Plus

Herbergen in het Amsterdam van de zeventiende eeuw

Amsterdam telde in de zeventiende eeuw 1350 drinklokalen op 200.000 inwoners. Historicus Maarten Hell laat zien dat deze van groot economisch belang waren voor de stad.

Joost Zonneveld
In dit pand, op de hoek van Rusland en Kloveniersburgwal, zat Het Wapen van Amsterdam Beeld Schilderij van Jan Spaan, 1767
In dit pand, op de hoek van Rusland en Kloveniersburgwal, zat Het Wapen van AmsterdamBeeld Schilderij van Jan Spaan, 1767

"Zonder de Amsterdamse herberg geen Gouden Eeuw." Historicus Maarten Hell realiseert zich dat het een wat boude uitspraak is. "Toch zit er een kern van waarheid in. Uiteindelijk komt alle economische activiteit in die tijd samen in de herberg."

Herbergen waren plekken waar mensen konden overnachten, eten en drinken, waar vreemdelingen aan werk geholpen werden, waar ze geld konden lenen, hun vervoer konden regelen, waar veilingen gehouden werden en contracten werden ondertekend. Het openbare karakter, en daarmee de aanwezigheid van getuigen, maakte herbergen uitermate geschikt voor zakelijke transacties.

"Er werden complete scheepsladingen goederen, huizen en vaartuigen verhandeld," zegt Hell. "De vele functies maakten de herbergen kleine informele economische centra. Ze hadden een 'spilfunctie' in het economische leven in de stad."

Hell schetst in zijn dissertatie over de rol van de Amsterdamse herberg in de periode 1450-1800 een geheel ander beeld dan dat van etablissementen waar drankmisbruik, vechtpartijen en crimineel gedrag hoogtij vierden.

"Die kant bestond ook, maar zeker niet uitsluitend. Het heersende imago is dat van de schilderijen van Jan Steen: een losgeslagen wereld zoals die later is verbeeld en door kunsthistorici is versterkt. De economische betekenis is daardoor naar de achtergrond verdwenen, ten onrechte."

Kooplieden en zeelui
Hell laat zien dat het instituut herberg, in de persoon van de waard, een verlengstuk was van het stadsbestuur. "Zij waren eigenlijk de ogen en oren van het gezag en moesten vreemdelingen bijvoorbeeld vertellen wat wel en niet was toegestaan in het Amsterdam van die tijd. Herbergen waren ook de plekken waar informatie werd uitgewisseld: nieuwsberichten en officiële bekendmakingen van het stadsbestuur."

De bestuurders van de stad waren zich er volgens Hell ook van bewust dat het niveau van de herbergen van levensbelang was voor de economische positie van de stad, vanwege de vele kooplieden en zeelui die Amsterdam aandeden. Omdat de stad zich had ontwikkeld tot hét maritieme wereldcentrum van de zeventiende eeuw, was het noodzakelijk dat er voldoende slaapmogelijkheden waren.


"Zonder die mogelijkheden had Amsterdam zijn vooraanstaande positie niet kunnen vasthouden. Het stadsbestuur bemoeide zich dan ook direct met het voorzieningenniveau in de stad en vestigde zelf ook herbergen voor deftig bezoek, zoals de Prinsenhof, voorheen een klooster en tegenwoordig hotel The Grand aan de Oudezijds Voorburgwal."

Grof geld
De geschiedenis van de Amsterdamse herberg laat zien dat handel en tolerantie voor vreemdelingen samen opgaan. Hell: "In de zeventiende eeuw kwam veruit het merendeel van de mensen die zich in de stad bevonden van buiten de stadspoorten. De handel van deze vreemdelingen in herbergen was economisch van groter belang dan bijvoorbeeld de handel op de zelden geopende beurs."

Amsterdam als centrum van de wereld legde de uitbaters van herbergen dan ook geen windeieren. Volgens Hell werd er niet zelden grof geld verdiend. "Het beroep van waard genoot om die reden ook aanzien. Zestiende-eeuwse herbergiers zaten maatschappelijk gezien zelfs dicht tegen de elite aan."

In de achttiende eeuw slonk het aantal herbergen in de stad snel. Dat had te maken met het economische verval van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, met het besluit van het stadsbestuur hoog bezoek voortaan in Den Haag te ontvangen, maar ook bijvoorbeeld met de introductie van kantoren en het feit dat buitenlandse bedrijven vaker eigen gebouwen in de stad hadden. De herberg verloor hierdoor een deel van zijn economische functie.

In de negentiende eeuw zou een meer professionele horeca de informele functie van de oude herbergen vervangen. Een vroege voorloper was Het Wapen van Amsterdam, op de hoek van Rusland en de Kloveniersburgwal, een luxe­hotel geleid door een moderne investeringsmaatschappij van kooplieden. "Dat markeert een nieuwe periode waarin de horeca zoals wij die nu kennen is ontstaan. Professioneler, met striktere regels en hogere kwaliteitseisen."

Maarten Hell: De Amsterdamse herberg 1450-1800. Geestrijk centrum van het openbare leven.
Uitg. Vantilt, €29,95.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden