Elke week twee tot drie nieuwe ijswinkels in Amsterdamse binnenstad
Stadsdeel Centrum wil paal en perk stellen aan de overmaat aan ijswinkels in de binnenstad van Amsterdam. Inspecteurs hebben er al meer dan zeventig geteld en daar komen er twee tot drie per week bij.
Vier inspectieteams trekken deze weken door de binnenstad om te controleren of de ijswinkels zich aan de regels houden. Zij hebben geen horeca-vergunning nodig, maar moeten zich wel aan strenge voorwaarden houden. Zo mag er wel ijs op een wafeltje worden verkocht, maar mag dat wafeltje niet ter plekke worden gemaakt. Ook is het niet toegestaan tafeltjes en stoeltjes neer te zetten.
Na een zomer vol klachten van buurtbewoners wil stadsdeelvoorzitter Boudewijn Oranje ingrijpen. Volgens hem raken bewoners 'hun ankers kwijt' als steeds meer winkels worden vervangen door horeca die uitsluitend is gericht op toeristen en dagjesmensen.
Keerklepregeling
Oranje hoopt dat de inspecties ertoe leiden dat aan de ongebreidelde groei van het aantal ijswinkels een halt kan worden toegeroepen. Procedures kunnen echter maanden in beslag nemen, omdat eigenaren tegen elke beslissing in beroep kunnen gaan. Hij overweegt daarom een 'keerklepregeling': een verbod om nieuwe zaken te openen.
Complicerende factor is dat ijswinkels niet vooraf kunnen worden gecontroleerd op de deugdelijkheid van hun eigenaren en financiers via de wet Bibob, omdat er geen vergunning nodig is. Oranje zegt zich daarover 'zorgen te maken'.
Een van de grootste ijsverkopers in de binnenstad, Roberto Fava van Ice Bakery, kondigt aan volgend jaar nog eens tien zaken te openen, bovenop de tien die hij nu al heeft. Fava: 'Al wil ik een ijsje in een schoen verkopen, wie gaat het me verbieden? Waar staat in de wet dat ik dat niet mag?'
Deze weken besteedt Het Parool onder de noemer Veranderende stad aandacht aan hoe de populariteit en de groei van Amsterdam invloed hebben op ons leven. Vandaag (12/9): de ijs- en wafelwinkels.
