Plus
Hoogleraar Jodendom Evelien Gans neemt afscheid: 'Met dit debat maak je altijd vijanden'
Hoogleraar hedendaags Jodendom Evelien Gans botste regelmatig met publicisten, schrijvers en politici als het om antisemitisme ging. Donderdag gaat ze met emeritaat.
Laatst, bij een boekpresentatie, kon ze zich niet inhouden. Toen oud-VVD-leider Frits Bolkestein zei dat het antisemitisme vooral onder moslims sterk toeneemt, riep Evelien Gans (1951): "Niet alleen onder moslims." Want het verhaal van Bolkestein dat het bestaan van Joden in Nederland bijna onmogelijk wordt gemaakt door moslims, wil er bij haar niet in.
"Er werd schande van gesproken, dat ik iets riep. Maar ik kon me niet inhouden, het was te eenzijdig," zegt de hoogleraar hedendaags Jodendom een paar dagen later in haar kantoortje in het gebouw van het Niod op de Herengracht.
Het akkefietje bij de boekpresentatie leidde tot een reactie van emeritus-hoogleraar Meindert Fennema. Hij verweet haar dat ze 'weigert het virulente antisemitisme onder moslims serieus onder ogen te zien'. Ze ontkent dat hartstochtelijk. In de dikke bundel artikelen over het naoorlogs antisemitisme die ze vorige maand met cultuurhistoricus Remco Ensel uitbracht, komt het thema uitgebreid aan de orde. "In mainstream moslimkringen in Nederland bloeit overvloedig antisemitisme."
Ingewikkelde verhouding
Gans kwam met een omweg uit bij de bestudering van het Jodendom. Ze begon na de middelbare school met de studie geschiedenis aan de UvA, maar brak die af. Ze werd actief in de kraakbeweging, was medewerkster van een meidenwegloophuis en gaf les als docent dramatische vorming.
Maar halverwege de jaren tachtig merkte ze dat ze nog steeds met 'de oorlog' bezig was en dat haar Joodse achtergrond haar niet los liet. Ze hervatte haar studie en is sindsdien niet gestopt met het onderzoeken van de ingewikkelde verhouding tussen Joden en niet-Joden.
Haar ervaring is dat botsingen onvermijdelijk zijn als je je bezighoudt met antisemitisme. Haar confrontatie met Theo van Gogh ging uiteindelijk de wereld over. In haar boek Gojse nijd & joods narcisme (1994) had ze Van Gogh vanwege diens aanvallen op auteur en filmproducent Leon de Winter bekritiseerd.
Van Gogh hanteerde antisemitische stereotypen, schreef ze. Van Gogh reageerde in zijn column in universiteitsblad Folia. Eén zin uit zijn stuk werd later steeds herhaald: 'Ik vermoed dat mevrouw in haar vochtige dromen vaak een beurt krijgt van dokter Mengele.'
'Verder dan smakeloos'
Gans zag er een bevestiging in van haar uitspraken over Van Gogh, die pornografisch antisemitisme en de Shoah gebruikte om een Joodse tegenstander te beledigen. "Het is erg confronterend geweest. Er waren tal van intellectuelen die zeiden: 'Van Gogh is toch een leuke vent, een goede interviewer.' Dat kan best, maar dit ging verder dan smakeloos."
Maar hoe beledigend de uitspraak ook was, ze diende geen aanklacht in. "Ik vond een proces wegens smaad niet interessant. Het zou moeten gaan om antisemitisme. Kun je dat winnen? En ik kwam dan in een langdurige verhouding tot Van Gogh te staan. Ik zou lang mevrouw Mengele worden. Daar had ik helemaal geen zin in."
De column leidde tot haar tevredenheid wel tot een intensief debat. Van Gogh stapte op bij Folia nadat de redactie onder druk afstand van zijn column had genomen.
Schokkend
De langdurige relatie met Van Gogh die Gans had willen vermijden, kwam er toch. "Nadat hij was vermoord, werd ik er weer in gesmeten, want dit was een van zijn ergste opmerkingen. Tot in het Japans werd die aangehaald. De moord vond ik vreselijk, maar ik vind het wel schokkend dat hij als martelaar van het vrije woord wordt geëerd en dat zijn antisemitische en islamofobe opmerkingen zijn vergeten."
Uit haar werk en de bundel die ze met Remco Ensel redigeerde, blijkt de hardnekkigheid van antisemitisme, dat bij de intellectueel én de hooligan en van links tot rechts kan voorkomen.
"Het zit diep verankerd in het christelijke collectieve geheugen en sinds het ontstaan van Israël ook in de Arabische wereld. Ik hang de stelling aan dat zolang er orthodox Jodendom en een krachtig seculier Jodendom zijn en zolang Israël bestaat - en hopelijk is dat nog eindeloos lang het geval - zal er ook antisemitisme zijn. Dat betekent allerminst dat Israël of het Jodendom boven kritiek verheven zijn."
Opvolger
In het aanhoudende debat daarover neemt Gans naar eigen zeggen een middenpositie in. "Ik probeer een weg te vinden tussen alarmisme en ontkenning. Maar je maakt altijd vijanden. Of men vindt dat je antisemitisme niet serieus genoeg neemt of men vindt dat je overdrijft en dat het eens afgelopen moet zijn met het gehuil over de Holocaust. Daartussen je weg vinden, is niet makkelijk."
Het is nog onduidelijk hoe de bestudering van het hedendaagse Jodendom aan de UvA verder gaat. "Het is nog niet bekend of ik een opvolger krijg. Maar het is natuurlijk een schande als er in Amsterdam, het centrum van Joods leven in Nederland, geen onderzoek naar het Jodendom blijft bestaan. Het is een kwestie van geld en van wil. Er wordt nu gesproken over een systeem, waarbij er elk jaar een andere hoogleraar zit."
Verbindingen
Er is volgens Gans nog meer dan genoeg te onderzoeken, zoals het verband tussen de integratie van Joden en van andere minderheden. "Ik denk dat er heel veel verbindingen zijn. Activisten die antizwartracisme en islamofobie bekritiseren, worden beschuldigd van overdrijven, terwijl zij zeggen dat anderen de zaken niet onder ogen willen zien. Ik denk ook dat islamofobie en antisemitisme elkaar versterken."
Gans stort zich na haar afscheid op de voltooiing van de dubbelbiografie van historicus Jaap Meijer en zijn zoon, journalist Ischa Meijer, waarvan het eerste deel in 2008 is verschenen. "Ik ben blij dat ik me weer ga buigen over twee non-conformistische, lastige Joden die met antisemitisme te maken hadden, maar ook met geschiedschrijving, toneel, columns, liefdeslevens, gekkigheid, poëzie en lastigheden. Dat ik mijn focus ga verleggen, vind ik wel fijn."
Afscheidscollege Evelien Gans, donderdag, 16.00 uur, Aula van de UvA, Singel 411.