Plus

En dan ontpopt je kind zich tot een huilbaby

De geboorte van haar tweede kind verloopt vlekkeloos, maar het kwaadgeluk is van korte duur als de zoon van Parooljournalist Rita Schroën zicht ontpopt tot een huilbaby. 'Het enige wat ik nog denk is: hou je kop en ga slapen.'

Rita Schroën
'Zodra ik hem in zijn wiegje naast ons bed leg, begint hij te huilen' Beeld Isabel Seliger
'Zodra ik hem in zijn wiegje naast ons bed leg, begint hij te huilen'Beeld Isabel Seliger

29 november 2017
Op een druilerige ochtend loop ik het BovenIJ ziekenhuis in Noord uit, neem de bus naar huis, loop rechtstreeks door naar boven en ga met mijn kleren aan in bed liggen. Ik sluit mijn ogen, die dik zijn van het huilen. Ik ben op. Ik kan niet meer. Het enige wat ik wil, is slapen. En heel even vergeten dat ik mijn zoontje A, dan 3 maanden oud, zojuist heb achtergelaten in de armen van een verpleegster, in een kamer met een bedje met Nijntjes erop.

24 augustus 2017
Op een mooie zomerdag wordt A geboren in het OLVG. Een dag voordat ik ben uitgerekend krijg ik weeën, om drie uur 's middags rijden mijn vriend en ik naar het ziekenhuis en om half zes ligt A aan mijn borst te drinken.

De kraamtijd verloopt, op een vreselijke kraamhulp en een hysterisch jaloerse peuter na, prima. Na twee weken gaat mijn vriend weer werken en breng ik mijn dagen door met mijn oudste zoon, dan net 2 jaar, en A.

Mijn vriend en ik hebben afgesproken dat ik, net als toen onze oudste zoon werd geboren, de nachten voor mijn rekening neem. Ik hou niet van kolven en het heeft in mijn ogen geen zin om met twee vermoeide ouders een gezin te runnen. Ik ga er bovendien vanuit dat de echt zware nachten maar een maand of twee zullen duren.

'Hij wordt voortdurend huilend en wurmend met zijn lijfje wakker' Beeld Isabel Seliger
'Hij wordt voortdurend huilend en wurmend met zijn lijfje wakker'Beeld Isabel Seliger

Na een week of zes merk ik dat A steeds vaker huilt. Standaard binnen een uur na het voeden begint hij met zijn beentjes te trappen en te krijsen. Neerleggen in de box of de kinderwagen is dan geen optie, alleen in de draagdoek kalmeert hij. Het is ook de enige plek waar hij wil slapen, dicht tegen me aan. Eigenlijk alsof hij nog in de buik zit. En dus draag ik hem van 's morgens vroeg tot 's avonds laat in die doek.

Ook 's nachts is neerleggen uitgesloten. Zodra ik hem in zijn wiegje naast ons bed leg, begint hij te huilen. We proberen een speentje, aan de borst in slaap laten vallen en dan wegleggen, een iPad met 'white noise' naast het bedje, maar het helpt niet. A wil drinkend in slaap vallen en dan precies zo blijven liggen. Dus voed ik hem liggend en val dan met hem in slaap.

Maximaal vijf uur
Natuurlijk slaap je niet lekker als je de hele nacht in één houding moet blijven liggen. Bovendien wil A gemiddeld om de twee uur drinken. En vroeg in de ochtend, rond vier uur, valt hij na dat drinken niet meer in een diepe slaap. Dan wordt hij voortdurend huilend en wurmend met zijn lijfje wakker.

Steeds vaker loop ik 's ochtends vroeg met hem in mijn armen door de woon­kamer, een fleecedekentje om mijn schouders tegen de kou, weg van de rest van het gezin, dat wel slaapt. Als ik hem niet stil krijg, loop ik de trap op en af, want van die beweging wordt hij rustig.

Als hij in mijn armen in slaap valt, durf ik op de bank te gaan zitten, mijn rug tegen de leuning, A op mijn buik. Ik probeer dan een beetje te slapen, maar hij wordt altijd binnen een halfuur weer wakker. En dan begint alles opnieuw.

Ik slaap nooit langer dan twee uur achter elkaar en maximaal vijf uur per nacht. Mijn vriend ziet het met lede ogen aan. Hij heeft in deze periode veel rugproblemen, waardoor het lang dragen van een baby er niet in zit. Bovendien laat A zich vooral aan de borst troosten. Maar dat is niet de enige reden dat ik alle zorg voor hem naar me toe trek. Ik kan er niet tegen om hem te horen huilen, geen minuut. Ik word er zo gespannen van dat ik hem binnen de kortste keren alweer in mijn armen heb.

Sneller boos
We proberen het wel. Mijn vriend beneden in de woonkamer met A en een flesje gekolfde melk, ik om acht uur naar bed met oordoppen. Maar ik hoor hem door die oordoppen heen krijsen en dan sta ik alweer beneden. Alle oplossingen die mijn vriend aandraagt: onze moeders vragen een paar nachten met hem rond te lopen, een nightnanny inhuren (ja, die bestaan), ik verwerp ze onmiddellijk. Mijn gevoel zegt dat ik er voor A moet zijn, altijd.

Onze oudste zoon merkt natuurlijk dat er spanningen zijn bij ons thuis. "A," zegt hij als hij hem ziet. Steevast gevolgd door "huilen". Het komt niet vaak meer voor dat ik met de oudste op de grond met Duplo zit te spelen, want dat is met een baby in een draagdoek haast niet te doen. Ook heb ik steeds minder geduld met hem.

Door het slaapgebrek ben ik sneller boos en ik merk dat ik voortdurend uitkijk naar de dagen dat hij naar de opvang gaat, zodat ik me een dag lang maar op één kind hoef te focussen.

Overal lees ik dat tien weken bij darmkrampjes een magische grens is. Maar A gaat alleen maar meer huilen. Hij heeft constant de hik, overstrekt zijn lijfje alsof het een plank is en brult het dan uit. Overdag slaapt hij nog wel in de doek, maar 's avonds en 's nachts is het steeds meer huilen en steeds minder slapen.

'Onze oudste zoon merkt natuurlijk dat er spanningen zijn bij ons thuis' Beeld Isabel Seliger
'Onze oudste zoon merkt natuurlijk dat er spanningen zijn bij ons thuis'Beeld Isabel Seliger

Er zijn momenten dat ik wil verdwijnen. Dat ik hem in zijn bed wil leggen en naar buiten wil rennen. Op andere momenten wil ik met mijn hoofd tegen de muur bonken totdat ik niks meer hoor.

Verborgen reflux
Huilen doe ik al lang niet meer, alsof het produceren van tranen te veel energie kost. Ik heb nooit de neiging om A door elkaar te schudden, maar het verliefde gevoel van de eerste weken is helemaal weg. Het enige wat ik denk als ik hem zie, is 'hou je kop en ga slapen'.

De huisarts verwijst ons gelukkig al snel door naar de kinderarts in het BovenIJ ziekenhuis. Die vermoedt dat A 'verborgen reflux' heeft, een aandoening waarbij voeding terugstroomt van de maag naar de slokdarm, met maagzuur erbij, waardoor de slokdarm steeds meer geïrriteerd raakt.

Hij krijgt medicijnen om het zuur te neutraliseren. Die helpen wat, we kunnen hem daarna makkelijker neerleggen, maar de kramp na het voeden blijft. Ik ga naar een lactatiedeskundige om te kijken of ik hem anders moet voeden, zodat hij minder lucht hapt.

We gaan naar een kinderfysiotherapeut, een osteopaat, de orthopedagoog in het ziekenhuis. Niks helpt, het wordt alleen maar erger. En dus stelt de kinderarts een 24 uursopname voor. Ter observatie.

29 november 2017
De ochtend van de opname loop ik met A in de draagdoek de afdeling op. Ik ben hoopvol. Met deze 24 uursopname kunnen de artsen er misschien achter komen waarom hij zo veel huilt en zo weinig slaapt.

Een verpleegster stelt zich voor als Iris en biedt me thee en een stoel aan, maar ik blijf liever staan, want A slaapt net in de doek en zolang ik op en neer blijf lopen door de kamer, wordt hij niet wakker. Iris vraagt hoe het met me gaat. Ik vertel over A's buikpijn, het vele huilen, dat hij zich steeds verslikt bij het drinken aan de borst, dat hij alleen op zijn buik bij mij in bed wil slapen, of in de doek.

Adviezen voor ouders

- Ga naar de huisarts als jij vindt dat je baby erg onrustig is, je je zorgen maakt of als je merkt dat je uitgeput raakt.

- Een onrustige baby heeft veel regelmaat nodig, dus zorg voor voorspelbaarheid en ‘rituelen’ rondom eten, slapen en spelen.

- Vermijd drukke plekken en ontvang even niet te veel kraamvisite.

- Verdeel de last met je ­partner en vraag hulp aan ouders en goede vrienden.

- Bedenk dat het overgaat, ook al voelt dat nu niet zo.

'Schuldgevoel en intens verdriet voel ik. Maar nog meer dan dat: de opluchting dat ik kan gaan slapen' Beeld Isabel Seliger
'Schuldgevoel en intens verdriet voel ik. Maar nog meer dan dat: de opluchting dat ik kan gaan slapen'Beeld Isabel Seliger

"Maar hoe gaat het met jou?" Vraagt ze. Met mij? "Uh... moe," zeg ik. "Hoe zou je het vinden als A vanavond hier slaapt en jij thuis?" zegt ze voorzichtig. "Dan kunnen jij en je vriend een beetje bijkomen. En morgenavond ook." Ik kijk haar geschrokken aan. "Dat was niet de afspraak," stamel ik. "Ik mocht erbij blijven."

Iris krijgt me zover dat ik A even bij haar laat, zodat ik rustig met mijn vriend kan bellen. Op de parkeerplaats van het ziekenhuis vertel ik hem over het voorstel. "Misschien is het niet zo'n slecht idee," zegt hij. En ook mijn moeder, die ik daarna bel, vindt het niet absurd.

Oververmoeid
En zo komt het dat ik een uur later, mijn onuitgepakte rolkoffer in de hand, huilend naar buiten loop. Schuldgevoel en intens verdriet voel ik. Maar nog meer dan dat: de opluchting dat ik kan gaan slapen.

Om 16.00 uur word ik wakker met borsten die op knappen staan en het gevoel dat er iets heel ergs is gebeurd. Zodra ik besef wat het is, móet ik naar hem toe. Een half uur later sluip ik zijn ziekenhuiskamertje binnen. Hij ligt in het bedje te slapen, op zijn rug. Hij is strak gewikkeld in een doek en ziet er heel lief en ontspannen uit.

Iris praat me bij. Ze heeft even met hem rondgelopen, maar al snel kon ze hem in het bedje leggen en ging hij slapen en dat doet hij nu al drie uur. Ik kijk haar verward aan. Ze legt uit dat de onrustige baby's die op de afdeling worden opgenomen vaak oververmoeid zijn en dus in het begin heel veel slapen.

De afwezigheid van de ouders, die vaak uitgeput en erg gespannen zijn, helpt daarbij. "Kijk," zegt ze, "ik loop met liefde twee uur met hem rond, want ik weet dat mijn dienst er straks op zit en dat ik dan naar huis ga. Die rust voelt hij. Net als dat hij door jouw ademhaling en spierspanning voelt hoe gestrest jij bent."

Zelfvertrouwen kwijt
A blijft vijf dagen in het ziekenhuis. Overdag zijn mijn vriend en ik om beurten bij hem. De eerste twee nachten slapen we allebei thuis, de nachten daarna om beurten in het ziekenhuis. De eerste nacht dat mijn vriend bij hem slaapt, app ik hem 's ochtends zenuwachtig: 'Hoe is het gegaan?' 'Heel goed!' appt hij. 'Ik heb hem om 11 uur en om 5 uur een flesje gegeven en hij heeft van 7 tot 7 geslapen.'

De opname is een moment voor ons ouders om op adem te komen, maar het is ook juist bedoeld om, met hulp van het team, de zorg voor A weer op ons te nemen. De eerste keer dat ik hem weer zelf in zijn bedje leg, staat er een verpleegster naast me die me bemoedigend toespreekt.

Bij de gedachte dat ik hem niet rustig krijg, dat hij niet wil gaan slapen, breekt het zweet me uit. Ik ben mijn zelfvertrouwen als moeder helemaal kwijt. Maar elke keer dat ik A inbaker, hem in zijn bedje leg en hij, na wat gepruttel, in slaap valt, groeit het vertrouwen. En raak ik meer ontspannen.

We zijn onder de indruk van het team dat voor ons klaarstaat. Vooral de verpleging, die we na een paar dagen allemaal bij naam kennen. Met engelengeduld wiegen ze onze zoon, net zolang totdat hij rustig is. Ze praten liefdevol tegen hem, hangen een mobile met oerwoud­geluiden boven zijn bedje die hij prachtig vindt, nemen hem mee naar de koffiekamer als hij nog even geen zin heeft om te slapen.

'Bij de gedachte dat ik hem niet rustig krijg, breekt het zweet me uit' Beeld Isabel Seliger
'Bij de gedachte dat ik hem niet rustig krijg, breekt het zweet me uit'Beeld Isabel Seliger
'Hij wordt opnieuw opgenomen. Dat voelt, vooral voor mij, enorm als falen' Beeld Isabel Seliger
'Hij wordt opnieuw opgenomen. Dat voelt, vooral voor mij, enorm als falen'Beeld Isabel Seliger

De kinderarts is eerlijk: voorlopig zal A last blijven houden van zijn klachten. Hij is weliswaar beter gaan slapen en daardoor kan hij meer hebben, maar ook de verpleging beaamt dat hij buitengewoon veel kramp heeft. En daar moet hij waarschijnlijk gewoon overheen groeien.

Gestopt met borstvoeding
Het naar huis gaan geeft een dubbel gevoel. Aan de ene kant willen we niets liever dan A weer thuis hebben, aan de andere kant voelt het alsof we vanuit een warm bad op de koude vloer worden gegooid. Niet omdat er geen nazorg is, we houden intensief contact met de afdeling en krijgen hulp van een gezinscoach van het Kabouterhuis. Maar we moeten het wel weer alleen doen.

In eerste instantie gaat het goed thuis, maar dan wordt hij ziek. Een gewone griep, maar het broze evenwicht dat we hebben bereikt, is verstoord. Hij krijst weer de hele boel bij elkaar, wil niet meer ingebakerd worden en het lukt ons, ook als hij weer beter is, niet hem weer terug in de rust en regelmaat te krijgen. En dus wordt hij opnieuw opgenomen. Dat voelt, vooral voor mij, enorm als falen.

Maar dan, tijdens de tweede opname, lijkt er iets te veranderen. Na een paar dagen lijkt A minder last te hebben van zijn buik. Waar het aan ligt, weten we niet. Ik ben gestopt met borstvoeding - door de stress komt er geen druppel meer uit - en we zijn overgestapt naar koemelkvrije flesvoeding, want er is een vermoeden dat A allergisch is.

Opperste staat van paraatheid
Wat het ook is, het verschil met de eerste opname is onmiskenbaar: A heeft minder pijn en huilt veel minder. Na een week, waarin we opnieuw om en om bij hem slapen, nemen we een kind mee dat veel meer ontspannen is.

Nu hij flesvoeding krijgt, kan mijn vriend gelukkig die nachtvoedingen overnemen, zodat ik hele nachten kan slapen. In theorie dan. Want juist nu het beter gaat met A, gaat het mis met mij. Ik ben maandenlang zó alert geweest, heb op elk geluidje, elk huiltje gereageerd. Nu dat niet meer hoeft, blijft mijn lichaam in opperste staat van paraatheid.

's Nachts lig ik uren wakker. En als ik net slaap en A wordt wakker voor een flesje, voel ik de adrenaline door mijn lichaam gieren. Als mijn vriend en A al lang weer slapen, lig ik nog steeds strak van de spanning in mijn bed. Ook overdag ben ik verre van ontspannen. Ik sluip door het huis als A slaapt. Hou de babyfoon constant in de gaten.

Het geluid van een huilende baby buiten of op tv zorgt onmiddellijk voor een sneller kloppend hart. Ik durf ook niet alleen te zijn met A. Ik ben bang dat hij mijn stress voelt en weer ontregeld raakt. Mijn vriend neemt dagen vrij zodat hij ook overdag vaker de zorg voor A op zich kan nemen.

30 december 2017
Ik word 's ochtends vroeg wakker na hooguit twee uur slaap en besef dat als er nu niets verandert, ik straks zelf opgenomen moet worden. Diezelfde middag zit ik bij de crisisdienst. Ik krijg slaappillen en lorazepam mee en samen met mijn oudste zoontje ga ik tien dagen bij mijn ouders logeren. Weer moet ik afscheid nemen van A, weer voel ik me een slechte moeder, en weer ben ik opgelucht.

Ik kan me niet veel herinneren van die logeerpartij, behalve dat we veel door het bos hebben gewandeld en ik heel veel heb geslapen. En dat ik eindelijk, na vier maanden, weer volledige aandacht aan mijn oudste zoon kan geven. Eindelijk spelen we weer samen op de grond, gaan we met z'n tweeën in bad en lezen we boekjes. Na tien dagen gaan we terug naar Amsterdam, waar mijn vriend en zijn moeder ons opwachten met een vrolijke baby.

Stapje voor stapje klimmen we uit het dal. Daar worden we bij geholpen door de gezinscoach. Zij komt regelmatig langs om te zien hoe het gaat. In het begin voelt dat alsof ik 'onder toezicht sta', maar al gauw ben ik dankbaar voor de hulp van deze vrouw, op wie we altijd kunnen terugvallen als we het even niet meer weten. Ook bel ik nog maanden elke week met de orthopedagoge van het BovenIJ.

Zwarte wolk
A blijft nog heel lang een nachtbraker, maar het wordt nooit meer zo erg als in het begin. Als hij 9 maanden is, huren we een slaapcoach in en dan gaat hij eindelijk doorslapen.

Ik denk nog vaak aan die zwarte wolk die nu achter ons ligt. Hoe heeft het kunnen gebeuren? Wat hadden we anders moeten doen? Met wat mijn vriend en ik nu weten, zouden we veel dingen anders aanpakken. Maar ik voel me niet meer schuldig over hoe het is gelopen. Met hulp van medicijnen en een goede therapeut verwerk ik wat er is gebeurd.

Maar het meest helend is A zelf. Een vrolijk blond jongetje met grote, heldere ogen dat de hele dag op ontdekkingstocht is. Hij verwijt mij niks, hij vindt mij een fantastische moeder. En ik vind het fantastisch dat ik zijn moeder ben.

'Ik denk nog vaak aan die zwarte wolk die nu achter ons ligt. Hoe heeft het kunnen gebeuren?' Beeld Isabel Seliger
'Ik denk nog vaak aan die zwarte wolk die nu achter ons ligt. Hoe heeft het kunnen gebeuren?'Beeld Isabel Seliger

Wat is een huilbaby?

Saskia Plevier is als GZ-psycholoog en orthopedagoog verbonden aan het BovenIJ ziekenhuis. Ze begeleidt huilbaby's die ­worden opgenomen, en hun ouders. "De term huilbaby laat eigenlijk alleen het symptoom zien: de baby huilt veel of is erg onrustig."

"Maar baby's hebben nu eenmaal weinig middelen om ­duidelijk te maken dat er 'iets' met hen aan de hand is. Onrust of veel huilen bij baby's kent geen vaste definitie meer. Het gaat om de ervaring van de ouders. Als zij het gevoel hebben dat er iets met hun kind aan de hand is, dan is dat voor ons belangrijker dan het precieze ­aantal uren dat een baby huilt."

Opname van een onrustige baby
In Amsterdam kunnen onrustige baby's in het BovenIJ ziekenhuis en in het OLVG worden opgenomen. Saskia Plevier: "In het Moeder Kind Centrum in het BovenIJ ziekenhuis gebeurt dat ongeveer 15 keer per jaar. Ouders en kind worden samen behandeld door een gespecialiseerd team bestaand uit een kinderarts, pedagogisch medewerker, kinderverpleegkundige, kinderpsycholoog en kinderfysiotherapeut."

"In eerste instantie ligt de focus op het observeren van de baby en het ­ontlasten van de ouders zodat zij wat tot rust kunnen komen. Tijdens de opname worden eventuele medische zaken uitgesloten. Daarna gaan we met ouders aan de slag om hun kind beter te begrijpen, beter te 'lezen' en hen te helpen een nieuw ritme te ontwikkelen."

"Ook is er veel aandacht voor de positieve momenten tussen ouder en kind. Na de opname is er een poliklinisch ­natraject, waarbij ook andere instanties betrokken kunnen worden."

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden