PlusTen Slotte
Michael van der Vlis (1944-2018): Eén van de groten, op een brommertje
De architect van de compacte stad, de man achter de wielklem en de ringlijn: Michael van der Vlis zou best een brug verdienen.
De ironie. Oud-PvdA-wethouder Michael van der Vlis sleet zijn laatste jaren op de Javakade, aan de voet van de Jan Schaeferbrug. Zijn collega die de geschiedenis inging met de leus 'in gelul kun je niet wonen' en tienduizenden huizen liet bouwen voor de Amsterdammers. Maar Jan Schaefer had al die huizen niet kunnen bouwen als Michael van der Vlis de locaties er niet voor had gevonden, zeggen de mensen die hem kennen.
In de jaren zeventig ging de PvdA gebukt onder een richtingenstrijd. De stad liep leeg, er werd vrijwel niets gebouwd, bewoners van de verkrotte negentiende-eeuwse buurten moesten maar uitwijken naar Almere, Purmerend en Heerhugowaard. Het was de tijd van Joop den Uyl, die de oude binnenstad wilde slopen voor nieuwbouw en werkte aan een snelweg tot aan de Nieuwmarkt.
Michael van der Vlis en Jan Schaefer wilden juist investeren in de stad: niet slopen maar renoveren, en bouwen voor de Amsterdammers. Met hun aantreden als wethouder, in 1978, werd de strijd in hun voordeel beslist.
Het was Van der Vlis die in de stad de ruimte vond om verder te bouwen, te verdichten en uit te breiden, onder het motto de compacte stad. Het Oostelijk Havengebied, bijvoorbeeld: hij is begonnen met het ontmantelen van de havenbedrijven zodat er plaats kwam voor duizenden woningen. Nieuw-Oost, het latere IJburg, is onder zijn bewind bedacht. De Venserpolder, de Middelveldsche Akerpolder, Nieuw-Sloten.
Oud-PvdA-politicus Bouwe Olij leerde Van der Vlis kennen toen die bij hem, als nieuw lid, in 1974 op bezoek kwam. Ze waren beiden politiek actief in De Pijp; Olij was drie jaar zijn assistent toen Van der Vlis wethouder was.
Hij werd overigens niet alleen wethouder Ruimtelijke Ordening. Hij ging ook over verkeer en vervoer, wegen, bestuursinformatie en de stadsdelen. Hij zorgde voor de vrije trambaan, de fietspaden en de ringlijn van de metro, de tram naar Diemen en Amstelveen. Olij: "Dingen die nu vanzelfsprekend lijken, maar die zijn toen bevochten."
Bijlmer
Zonder hem was de stad waarschijnlijk dichtgeslibd met auto's. "De parkeerpolitie deed niks, die was totaal gedesillusioneerd. Hij voerde betaald parkeren in en zorgde dat het geld ten goede kwam aan de stad en niet aan justitie."
Van der Vlis was een enorm inventieve man, zegt Duco Stadig, die tussen 1994 en 2006 ook PvdA-wethouder Ruimtelijke Ordening was. "Doordat hij bedacht dat je parkeergeld kon innen als belasting, kon via die weg ook de wielklem worden ingevoerd."
Olij noemt de econometrist Van der Vlis 'een krankzinnig intelligent mens', die niet te beroerd was om rotklussen op te knappen. "In 1985 stond 25 procent van de Bijlmer leeg. Hij zei: laat mij dat maar doen. Had hij er weer meer shit bij."
Sigarendoosje
Halverweg de jaren tachtig werden Olij en Van der Vlis een keer ontboden in Den Haag: toenmalig minister Neelie Smit-Kroes wilde de tarieven voor het openbaar vervoer met tien procent verhogen. Een ramp voor Amsterdam, taxeerde Van der Vlis. In de trein op de terugweg, herinnert Olij zich, zat Van der Vlis letterlijk op de achterkant van een sigarendoosje te krabbelen wat Smit-Kroes' plannen het rijk zouden opleveren. Niets, was zijn conclusie.
"Ik kon het allemaal niet volgen, maar hij kon het zo narekenen. Toen we aankwamen op Amsterdam Centraal, zei hij: bel die, en die, en die. Het was twaalf uur 's nachts, maar ze kwamen. Allerlei adviseurs hebben tot drie uur 's nachts zitten rekenen. Een maand later was het plan van Neelie Smit-Kroes van tafel."
Olij en Stadig zaten beiden in de 'rebellenclub' van Van der Vlis: een groepje jonge partijgenoten met wie hij discussieerde om scherp te blijven, en niet losgezongen te raken van de maatschappij. Toen Stadig wethouder werd, kwam Van der Vlis in zijn rebellenclub. Stadig: "Ik zou iedere wethouder zo'n club aanraden."
Van der Vlis, zegt Stadig, is heel gewoon gebleven. "Hij is op zijn brommertje blijven rondrijden, met zijn helm op. En hij zag er nogal shabby uit. Dat werd niet door iedereen begrepen. Een wethouder moet toch een pak dragen, werd dan gezegd. Ik vond het wel charmant."
Hij droeg sandalen, met witte sokken. Ze zijn vereeuwigd op de rouwkaart - net als zijn onafscheidelijke glaasje korenwijn.
Brezjnev aan de Amstel
Hij was twaalf jaar wethouder. In 1990 leed de Amsterdamse PvdA een van de grootste nederlagen aller tijden. Na de tegencampagne 'Brezjnev aan de Amstel' ging de partij terug van 21 naar 12 zetels. Van der Vlis zag dat als een afkeuring van zijn beleid en stapte direct op.
De politiek heeft hij nooit verlaten. Olij zag hem voor het laatst op 22 maart, toen hij bij hem langsging om de verkiezingsuitslag te bespreken. Het verlies van de PvdA ging hem aan het hart, zegt Olij, net als de teloorgang van de stadsdelen. "We spraken nog af dat we samen een boek zouden schrijven over de opkomst en ondergang van de stadsdelen."
Dinsdag overleed Van der Vlis aan alvleesklierkanker. Hij laat een echtgenote achter, Anne Huying, met wie hij volgend jaar 50 jaar zou zijn getrouwd.
"Michael heeft te weinig lof gekregen," vindt Duco Stadig. "Jan Schaefer, met wie hij in het college zat, trok de meeste aandacht. Maar de stad heeft heel veel aan hem te danken, dat wordt niet vaak genoeg hardop gezegd. Hij was een van de groten."