Een klassiek heterdaadje

Het is maandag 9 juli, het loopt tegen zessen. GVB'er Marco van den Bosch rijdt zijn vaste route in bus 18 over de Marnixstraat richting Centraal Station. Zijn blik gaat van links naar rechts. Van den Bosch is 'altijd al een oplettend type' - geen onhandige eigenschap voor een buschauffeur. Van den Bosch: 'Het klinkt raar, maar als je continu door dezelfde straten rijdt, hoeft er maar íets scheef te staan en het valt al op.'

Dit is wat Van den Bosch meteen opvalt: een persoon houdt zijn arm om een oudere man en trekt hem tegen zijn lichaam. Bus 18 staat inmiddels bij halte Willemsstraat, mensen stappen in en uit, maar Van den Bosch houdt zijn ogen gericht op het tweetal, bij de bosjes voor het skateveldje. Daar klopt iets niets. Op dat moment zakt de oude man in elkaar. Een hartaanval, denkt Van den Bosch meteen. Nog geen tien seconden later staat hij voor de man en zegt: 'Gaat het, baas?' De man zegt: 'Mijn ringen, mijn ringen!.' Dan pas ziet Van den Bosch hoe de andere persoon, die achter de rug van de opa staat, aan een hand van zijn slachtoffer zit te sjorren.

Ook Robin Corver, diskjockey en barman in Jantjes Verjaardag, rijdt tegen zessen de Marnixstraat in, maar dan vanaf het Haarlemmerplein. Corver heeft een beetje haast. Hij heeft om zes uur een etentje en hij moet nog langs huis. Een leuk etentje, met een nog leuker meisje, de liefde is nog pril. Ook Corver ziet twee mannen lopen, een oude man en een buitenlandse man, innig gearmd, dus opvallend is het zeker. Misschien een verpleger die met een bejaarde een rondje maakt vanuit het bejaardenhuis, denkt hij nog. Corver rijdt het duo voorbij, maar op de een of andere manier vertrouwt het toch niet en hij kijkt om. En ziet de oude man door zijn knieën zakken. Corver stopt, misschien kan hij de ambulance bellen, het leuke meisje moet maar even wachten. En dan hoort ook hij: 'Hij heeft mijn ringen!'

Zo goed als tegelijk grijpen Van den Bosch en Corver de straatrover in zijn kraag en werken hem naar de grond. 'Was ist? Was ist?' roept die. Hij doet of hij stikt en begint over te geven. 'Niks van aantrekken', zegt Van den Bosch. 'Hij zit zich aan te stellen.' Een vrouw in de bus belt 112 en binnen enkele minuten is de politie ter plekke. De bejaarde man is inmiddels helemaal in de war. Hij huilt en is volkomen verdwaasd. Het vel hangt over zijn twee ringen, de straatrover heeft duidelijk lang zitten sjorren. Later blijkt de man, 92 jaar oud, geregeld last te hebben van suizingen in zijn hoofd waardoor hij even de weg kwijt is. Die suizingen worden veroorzaakt door zijn ouderdom, maar ook door stress.

De dader, een Roemeen, heeft de man al vanaf de Bilderdijkstraat gevolgd in tramlijn 3. Hij stapte met hem uit en wilde zijn slag slaan bij de bosjes. Van den Bosch: 'Een 92-jarige man - weerloos, echt weerloos, hè! - van zijn ringen beroven: hoe diep kun je zinken?'

De politie arresteert de man en de twee oplettende Amsterdammers vervolgen hun weg, Corver naar zijn meisje en Van den Bosch naar het CS. In de bus vragen de passagiers wat er nou precies gebeurd is. En dan applaudisseert een volle bus voor Van den Bosch, hij krijgt het er warm van. De rover, een Roemeen, krijgt twee maanden cel. De oude man kan zich het voorval nauwelijks nog herinneren.