Gerda Brian: Ze merken dat ik om ze geef
DE VERKIEZING VAN DE AMSTERDAMMER VAN HET JAAR
Gerda Brian is al 18 jaar vrijwilliger bij De Regenboog, in een inloophuis voor verslaafden op de Wallen. De 79-jarige bundelde de verhalen van de verslaafden.
Junks, hoeren, daklozen, ze horen bij de stad, maar het blijven de uitgekotsten. Een junk, daar loop je liever even omheen. Niet Gerda Brian (Oost-Souburg, 1930): ''Ik kan mijn schatjes toch niet in de steek laten?''
Haar vader zei het al: kijk nooit tegen iemand op, maar kijk ook nooit op iemand neer. Brian: ''Ik veroordeel niemand. Ze hebben deze weg ook niet gekozen, alles in het leven heeft een reden. We zijn hier om te leren. En dan zeggen mensen: ben je niet bang voor luizen? Maar dit verrijkt je leven.''
Brian werd geboren in Zeeland, maar groeide op in een Amsterdams grachtenpand. Haar moeder, eigenaar van enkele hotels, was welgesteld, maar Brian werd daar niet gelukkig van.
Brian: ''Ik had mijn hele leven met geld te maken, bezittingen, huizen en altijd het geouwehoer daarover. Maar je gaat naar de slager, je hebt kleren nodig en dan houdt het toch een keer op.''
Brian werkte in de wijkverpleging, was stenolerares en werkte 25 jaar bij een verzekeringsmaatschappij. Ze was tien jaar getrouwd en heeft een zoon.
Maar relaties, kinderen, opvoeden, zo eenvoudig is dat allemaal niet. Brian: ''Ik ben niet iemand om met anderen in één huis te wonen.''
Daar is ook nauwelijks plek voor overigens. Haar huis onder de rook van Amsterdam is tot de nok toe volgestouwd met een imposante verzameling Mariabeelden.
Na haar pensionering zag ze een advertentie waarin buddy's en vrijwilligers werden gevraagd. Brian: ''Ik wilde voeding geven aan andere mensen.''
En zo werd Brian buddy van aidspatiënten, en vrijwilliger in het inloophuis De Princehof op de Oudezijds Voorburgwal. Ze zorgt voor koffie, thee en eten, en ze ritselt elke week goedkope bloemen. Ook schrijft ze met mensen in de gevangenis en als die terugschrijven, gaat ze op bezoek. Of ze maakt een praatje met de prostituees in de buurt. Brian: ''Dan weten ze weer dat er toch iemand is die van ze houdt.''
Want Brian weet dat verslaafden meer nodig hebben dan alleen thee, soep en schone kleren. Brian: ''Ze hebben ook behoefte aan liefde. En dan denk ik niet aan een man, een vrouw en een bed, daarmee word ik vaak genoeg geplaagd, maar er zijn ook andere soorten liefde. Ik luister naar ze, ik geef ze een knuffel. Ze merken dat ik om hen geef.''
Enkele jaren geleden legde Brian een leeg boek op tafel. Ze was nog even bang dat ze het boek naar haar hoofd zouden gooien, maar de verslaafden begonnen erin te schrijven. Inmiddels heeft ze twaalf boeken, allemaal vol met hoop en wanhoop, vreugde en verdriet.
Brian: ''Ik heb bij de notaris vastgelegd dat ze niet mogen worden vernietigd als ik er straks niet meer ben.''
Van wethouder Hannah Belliot kreeg ze geld om de verhalen te bundelen. Van De engelen van De Regenboog heeft ze inmiddels dik tweehonderd stuks verkocht, eigenhandig. Geen mens passeert Brian zonder het boek onder de neus te krijgen. Van de opbrengst zijn ze met z'n allen naar Artis gegaan.
Hoe lang ze nog doorgaat, weet ze niet. ''Soms denk ik: nu is het genoeg geweest, ik ben ook wel eens moe. Maar het boek voor volgend jaar ligt alweer klaar. Ik zou alleen graag naar Amsterdam verhuizen, dichtbij m'n schatjes.''
Gerda Brian. Engel. (HANS VAN DER BEEK, FOTO JAN VAN BREDA)
Bekijk ook het portret van Gerda Brian op at5.nl