Opinie
'Eigenwijze wetenschappers zijn essentieel voor vooruitgang'
Student Anna Beukenhorst aan de UvA heeft de Robbert Dijkgraaf Essayprijs 2014 gewonnen, georganiseerd door Folia en Het Parool. Het thema was dit jaar: scepsis. Hierbij de winnende inzending.
Mijn walkman, de man op de maan en blauwe tomatenketchup: dat zijn de wonderen van de wetenschap. Althans, dat dacht ik als kind. In mijn ogen was de wetenschapper als James Bond: een doorzetter die zich onvermoeibaar inzet voor een betere wereld.
Ik verdiepte me in biografieën van belangrijke wetenschappers, onder wie Alfred Wegener (1880-1930), ontdekker van de platentektoniek. Hij vond overeenkomsten in de kustlijnen, planten en fossielen van Zuid-Amerika en West-Afrika. Hij concludeerde dat alle continenten ooit aan elkaar vastzaten. De academische gemeenschap nam hem echter niet serieus: zijn idee was moeilijk te verenigen met heersende geologische theorieën, bovendien was hij 'slechts' meteoroloog. Pas in 1969, veertig jaar na Wegeners dood, werd het paradigma van de platentektoniek aanvaard.
Bij de moed van de Italiaanse Giordano Bruno (1548-1600) verbleekt zelfs 007. Ook hij stuitte op onbegrip over zijn ideeën, zoals het oneindige heelal met oneindig veel zonnen en zonnestelsels. Bij hem resulteerde dat in de dood. Hij weigerde zijn beweringen te herroepen, waarna de kerk hem veroordeelde tot de brandstapel.
Begeesterd
Tijdens mijn eerste semesters aan de universiteit moest ik wennen: niet alle wetenschappers waren zo begeesterd als Alfred Wegener en Giordano Bruno. De universiteit bleek een 'normale organisatie' met 'normale problemen' te zijn. Ook in de wetenschap zijn er bureaucratie, belangenverstrengeling en fraude, ook daar wint geld (in de vorm van 'kans op succes bij wetenschapsfinancier NWO') het soms van interesse.
Toch zijn er ook hedendaagse onderzoekers die ik bewonder. Ik kreeg les van een hoogleraar die zich inzet voor de kweekvleesburger, volgens hem een mogelijke oplossing voor voedseltekort, vervuiling en dierenleed. Ondanks de scepsis, zelfs onder vegetariërorganisaties, gaat hij stug door met zijn onderzoek.
Ik ontmoet promovendi die in het weekend of om half zes 's ochtends naar de universiteit gaan voor hun proefopstellingen. Zij krijgen regelmatig de vraag: 'Waar doe je het voor? Hoeveel mensen gaan zo'n proefschrift lezen?' Om zulke vragen moeten ze lachen: hun intrinsieke motivatie is groter dan behoefte aan nachtrust of onmiddellijke waardering.
Of die waardering ooit komt, tijdens hun leven of postuum, kunnen ze nog niet weten.
Per ongeluk
Onderzoek kost veel tijd en soms loopt het nergens op uit. Resultaten roepen vaak nieuwe vragen op of onthullen een ander probleem, dan begint de cyclus weer opnieuw. Een enkele keer vindt de wetenschapper iets anders dan waar hij naar op zoek was. Penicilline, viagra en de zoetstof aspartaam werden 'per ongeluk' uitgevonden.
Per ongeluk of expres, goede ontdekkingen worden niet altijd geaccepteerd. Bij de introductie van de stoomlocomotief kwamen boeren in opstand: ze waren bang dat koeien van de schrik zure melk zouden geven. Weinig mensen dachten dat de mobiele telefoon een succes zou worden: 'Een gsm nemen? Ik denk er niet over, ik heb al een antwoordapparaat.' En ook in 2014 is er angst voor veranderingen die de wetenschap brengt: recentelijk kwam minister Lodewijk Asscher in het nieuws vanwege zijn uitspraken over toenemende ongelijkheid en groot banenverlies door robotisering.
Wantrouwen aan de vooravond van vernieuwing is menselijk. Nieuwe vindingen zetten oude zekerheden op het spel. Veranderingen pakken niet voor iedereen goed uit. De Industriële Revolutie was een motor voor vooruitgang, maar had ook nadelen.
Scepsis is moeilijk te bestrijden omdat de toekomst zich niet laat voorspellen. Het is onmogelijk alle gevolgen van vernieuwing te overzien. Daarom komt het aan op vertrouwen: vertrouwen dat de maatschappij nieuwe oplossingen vindt voor nieuwe problemen. De schadelijke gevolgen van de Industriële Revolutie - kinderarbeid, extreme luchtvervuiling en erbarmelijke werkomstandigheden - hebben wij inmiddels onder controle.
Bewondering
Eigenwijze wetenschappers zijn essentieel voor vooruitgang. We hebben persoonlijkheden nodig die tegen de stroom ingaan. Die doorzetten, ondanks hoon vanuit hun omgeving. Gelukkig kan een nieuw inzicht niet worden teruggedraaid. Het kan een tijd worden genegeerd, maar uiteindelijk zal het doorwerken in de techniek, het onderwijs en ons dagelijks leven.
De bewondering die ik als kind voor wetenschappers voelde, is gebleven. Of ik kweekvlees lekker vind of een robottuinman wil, weet ik nog niet. Maar de enthousiaste wetenschapper die daar wel van overtuigd is, geef ik graag mijn volledige steun. Niet de walkman is het wonder van de wetenschap, maar de onderzoeker die net zo lang heeft doorgezet tot hij zijn doel bereikte.
Wil je reageren op dit artikel? Dat kan! Scroll (een beetje) naar beneden om een reactie te plaatsen.
Anna Beukenhorst studeerde bèta-gamma en volgt nu de master medical informatics op het AMC, een studie over informatica in de gezondheidszorg
Scepsis blijkt een thema te zijn dat vanuit veel verschillende, originele invalshoeken is te benaderen. Voor de één is scepsis een basale voorwaarde voor wetenschapsbeoefening, voor de ander is scepsis juist een spook dat verdreven moet worden onder het motto: 'ruim baan voor de onderzoeker'. De jury heeft uiteindelijk drie essays uit de 47 inzendingen gevist die, naar haar oordeel, de beste waren.
Peter Blok pleit in Scepcis 2.0 voor scepsis als middel tegen fanatisme en pseudowetenschap. Hij roept op een Dag van de Scepsis in het leven te roepen, waarop onbevangen vragen mogen worden gesteld. Een eervolle vermelding is er ook voor het essay De sceptische genieter van Rik Smits. In zijn deels verhalend opgezette tekst waarschuwt hij ervoor scepsis niet in te ruilen voor enghartig rationalisme. Hij stelt er een open, onbevooroordeelde instelling tegenover die je ertoe brengt alles te onderzoeken en het goede te behouden.
Maar er kan maar één het beste zijn. Het winnende essay is een lofzang op de moed van de eigenwijze onderzoeker die zich niets aantrekt van de status quo. De auteur schetst het beeld van de wetenschapper als een intellectuele 007 - strijdend voor de goede zaak, ook wanneer die strijd nog eenzaam is. Een gezonde dosis romantiek ontbreekt niet in het essay, dat geschreven is vanuit een groot vertrouwen in de zegeningen van wetenschappelijke autonomie: onderzoekers moeten vrij zijn om, wars van effectbejag of de waan van de dag, hun stoutste intuïties te volgen. Of zij die vrijheid zullen krijgen, is de vraag. Maar ze hebben alvast de onvoorwaardelijke steun van de winnares van de prijs, de auteur van het essay De eigenwijze onderzoeker: het wonder van de wetenschap.