Jong erfgoed vaststellen, voordat het wordt gesloopt
Nederland telt niet één rijksmonument uit de periode na 1965. Erfgoedvereniging Heemschut wil dat daar verandering in komt en stelde een lijst met Amsterdamse panden op die zo snel mogelijk gemeentelijk monument moeten worden.
"We krijgen weer discussies over de vraag welke jonge gebouwen in de stad mooi zijn," voorspelt Norman Vervat van Erfgoedvereniging Heemschut. "Amsterdammers gaan zich afvragen hoe het kan dat een pand dat zij foeilelijk vinden monument wordt."
Vervat verwacht veel gedoe rond het behoud van panden die na 1965 zijn gebouwd. Als het rijk en gemeenten niet vaststellen welk jonge gebouwen moeten worden bewaard, zullen ze door verbouwingen of sloop verdwijnen, zegt hij. "Dan raken we een stuk van onze geschiedenis kwijt."
Landelijk zijn nog geen gebouwen uit de periode 1965-1990 als rijksmonument aangewezen. Amsterdam telt een handvol gemeentelijke 'post '65'-monumenten, zoals het P.C. Hoofthuis in de Spuistraat.
Heemschut heeft nu een lijst opgesteld van Amsterdamse panden uit die periode die monument zouden moeten worden. Die lijst wordt deze maand overhandigd aan wethouder Touria Meliani (Monumenten).
Top honderd
Onlangs werd in Lelystad door Heemschut een boek over post '65-architectuur gepresenteerd om de discussie landelijk aan te zwengelen. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) meldde enige tijd geleden nog te worstelen met het thema.
In principe loopt de periode met jonge monumenten door tot nu. De RCE durft geen grens te stellen, maar zonder wettelijke bescherming vreest Heemschut dat waardevolle gebouwen verdwijnen. "Het doel is dat van Groningen tot Maastricht jonge monumenten worden aangewezen," zegt Vervat.
Hij hoopt dat Amsterdam met een nieuwe top 100 komt, een gemeentelijke selectie, waarna panden op die lijst monument worden. Dat gebeurde zo ook met de eerdere Top 100 Jonge Monumenten, een lijst van gebouwen uit de wederopbouwperiode tot 1970.
Veel van die panden stonden tien jaar geleden op de nominatie afgebroken te worden. Een groot deel kon worden gered, maar sommige werden gesloopt.
Sloopkogel
Als voorbeeld noemt Vervat het Wibauthuis, ooit het huis van de gemeentelijke Dienst der Publieke Werken, dat volgens architectuurhistorici gold als hoogtepunt van het naoorlogse modernisme. Veel Amsterdammers waren het daar niet mee eens. In 2006 wezen lezers van Het Parool het pand aan als lelijkste gebouw van Amsterdam.
Twee jaar later werd het afgebroken. Weer een jaar later werd de sloopkogel gejaagd door het Post CS-gebouw van Piet Elling, dat ooit bekendstond als het modernste postkantoor ter wereld. Inmiddels overheerst volgens Vervat spijt.
De post '65-monumenten worden gekenmerkt door de stadsvernieuwing. De drang naar grootschaligheid moest wijken voor kleinschaligheid. "Nieuw was dat de burgers gingen meepraten over alles," zegt Vervat.
Amsterdam vervulde een voortrekkersrol. Wethouder Jan Schaefer wees de weg. 'Bouwen voor de buurt' was de nieuwe slogan. Vervat: "Hier werd de basis gelegd voor het succes van Amsterdam als woon- en monumentenstad. De stad was in verval en werd door stadsvernieuwing geheeld."
Kikkenstein
De introductie van de stadsdelen zorgde vanaf 1978 voor lokale betrokkenheid. Er waren ook grote projecten, zoals Gran Vista (1981) aan de Jodenbreestraat, maar de nieuwe architectuur draaide om kleinschalige nieuwbouw, zoals Singel 428 en Oudeschans 3. Volgens Vervat zijn woonexperimenten aanleiding geweest voor nieuwe architectuur, zoals het Vierwindenhuis op Wittenburg en Kikkenstein in de Bijlmermeer.
Vorig jaar vroeg Heemschut de monumentenstatus aan voor het buurthuis in de Danie Theronstraat in de Transvaalbuurt. "Post '65-architectuur wordt behalve door wonen ook gekenmerkt door maatschappelijke gebouwen," aldus Vervat.
Het Blauwe Gebouw van de sociale dienst in Tilburg geldt landelijk als schoolvoorbeeld van maatschappelijk vastgoed. Vervat denkt dat de waardering voor architectuur van na 1965 groeit. Het omstreden gebouw van De Nederlandsche Bank op het Frederiksplein bijvoorbeeld, wordt over enige tijd gerestaureerd.