Plus
Fotoserie Bianca Sistermans: 'Je snapt het pas als je je moeder verliest'
Om het verlies voor anderen invoelbaar te maken begon de Amsterdamse fotograaf Bianca Sistermans (49) acht jaar geleden aan haar serie portretten van mensen die óók hun moeder verloren.
"Doordat ik dit ben gaan doen, ben ik anders naar mijn eigen moeder gaan kijken. Ik dacht altijd dat er maar één moeder was: mijn moeder. Maar je kunt ook een heel andere moeder hebben; het had ook helemaal anders kunnen zijn. Dat weet je natuurlijk wel, maar ik vond het toch een mooi besef."
Bianca Sistermans studeerde grafische vormgeving aan de Akademie voor Kunst en Vormgeving St. Joost in Breda, maar vond fotografie eigenlijk veel leuker. In 2011 stopte ze als docent grafische vormgeving en fotografie en besloot ze zich fulltime op fotografie te storten.
Dat deed ze met drie projecten: Alledaagse ergernissen (stillevens van kapotte peertjes, lege wc-rollen in een fonteintje: dingen die blootleggen waar we 'omheen denken'), Hier besta ik, in eenzaamheid gestorven in samenwerking met schrijver Hester van Hasselt en Lang zal ze leven! Met mijn moeder verdween het keuvelen.
"Mijn moeder stierf op de dag dat mijn inschrijving bij de Kamer van Koophandel inging, in 2011. Ik merkte dat je eigenlijk geen idee hebt wat voor verschuivingen dat allemaal teweegbrengt, dat overlijden, en wilde daarom iets maken voor mensen wier moeder nog leeft."
"Zodat ze het van tevoren iets meer kunnen invoelen - wat natuurlijk schier onmogelijk is. Mijn oma kreeg ook altijd tranen in haar ogen als ze het over haar overleden moeder had en dat begreep ik ook nooit, haar moeder was toen al twintig jaar dood."
Een bepaalde blik
Haar eerste gesprek was met Anita, de schoonzus van een oud-collega. "Ik heb een goeie plek in haar huis gezocht, qua licht, en waar we allebei konden zitten. Ik heb mijn Hasselblad op een statief neergezet en mijn kladblokje tevoorschijn gehaald. Vervolgens hadden we een gesprek. Het is eerder een ontmoeting dan dat ik fotografeer."
"Ik zeg niet: nu gaan we fotograferen, zit even stil. We zijn gewoon aan het praten, en soms kijk ik door de zoeker en druk ik af. Ik zoek naar een bepaalde blik, een soort concentratie. Een afwezigheid of een naarbinnengekeerdheid die ik mooi vind. Intimiteit. Ik geef ook geen aanwijzingen. Mensen zeggen weleens tegen me: het is net alsof de buurvrouw even langskomt."
Sistermans' moederserie bestaat intussen uit een stuk of vijftien portretten. Ze heeft ook gesprekken gevoerd die ze niet spannend vond - die vallen dan af. Er was bijvoorbeeld een man die haar alleen maar vragen ging stellen. Een goede vriendin, van wie de moeder ongeveer tegelijk met Sistermans moeder overleed, vond haar portret en interview achteraf te heftig. "Dat vond ik moeilijk, maar heb ik natuurlijk gerespecteerd."
Sistermans heeft niet overwogen zichzelf te portretteren. "Ik vind het ook prettiger als ik de schrijver van het boek dat ik lees niet ken. Dat ik het kan lezen zonder dat ik er een mens bij zie. Alles wat ik doe, komt natuurlijk uit mij, maar het gaat niet om mij. Ik wil iets maken dat mij overstijgt."
Meer portretten en de volledige interviews zijn te vinden op Sistermans webite: www.biancasistermans.com.
Annika van der Bij
"Op onze eettafel lag een plastic transparant kleed, lagen plastic borden en stonden plastic bekers. Mijn moeder liet ons allemaal een tekening maken en die werd op ons bord gedrukt. Ik had een grote vlinder getekend die mijn bord bedekte. Van dat bord heb ik mijn hele jeugd gegeten. Langzaam ontstond er een lege plek in het midden van de vlinder, daar waar ik steeds had zitten snijden."
Anita Joosstens
"De dingen die me irriteerden, mis ik nu. Mijn moeder was een dramaqueen. Ik was toentertijd een alleenstaande moeder met twee kinderen. Ze vond dat ik het vreselijk zwaar had, verschrikkelijk en moeilijk. Dat mijn moeder dat soort ellende via de telefoon over mij uitkotste, was haar vorm van betrokkenheid. Dat mis ik zo."
Tobias Reijngoud
"Mijn moeder had een hersentumor. Dat is eigenlijk een briljante ziekte. Door die tumor werd alles gedempt, stond ze steeds minder bewust in het leven. Ze had het allemaal niet meer zo door, werd een beetje dement. Ze zei gekke dingen. 'Wat heb ik nou ook alweer? Humor?' Toen ik haar een aantal weken voordat ze stierf, vroeg: 'Geloof je in een leven na de dood?' zei ze: 'Daar bellen we nog over.'"
Peter Vos
"Mijn moeder was heel bang voor wat er allemaal kon gebeuren, zo vreselijk. Ik was op het ergste voorbereid. Mijn ouders zijn beiden arts. Als arts weet je wat er kan gebeuren. Je botten kunnen bijvoorbeeld breken en spontaan verbrijzelen, gewoon terwijl je in bed ligt."