Krijgen Ghanezen nu dan eindelijk hun eigen feestzaal?
Verkiezingsbelofte maakt schuld. Dus moet de feestzaal voor de Ghanese gemeenschap in Zuidoost er nu toch echt een keer komen.
Het debat in de bestuurscommissie over de komst van een grote feestzaal in Zuidoost eindigde deze week tumultueus, als een goed rockconcert. Narish Parsan van de Burger Beweging Amsterdam riep tegen middernacht dat het allemaal één grote poppenkast was, dagelijks bestuurder Emile Jaensch gooide zijn papieren neer en zei dat hij er geen zin meer in had, waarop voorzitter Urwin Vyent ogenblikkelijk de vergadering afhamerde en de vier verbouwereerde aanwezigen op de publieke tribune bedankte voor hun komst naar het stadsdeelkantoor.
Over de feestzaal was bijna een uur gesproken, en vooral heel veel niet gezegd. Aanleiding was een eind vorig jaar verstuurd memo van het dagelijks bestuur met het bericht dat het stadsdeel in gesprek is met twee kandidaten voor de exploitatie van een betaalbaar zalencentrum met een capaciteit tot maximaal vijftienhonderd bezoekers op het bedrijventerrein Amstel III. Als alle procedures naar wens verlopen, kan de feestzaal nog dit jaar open.
Hete aardappel
In werkelijkheid gaat het om een hete aardappel die al jaren op het bord van het bestuur ligt. Hoewel daar openlijk met geen woord over wordt gerept, draait de kwestie om het inlossen van een politieke schuld aan de Ghanese gemeenschap. Tijdens de campagne voor de verkiezingen van 2010 haalde de PvdA veel Afrikaanse stemmen binnen met de belofte van een eigen ruimte. In 2014 herhaalde het inmiddels uit de fractie getreden deelraadslid Jude Kehla als voorman van Platform Zuidoost de toezegging aan zijn achterban.
De gemeenschap heeft grote behoefte aan een plek waar zij kan samenkomen voor bruiloften, feesten en uitvaarten, plechtigheden waarbij volgens goed Afrikaans gebruik niet al te streng wordt gekeken naar honderd bezoekers meer of minder, sluitingstijden en geproduceerde decibellen. Vroeger waren die bijeenkomsten in de kantine van het Augustinus College in Venserpolder, maar aan die mogelijkheid kwam in 2008 een einde toen de school veranderde in het Bindelmeer College.
Etnisch beleid
Sindsdien wordt reikhalzend uitgekeken naar een nieuw onderkomen voor de collectieve afhandeling van vreugde en verdriet en is alle hoop op het stadsdeel gevestigd. Met name op de PvdA, die zoals gezegd de Afrikaanse gemeenschap veel dank verschuldigd is. Waar vroeger de Surinaamse en Antilliaanse achterban van groot belang was voor de afdeling, nemen de Afrikanen die rol langzaam maar zeker over. Bij de verkiezingen van 2010 trokken de Afrikaanse kandidaten ruim een kwart van de verzamelde stemmen.
Het steekt de Afrikanen dat zij nog steeds op zoek zijn naar onderdak, terwijl de Afro-Surinaamse en Hindoestaanse gemeenschappen wel onder de pannen zijn. Via een sluiproute, dat wel, want het stadsdeel voert formeel geen etnisch beleid meer. Het voormalige Hindoestaanse bolwerk Vikaash heet nu een wijkcentrum voor alle bewoners te zijn, maar legt bij de organisatie van de activiteiten wel een opvallende interesse voor Bollywoodmuziek, roti en de bestrijding van diabetes aan de dag. Hetzelfde geldt voor Podium ZO!, voorheen de informele Afro-Surinaamse ambassade Podium Kwakoe.
Maltbier en opzwepende klanken
Gaat het dit jaar alsnog lukken? De politieke sterren staan gunstig, sinds de besturende partijen in Zuidoost twee fractieleden zagen vertrekken en voor hun gemoedsrust aangewezen zijn op onder meer de eenmansfractie van Jude Kehla. Die stemde tot nog toe loyaal mee met de PvdA en mocht als enige fractie in de bestuurscommissie het bestuur van advies dienen over de feestzaal.
Alles natuurlijk op bestuurlijke kousenvoeten. In het memo over de feestzaal wordt niet verteld dat de twee kandidaten voor de exploitatie afkomstig zijn uit de Afrikaanse gemeenschap en dat de voorziening zich op een Afrikaanse klantenkring zal richten. Maar als de voortekenen niet bedriegen, is Zuidoost later dit jaar een partycentrum voor alle inwoners rijker. Dat wil zeggen: alle inwoners met een warme belangstelling voor yam, maltbier en de opzwepende klanken van de Ghanese superster Reggie Rockstone.