Libië weer lid van Mensenrechtenraad VN
De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft vandaag ingestemd met het teruggeven van het lidmaatschap van de Mensenrechtenraad aan Libië. De nieuwe Libische regering beloofde de mensenrechten te verdedigen en de letter van de wet na te leven.
De Algemene Vergadering ontnam Libië het lidmaatschap op 1 maart. De maatregel was onderdeel van een poging het regime van wijlen Moammar Gadhafi te dwingen niet langer met geweld op te treden tegen betogers. Het regime werd ervan beschuldigd 'grof en systematisch de mensenrechten te schenden'.
Vier landen tegen
Nu Gadhafi gedood is en er een nieuwe regering is aangetreden nam de Algemene Vergadering met 123 tegen 4 stemmen een resolutie aan waarmee het lidmaatschap van Libië wordt hersteld. De vier landen die tegen stemden waren Venezuela, Nicaragua, Bolivia en Ecuador.
Volledig lidmaatschap
Voorafgaand aan de stemming zei de plaatsvervangend VN-ambassadeur voor Libië, Ibrahim Dabbashi, dat 'het nieuwe Libië' een volledig lidmaatschap verdient. Hij benadrukte de toewijding van de Nationale Overgangsraad (NTC) en de Libische autoriteiten aan de verplichtingen op het gebied van de mensenrechten.
Dabbashi zei voorts dat de 'nieuwe Libische autoriteiten begrijpen en erkennen dat er mensenrechtenschendingen hebben plaatsgevonden tijdens de confrontatie tussen de revolutionaire strijdkrachten en de strijdkrachten van de dictator'. Hij verzekerde dat hier niet aan voorbij wordt gegaan. 'Het gaat echter om geïsoleerde en individuele incidenten die zorgvuldig worden onderzocht om gerechtigheid te verwezenlijken en er voor te zorgen dat ze niet nog een keer voorkomen', aldus Dabbashi.