Logan Lucky

Vier jaar geleden keerde Steven Soderbergh de filmwereld de rug toe. Hij had bezwaren tegen de gang van zaken in de Amerikaanse filmproductie en distributie. Soderbergh nam afscheid met het uitstekende Behind The Candelabra, dat hij voor HBO maakte nadat alle grote Hollywoodstudio's het project hadden afgewezen.

Getuige de lichtvoetige misdaadkomedie Logan Lucky heeft hij het plezier in het filmen weer hervonden.

Door een uitgekiend acteursensemble en een absurd gecompliceerd overvalsplan heeft de film overeenkomsten met Soderberghs Oceans-trilogie. Maar in toonzetting en milieuschets doet Logan lucky meer aan zijn puike Elmore Leonardverfilming Out Of Sight denken.

Grote kraak
Het plan voor de overval wordt bedacht door de ontslagen bouwvakker Jimmy Logan (Channing Tatum), die bij zijn laatste klus op het race­circuit van West Virginia een buitenkans voor een grote kraak ziet.

Zijn eenarmige broer Clyde (Adam Driver) gaat schoorvoetend akkoord, maar houdt rekening met een slechte afloop: hij is ervan overtuigd dat de Logans al generaties vervloekt zijn.

Samen met hun zus (Riley Keough) en de oliedomme broers van een gevangen brandkastspecialist (Daniel Craig) werken ze toe naar het ideale moment voor een operatie die tot mislukken gedoemd lijkt.

Aanstekelijk spelplezier
Dat klinkt vertrouwd, maar debuterend scenarioschrijfster Rebecca Blunt geeft met de rake karakterschetsen, gevatte dialogen en doorwrochte plotconstructie een frisse draai aan de bekende formule.

Met de sterke blauwdruk en het vakmanschap van Soderbergh is het aan de acteurs om de kers op de taart te leggen. Dat doen ze met verve en aanstekelijk spelplezier. Logan Lucky is een redneckversie van gangbare overvalfilms en het hele ensemble neemt de gelegenheid te baat om het provincialisme smeuïg uit te spelen.

Bondvertolker Craig steelt de show als helblonde bajesklant, Tatum en Driver raken een gevoelige snaar als de pechvogels die je alle geluk van de wereld gunt.

Soderbergh, ga zo door!