Low Festival: Design, topoptredens en couleur locale
In club A38, een omgebouwd Oekraiens vrachtschip dat midden in het centrum aan de Donau ligt afgemeerd, vinden vanavond de laatste concerten plaats. De club is het zenuwcentrum van de programmering van My City: Amsterdam, een driedaags onderdeel van het Low-Festival waar de Nederlandse en Vlaamse cultuur in de breedste zin van het woord gepromoot wordt.
's Middags gaan we wandelen door de stad om wat couleur locale te snuiven. We nemen een taartje bij het negentiende eeuwse café-restaurant Gerbeaud, een bekende plek in de stad. Je waant je in oude tijden het gaat er rustig aan toe.
Om de hoek zit club Gödör waar in het kader van het Low Festival het driedaags WAMP Design Festival plaatsvindt. De club zit in een voormalig ondergronds busstation en is omgetoverd tot een hippe club. WAMP is een organisatie die Hongaarse ontwerpers in binnen- en buitenland promoot en de Hongaarse creatieve gemeenschap bij elkaar brengt en begeleidt. Maandelijks organiseert WAMP een designmarkt waar deze ontwerpers hun producten kunnen tentoonstellen en verkopen, maar voor My City: Amsterdam zijn er ook een aantal Nederlandse creatieven ingevlogen en is het programma voor deze keer uitgebreid met tentoonstellingen, foto-exposities, modeshows, lezingen, workshops en de desbetreffende markt.
De markt vindt plaats in één van de ondergrondse zalen waar de jonge Nederlandse en Hongaarse ontwerpers hun werk presenteren en verkopen. De Nederlandse tassenontwerpsters Janske Megens en Elvira Vroomen vallen op dat er weinig interactie is tussen de Hongaarse en Nederlandse zijde en waar de Nederlanders hun waar bijna als een tentoonstelling hebben opgesteld met bijbehorende hoge prijzen, staan aan de andere kant van de zaal de Hongaarse ontwerpers rommelig door elkaar met hun lokaal geprijsde producten. Veel verkochten de dames dus niet, maar vooralsnog hadden ze deze culturele uitwisseling niet willen missen. Een rondje langs de standjes leert ons dat hier niet de avant garde van de Hongaarse designindustrie heeft plaatsgenomen, al zit er in een doods hoekje wel een modeontwerper die enkele winkels in de stad heeft.
Even verderop in een andere ruimte is de expositie The Golden Age of Dutch Design, waar de hoogtepunten van de laatste honderd jaar op Nederlands grafisch gebied worden gepresenteerd. Rijen pamfletten en posters hangen in een kleine ruimte bij elkaar, al verbaast het ons dat één van de grootste Nederlandse grafici van Nederland, Maurits Escher, niet te vinden is.
Verder staan in een prachtige hoge ruimte Nederlandse design kopstukken, die op het befaamde "Salone del Mobile" in Milaan hadden gestaan. Dit evenement in Italië is de meest belangrijke tentoonstelling in Europa wat betreft meubilair, verlichting en industrieel design. De bekende sierlijke radiator van Joris Laarman hangt er bijvoorbeeld, maar ook de Ear Chairs van Jurgen Bey en de Inflatable Lovedome van Tjeerd Veenhoven.
De laatste bandavond in de A38 is ook weer uitverkocht. Op de programmering staan About, Eboman, zZz en het Hongaarse Zagar.
About is speels. Rutger Hoedemakers en Marg van Eenbergen spelen een mix van indiepop, electronica en house. In de verte doet het aan het Amerikaanse Adult denken. Het is pop met een knipoog. Van Eenbergen speelt gitaar en danst soms over het podium als een persiflage van Penny de Jager, het dansende spook van TopPop. Twee stomdronken Hongaren krijgen een beetje last van hun hormonen en denken de hele tijd naar het kruis van Van Eenbergen te moeten staren. Beetje vervelend, maar de gitariste trekt zich er geen moer van aan.
Daarna is het de beurt aan Eboman, die slechts met laptop en twee filmdoeken op het podium verschijnt. De sample madness van Jeroen Hofs slaat aan bij de 800 aanwezige Hongaren. In zijn set heeft hij Amsterdamse taferelen verwerkt als een draaiorgel, Tante Leen, Danny de Munck, Willy Alberti en André Hazes. Oorspronkelijk was dit deel van de set in opdracht gemaakt voor een tentoonstelling in het Amsterdams Historisch Museum over Amsterdamse volksmuziek. Verder in de set speelde Eboman met beelden van Kiss (I was made for lovin' you), Kylie Minogue (Can't get you out of my head). Dat gaat erin als zoete koek, want iedereen kan meezingen. Eboman weet zijn gehoor goed te bespelen in een excellent goeie set. De Hongaren belonen Eboman aan het einde van zijn set met een luid en lang applaus.
Minstens zo succesvol was zZz. Het duo Björn Ottenheim en Daan Schinkel uit Badhoevedorp zetten met hun simpele, vuige rock met drumspel, dat nauw aan de The Cramps is verwand, psychedelisch orgel, en Doors-achtige zang, de zaal al snel op zijn kop. Ottenheim is een indrukwekkende grote Viking die hard op zijn drumvellen mept, terwijl Schinkel soms verborgen staat achter zijn batterij aan toetsen. De Hongaren, inmiddels al veel verder in de olie, dansen massaal en kunnen zich geheel en al vinden in de set van zZz. De show eindigt in een psychedelische drone uit Daans toetsenborden waar Björn overheen blijft zingen. Indrukwekkende show.
In deze drone sterven de laatste Nederlandse klanken uit op het succesvolle en goed bezochte My City: Amsterdam. In mei is het de beurt aan de Hongaren als My City: Boedapest naar Amsterdam komt. (ROY MANTEL en MICHELLE STRADAL)
www.lowfestival.hu