Plusten slotte
Ido Abram (1940-2019) had nog zo veel plannen
Op 14 januari overleed de wetenschapper Ido Abram. Hij werd 78 jaar. "Het uitsluiten van mensen of groepen vond hij onmenselijk."
Zijn favoriete plek was de studeerkamer. Uitnodigingen voor recepties en andere sociale verplichtingen gooide Ido Abram meestal in de prullenbak, vanuit de innerlijke opdracht van veel mensen met een kampverleden om zin te geven aan het leven. "Ik viste de leukste uitnodigingen weer op en nam hem op sleeptouw," vertelt echtgenote Debby. "Daar genoot hij ook van hoor. Maar het liefste zat hij toch tussen de boeken. Ook reizen naar het buitenland eindigden meestal wel ergens in een bibliotheek."
Kennis was voor de vorige week op 78-jarige leeftijd overleden Abram een bron die nooit opdroogde. Leren was een levensdoel voor de man die zijn oorspronkelijke vak van wiskundige gebruikte als springplank naar de logica en de filosofie. Hij promoveerde in de jaren tachtig op de studie van de Joodse traditie als permanent leren, en was daarna de best denkbare ambassadeur van deze traditie.
In zijn latere onderzoek introduceerde Abram, als wiskundige gek op modellen, een Joodse schijf van vijf: vijf gebieden die volgens hem de identiteit vormgeven van Joden in Nederland. De Joodse religie en cultuur spraken voor zich, maar Abram voegde daar de holocaust aan toe, de verbintenis met Israël, de persoonlijke levensgeschiedenis en de Nederlandse cultuur.
Schijf
Die ruime definitie van de Joodse identiteit was een nieuwe benadering en maakte dat de schijf van vijf als uitgangspunt werd geadopteerd door bijvoorbeeld het Joods Historisch Museum bij het opzetten van exposities, maar ook door Joodse zorginstellingen. Abram, altijd op zoek naar verbinding, gaf met zijn model ruimte aan niet-religieuze Joden om zich verbonden te voelen met de gemeenschap.
Niet alleen Joden hadden baat bij de schijf van vijf. Het gedachtegoed van Abram vond ook zijn weg naar kringen van Surinaamse vrouwen, Indische Nederlanders en andere groepen migranten die in een nieuw land uit verschillende onderdelen een nieuwe identiteit moesten opbouwen. Debby Abram: "Ido was fanatiek voorstander van de inclusieve samenleving. Het uitsluiten van mensen of groepen vond hij onmenselijk."
Abram zelf was in zijn studietijd toegetreden tot de streng-orthodoxen maar transfereerde halverwege zijn leven naar de liberalen. Dat maakte dat hij beide kanten van het spectrum kende en zowel de rituelen als de nieuwsgierigheid omarmde. Vriend Philip Kahn verhaalde op de uitvaart hoe Abram nog geregeld door zijn oude sjoel werd opgetrommeld als er onvoldoende mannen aanwezig waren voor een gebedsdienst.
Jappenkamp
Abram wordt geboren in Nederlands-Indië, als zoon van een leraar wiskunde en een lerares Nederlands. Ido brengt zijn eerste jaren door in het Jappenkamp. Vader Isidore geeft les in het mannenkamp en neemt zelfs examens af, op vloeipapier van sigaretten. De beschreven vloeitjes worden na de oorlog in Nederland erkend als diploma en krijgen een plek in het archief van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie.
Ido groeit op in een liefdevol gezin, vertelt echtgenote Debby, en dat draagt er aan bij dat hij later zonder verbittering kan terugkijken op de oorlogsjaren. Wel doet hij belangrijke levenslessen op. "In het kamp waren rechters die van andere gevangenen stalen en gewone mensen die anderen hielpen. Ido was academicus, maar hij werkte graag samen met mensen met een andere achtergrond of deskundigheid."
Na de oorlog belandt het gezin in Den Haag, waar vader Isidore het vak van wiskundeleraar weer oppakt. Ido treedt in zijn voetsporen en gaat wiskunde studeren in Amsterdam. Hij wordt lid van het corps, maar voelt zich thuis bij de Nederlandse Zionistische Studenten Organisatie waar hij het Joodse leven leert kennen - en zijn eerste echtgenote Ruth Rosenthal, de latere moeder van drie van vijf dochters.
Identiteit
Abram geeft een aantal jaren wiskunde op de scholengemeenschap Maimonides in Amsterdam. Als medewerker van het Algemeen Pedogische Studiecentrum ontwikkelt hij daarna lesmateriaal over de holocaust. Hij werkt zeven jaar als bijzonder hoogleraar Educatie na Auschwitz aan de UvA en krijgt steeds meer belangstelling voor het raadsel van de Joodse identiteit: wat maakt dat mensen zich Jood voelen?
Dat wordt ook de rode draad van de Stichting Leren die door Abram wordt opgezet. Met allerlei projecten wordt het leren en het leren van elkaar gestimuleerd. Vaak op buurtniveau, zoals een project naar sporen van de oorlog in de Rivierenbuurt of een serie portretten van Joodse ouderen. Debby Abram: "Ido had nog heel veel plannen op stapel staan. Hij was nog lang niet klaar."