PlusExclusief

Nederland kan een nieuwe kroongetuige zoals Nabil B. absoluut nog niet aan, maar hoe wél verder?

Advocaten Peter Schouten (vooraan) en Onno de Jong geven op 1 maart een reactie op het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de beveiliging van vertrouwenspersoon Peter R. de Vries, advocaat Derk Wiersum en de broer van kroongetuige Nabil B. Nog geen twee weken later wordt bekend dat ze B. niet meer bijstaan. Beeld Koen van Weel/ANP
Advocaten Peter Schouten (vooraan) en Onno de Jong geven op 1 maart een reactie op het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid over de beveiliging van vertrouwenspersoon Peter R. de Vries, advocaat Derk Wiersum en de broer van kroongetuige Nabil B. Nog geen twee weken later wordt bekend dat ze B. niet meer bijstaan.Beeld Koen van Weel/ANP

De overheid kan een kroongetuige van het kaliber Nabil B. nu niet aan. De vraag is hoe het dan wél verder moet met het fenomeen kroongetuige. Welke advocaat wil in een grote strafzaak nog zo’n getuige bijstaan? En aan hoeveel naasten moet de overheid bescherming bieden?

Wouter Laumans en Paul Vugts

Een oneindige en beklemmende juridische dollemansrit. Dat is liquidatieproces Marengo tegen Ridouan Taghi en 16 medeverdachten vanaf het prilste begin. Om ongekend onderwereldgeweld te stuiten, zette de overheid kroongetuige Nabil B. in. Wat vervolgens gebeurde, staat gegrift in het geheugen van elke betrokkene.

Zeer tegen de zin van hemzelf en zijn familie presenteerde het Openbaar Ministerie (OM) de kroongetuigendeal in maart 2018, terwijl hoofdverdachten Ridouan Taghi en Saïd Razzouki nog voortvluchtig waren. Zes dagen daarna werd Nabils onschuldige broer Reduan vermoord, anderhalf jaar daarna ook zijn advocaat Derk Wiersum, in juli 2021 vertrouwensman Peter R. de Vries.

Levens verwoest

Die moorden, maar niet alléén die moorden, verwoestten veel meer levens. Familieleden van Nabil B. moesten halsoverkop in veiligheid worden gebracht, maar vonden die niet. Maatschappelijke carrières werden verwoest, waarna jarenlange worstelingen met de veiligheidsfunctionarissen van de overheid en hun superieuren verbeteringen bleven blokkeren. Dat gaf nieuwe frustraties, en zo verder, en zo voort.

Pas nadat met Peter R. de Vries een derde slachtoffer in de bovenwereld was gevallen, én na stevig aandringen, kwam er een gedegen onderzoek door de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV).

Dat bevestigde het beeld dat critici al jaren schetsten. Met name doordat het OM de opsporing en het vervolgen van verdachten al die jaren boven de veiligheid van naasten van de kroongetuige had gesteld, was de overheid ernstig tekortgeschoten in de beveiliging van de drie gedode slachtoffers én familieleden. Cruciale informatie was in de bureaucratie blijven hangen, of gemist door een gebrekkige samenwerking tussen justitie, politie en andere instanties. De eerste reacties van de hoofdverantwoordelijken, of het uitblijven daarvan, zorgden voor nieuwe frustraties. (Zie kader.)

Spiegelpaleis

Tweeënhalve week na de presentatie van het langverwachte OVV-rapport moeten alle partijen vaststellen dat het nog volstrekt onduidelijk is hoe de overheid in zaken van het kaliber Marengo op een verantwoorde manier een deal kan sluiten met een kroongetuige van het kaliber Nabil B.

Welke advocaat wil in zo’n zaak nog zo’n kroongetuige bijstaan, nadat Derk Wiersum is vermoord en zijn opvolgers onder enorme druk kwamen te staan, zwaar beveiligd moesten of moeten worden en uiteindelijk gefrustreerd afhaakten?

Hoe houd je koers in het spiegelpaleis waartoe een liquidatieproces van deze omvang en met enorme belangen al snel verwordt, en waaruit nauwelijks nog een fatsoenlijke uitweg is te vinden? (Óók het grote Amsterdamse liquidatieproces Passage liep finaal uit de hand, mede door het aanhoudende gedoe omtrent kroongetuige Peter la Serpe.)

De ene kroongetuige is bepaald de andere niet. Neem Tony de G. Hij legde, in ruil voor een gehalveerde strafeis, een reeks verklaringen af in liquidatieproces Eris, dat ook draaide om een reeks onderwereldmoorden waartoe Ridouan Taghi volgens justitie opdracht had gegeven. Die zaak eindigde, zonder veel rimpelingen, in stevige veroordelingen, waaronder levenslange celstraffen. In andere, veel minder bekende processen spelen kroongetuigen ook hun rollen zoals die beoogd zijn.

Daarnaast geldt dat de overheid weliswaar graag méér kroongetuigen wil inzetten, maar dat het dan ook moet gaan om bijvoorbeeld malafide dienstverleners die een boekje opendoen – wat weer wat anders is dan geharde en gehaaide criminele spijtoptanten. Toch: die kunnen ook familieleden hebben met stabiele levens en carrières, die niet zomaar even kunnen worden opgepakt en in een veilige omgeving gezet, zoals bij ouderwetse kroongetuigen altijd eenvoudiger leek.

Oók de aanbevelingen van de onderzoeksraad zorgen voor belangrijke hoofdbrekens voor de betrokkenen bij het verbeteren van het stelsel.

Afstand was fataal

Als je het gezag over de beveiliging op één centrale plek búiten het Openbaar Ministerie onderbrengt, zoals de raad met klem adviseert, hóe waarborg je dan dat de verantwoordelijken namens de overheid een nauwe band met de te beveiligen personen opbouwen? De letterlijke en figuurlijke afstand tussen de overheid en degenen die beveiligd hadden moeten worden, was in de door de onderzoeksraad beschreven misstanden juist fataal.

Alles afwegende is dat misschien de belangrijkste conclusie van het OVV-rapport: de functionarissen die de beveiliging van de naasten van Nabil B. hadden moeten regelen, wilden niet luisteren naar de waarschuwingen en noodkreten van familieleden en hun vertrouwenspersonen, en dat leidde aan weerskanten tot frustraties en rancune. Dat daardoor de communicatie verder spaak liep, bleek noodlottig.

Voor de toekomst drukt de onderzoeksraad de overheid niet voor niets op het hart ‘gezamenlijk met de te beveiligen persoon tot een passende oplossing te komen en relationele conflicten te vermijden’. Alle betrokkenen bij het stelsel voor Bewaken en Beveiligen moeten daarin worden getraind, begeleid en ondersteund. Inmiddels voeren verantwoordelijken voor de veranderingen volop indringende gesprekken met betrokkenen over de vraag hoe een goed contact tussen de overheid en de ‘TBP’ (te beveiligen persoon) is te waarborgen.

Hoever reikt zorgplicht?

De onderzoeksraad benadrukt ook de ‘zorgplicht’ van de overheid voor degenen die door een kroongetuigendeal in gevaar komen. Ingewijden vragen zich terecht af hoever die zorgplicht strekt. Hoevéél naasten van een kroongetuige kan de staat beschermen? Inmiddels is de vreselijke term ‘doelwitsubstitutie’ immers al te bekend: wat als criminelen die de kroongetuige niet kunnen bereiken, ook in de toekomst uit wraak diens naasten proberen te vermoorden? Hoe schat je in wie allemaal doelwit zouden kunnen worden, en is het doenlijk in de zwaarste processen zó veel mensen langdurig te beschermen?

Al met al zal het veel tijd, energie en oplossend vermogen kosten om voor de zwaarste processen een verantwoord kroongetuigenstelsel uit te dokteren. Ook als de terechte aanbevelingen van de onderzoeksraad ferm ter hand worden genomen.

De onderzoeksraad richtte zich niet op de beveiliging van de kroongetuige zelf, want die valt onder het andere regime van het Team Getuigenbescherming. Toch, ook daarover beslissen uiteindelijk de procureurs-generaal. Bovendien kan ook een kroongetuige plotseling alsnog onder Bewaken en Beveiligen gaan vallen als die gedwongen (na het niet nakomen van de deal) of vrijwillig uit de getuigenbescherming wordt gezet. Dan geldt ook weer die zorgplicht van de overheid.

De onderzoeksraad hamert erop dat de veiligheidsrisico’s voor de kroongetuige en zijn omgeving niet alleen evenveel gewicht moeten krijgen, maar ook dat ook de beveiliging van de naasten moet zijn geregeld vóórdat een deal publiek wordt gemaakt (en het risico op wraakacties exponentieel toeneemt).

Hoe verder in Marengo?

Wat ook rest, is de vraag hoe het verder moet met Marengo. Deze week legden advocaten Peter Schouten en Onno de Jong hun werk voor Nabil B. neer, waardoor die wéér zonder advocaten zit. Het hele bedenkelijke ‘circus Marengo’ is in de afrondende fase, voor wat de ‘eerste aanleg’ bij de rechtbank betreft (hoger beroep zal zeker volgen). B. zei deze week dat hij het verantwoord vindt het laatste procesdeel zonder juridische bijstand te doorlopen. Maar durven de rechters het aan de alleszins ontspoorde strafzaak zonder nieuwe advocaat voor Nabil B. af te ronden?

Tot slot, momenteel misschien de hamvraag: hoe gaat de overheid er op korte termijn voor zorgen dat de familie van de kroongetuige wél deugdelijke beveiliging krijgt, en van een normalere toekomst kan dromen?

Hoe het misging en mis blééf gaan

Het bestel dat de naasten van Nabil B. had moeten beschermen, bleek daarvoor absoluut niet toegerust. Niet alleen de noodkreten van Nabil B. en familie bleven ongehoord of werden onvoldoende serieus genomen. De hoofdofficier van justitie in Midden-Nederland, diens veiligheidsadviseurs en politieafdeling hadden, ook volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV), evenmin geluisterd naar bijvoorbeeld de collega’s uit Amsterdam, die herhaaldelijk hadden willen helpen.

Het ontluisterende eindrapport werd op 1 maart gepresenteerd. Vrij vertaald concludeerde de raad dat de overheid een kroongetuige van het kaliber Nabil B. niet aankon, tegen een veronderstelde criminele organisatie van het kaliber van die van Taghi.

De aanbevelingen logen er niet om. De minister moet het stelsel voor Bewaken en Beveiligen stevig verankeren in de wet. Het gezag daarover moet bij één centraal orgaan gelegd worden, búiten het OM. Opsporing en beveiliging moeten gelijkwaardig worden. Informatie moet veel beter worden gedeeld. De overheid zou dus pas een kroongetuige moeten inzetten tegen de zwaarste misdaad als die kroongetuige én zijn naasten deugdelijk zijn te beschermen.

Korpschef Henk van Essen van de Nationale Politie omarmde ‘het zorgvuldig opgestelde, grondig beschreven’ onderzoeksrapport meteen, maar voorzitter Gerrit van der Burg van het college van procureurs-generaal, de hoogste ambtelijke baas van het OM, koos een heel andere toon. Hij zei in Nieuwsuur die avond dat het OM ‘stoïcijns’ zou doorgaan met de opsporing, ook met kroongetuigen, en dat de ‘onvoorstelbare’ moorden van Reduan, Wiersum en De Vries de schuld waren van de criminelen en niet van zijn apparaat. Hij zou niet terugtreden, want het OM moest ‘koersvast’ blijven.

Hij zei dat allemaal op de dag van de presentatie van het rapport dat van kaft tot kaft beschrijft dat het door Nabil B. en zijn naasten aangekondigde geweld dus níet ‘onvoorstelbaar’ was (maar dat de staat had het niet willen horen) en dat op vele vlakken juist stevige koerswijzigingen noodzakelijk zijn.

Het interview maakte, intern en extern, een storm van kritiek los. Nabil B.’s advocaten Peter Schouten en Onno de Jong eisten dat Van der Burg en hoofdofficieren van justitie Rutger Jeuken (Midden-Nederland, hoofdverantwoordelijk voor de beveiliging) en John Lucas (Landelijk Parket, waar het proces Marengo tegen Taghi cum suis onder valt) zouden opstappen.

Ook de nabestaanden van Peter R. de Vries waren verbolgen, al kozen zij een andere toon.

Minister Dilan Yesilgöz van Justitie en Veiligheid zei in de Tweede Kamer dat ze Van der Burgs woorden ongelukkig gekozen vond, maar dat wat haar betreft niemand hoefde af te treden. Daar bleef het aanvankelijk bij. (Sinds deze week voert ze achter de schermen volop belangrijke gesprekken.)

Pas na ruim een week stuurde ‘super-PG’ Van der Burg een excuusbrief. Hij gaf toe dat zijn ‘woordkeuze’ verkeerd was geweest en schreef dat het hem speet dat hij in zijn reactie ‘onvoldoende recht had gedaan aan het verdriet van de nabestaanden’. Door zijn toedoen was ten onrechte ‘het beeld ontstaan dat het OM niet wenst te reflecteren en te leren’.

Nadat een familielid van Nabil B. in ‘een noodkreet’ aan hoofdofficier van justitie Rutger Jeuken van Midden-Nederland had geschreven dat de familie zich ‘niet veilig voelde’ zolang die verantwoordelijk was voor de beveiliging, beloofde Jeuken de verantwoordelijkheid voor de beveiliging op korte termijn over te dragen aan twee collega-hoofdofficieren – tot het nieuwe stelsel is ontwikkeld.

Maar het bleef onstuimig. Nabil B. meldde deze week dat Peter Schouten en Onno de Jong hem niet langer bijstaan. Eerder was de kroongetuige al in een hoogoplopend conflict geraakt met de advocaat die hem samen met Derk Wiersum had begeleid bij het sluiten van de deal én met zijn aanvankelijk anonieme, maar uiteindelijk luidruchtige raadsman Oscar Hammerstein.

Samenwerken van een kroongetuige en zijn advocaten blijkt in een extreem explosief strafproces zoals Marengo vrijwel ondoenlijk. In de snelkookpan van emoties raken verhoudingen makkelijk verstoord, kunnen meningsverschillen eenvoudig escaleren en kunnen kleine scheuren tot onherstelbare barsten uitgroeien.

Luister naar de Parool Misdaadpodcast:

Tip Het Parool via WhatsApp

Heeft u een tip of opmerking voor de redactie? Stuur een bericht naar onze tiplijn.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden