Khadija Arib: kritiek van de PVV houdt me totaal niet bezig

Toen u voor het eerst als kersvers Kamervoorzitter op de stoel van de voorzitter ging zitten, was u zichtbaar ontroerd. Waar kwam die emotie vandaan?
'Ik vond het bijzonder dat ik zo veel stemmen had gekregen en dat de Kamer het vertrouwen in mij heeft gesteld. Dat voelt ook als waardering.'

U heeft nogal wat over u heen gekregen de afgelopen tijd; met name de harde kritiek van de PVV die geen 'Marokkaanse Kamervoorzitter' wilde. Speelde dat ook mee?
'Nee, daar ben ik echt totaal niet mee bezig. De emotie kwam echt voort uit het feit dat ik blij ben dat zo veel collega's mij steunen. Het is een geheime stemming, dus je weet écht niet wie er op je gaat stemmen.'

De PVV zal u ongetwijfeld gaan testen. Ziet u daar tegenop?
'Ik heb al drie jaar als plaatsvervanger op die stoel gezeten. De PVV heeft gezien dat ik helemaal geen onderscheid maak naar de partijen toe. Ik behandel iedereen gelijk en zuiver. Dat zal ik ook blijven doen.'

Eén van uw medekandidaten, VVD'er Ton Elias, zei tijdens het Kamerdebat: na de volgende verkiezingen steek ik mijn vinger weer op. Zou u ook in de volgende periode weer Kamervoorzitter willen zijn?
'De huidige periode duurt nog 14 maanden, dáár ga ik voor. Voor die periode zit ik hier. Na de verkiezingen kiest een nieuwe Kamer een nieuwe voorzitter. Daar ben ik niet mee bezig.'

Heeft u actief campagne gevoerd om Kamervoorzitter te worden?
'Nee. Ik heb wel wat collega's die ik langer ken om steun gevraagd. Wat andere fracties zouden doen, dat weet ik niet. En ik ben langs geweest bij D66. Die partij heeft een oproep gedaan aan alle kandidaten. Zij hebben vragen gesteld en ik heb met plezier uitgelegd hoe ik het voorzitterschap zou gaan aanpakken. Daarna bleef het in het ongewisse; ik wist niet hoe ze zouden gaan stemmen.'

Drie jaar geleden wilde u ook Kamervoorzitter worden. Toen verloor u van Anouchka van Miltenburg. Stond u er nu sterker voor dan toen?
'Ik merk dat drie jaar ervaring voor mij heel belangrijk is geweest. Ik heb als ondervoorzitter na Anouchka de meeste Kamerdebatten geleid en ben nauw betrokken bij de Kamerorganisatie. Hoe langer je dat doet, hoe meer je het functioneren van de Kamer als geheel belangrijk vindt. Als Kamerlid denk je toch eerst aan je portefeuille en je fractie. Die fase ben ik een beetje ontgroeid. Ik had ook niet meer zo'n behoefte om als Kamerlid op de voorgrond getreden.'

Tijdens het debat maakte u een grapje over uw Engels.
'Niet zo goed als Frans Timmermans, niet zo slecht als Louis van Gaal'.

Wanneer gaat u naar de nonnen om die kennis op te poetsen?
'Ik spreek vloeiend Frans, maar Engels heb ik later geleerd. Dat is mijn zwakke punt en dat ga ik niet ontkennen. Maar ik spreek het wel hoor: ik heb vorige week nog een speech van 5 minuten gehouden toen de Europese Commissie in ons land was. De afspraak met de nonnen staat nog niet, maar komt er zeker. Dat heb ik altijd al gewild.'

U pendelde met de trein tussen Amsterdam en Den Haag. Verheugt u zich op de dienstauto?
'Ja! Heel fijn na de late debatten. Als waarnemend voorzitter mocht ik 'm ook al gebruiken.' Ze kijkt even naar haar woordvoerder en zegt: 'Vorige week stond ik gewoon op het station - macht der gewoonte - en dacht ik: o shit, ik word opgehaald. Was ik die hele auto met chauffeur vergeten.'