdat het een van de redenen is dat ik niet meer naar de Nederlandse tv kán kijken. Omdat ik de actualiteit wil bijhouden, denk ik vaak: ik moet wel, maar waar ik vroeger naar talkshows verlangde, is het nu vaak de rijstebrijberg met beschimmelde zure rijst.
O god, wéér de slechtste cabaretier van Nederland (Martijn Koning), o god, wéér het semischerpe gekwetter van Eus, wéér het monocassettebandje van Peter R. de Vries, wéér de rommelmaag van Maarten van Rossem en wéér Jort Kelder, wiens geringschattende vocabulaire kleingeestiger is dan de honderden verkleinwoordjes die hij gebruikt. Donder allemaal toch eens een kolere-eind op, kutkoppen! (“Hij doet het nu zelf ook…”)
Ik ben een liefhebber van de BBC. Is het ’t Engels dat ordinaire woorden vervloekt, is het de beleefdheid in het Engelse dna dat altijd de juiste journalistieke afstandelijkheid garandeert, of is het domweg de hogere kwaliteit die wordt nagestreefd?
Het laatste, weet ik. Engelsen spelen alles behalve hun kwaadheid. Wij doen precies het omgekeerde.
Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.
Reageren? t.holman@parool.nl.