Meer dan 235.000 mensen op de vlucht in Noord-Syrië
Er zijn al zeker 235 duizend mensen op de vlucht geslagen uit de provincie Idlib in het noorden van Syrië sinds het opgelaaide geweld van de afgelopen twee weken. Volgens de VN zijn de stad Maarat al-Numan en het omliggende platteland zo goed als verlaten.
Het Syrische leger is, met steun van de Russen, begonnen met nieuwe aanvallen op het gebied, dat het laatste grote rebellenbolwerk van het land is. De Syrische overheid claimt al zeker driehonderd kilometer aan land te hebben veroverd, waarbij ze naar eigen zeggen honderden ‘terroristen’ hebben gedood. Persbureau Reuters meldt dat er mogelijk duizenden families vastzitten in de provincie, te bang om geraakt te worden door luchtaanvallen.
Op Tweede Kerstdag riep de Amerikaanse president Donald Trump op het geweld in de provincie te staken. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan waarschuwde begin deze week dat de nieuwe vluchtelingenstromen vanuit Syrië een probleem voor Europa gaan vormen. Hij noemt hen ‘een last die Turkije niet alleen kan en wíl dragen’.