Plus
Deze ex librissen zaten in door de nazi's geroofde boeken
Chris Kooyman en Jan Aarts bundelden meer dan duizend ex librissen van Joodse Amsterdammers. Veel etiketten zaten in door de nazi's geroofde boeken. Een vijftigtal is nu te zien in het Allard Pierson Museum.
Rommelmarkten en tweedehands boekhandels van Amsterdam tot New York struinden de samenstellers Chris Kooyman en Jan Aarts af voor hun lijvige werk Dit Is Mijn Boek. De grootste opbrengst haalden ze op het Waterlooplein. Soms werden ze zelfs gewaarschuwd door een boekhandelaar of marktkoopman als die een ex libris van een Joodse Amsterdammer aantrof. Ze mochten het etiketje er dan voorzichtig uithalen.
Ex librissen zijn kleine etiketten om in boeken te plakken, met de naam van de eigenaar en een illustratie erop. "Het papiertje werd voorin geplakt. Het zegt in wezen: dit boek is van mij en laat zien hoe trots iemand op zijn boek was. De meeste vertellen iets over de eigenaar en hoe die zich presenteert aan de buitenwereld. Het is een egodocument," zegt Chris Kooyman (70), die samen met Aarts bijna twintig jaar met de speurtocht bezig is geweest.
De ex librissen in het bijna 1500 pagina's tellende boek zijn afgedrukt met uitleg en een korte biografie van de eigenaar. De naam van de eigenaar staat meestal op de ex libris; soms gaat het slechts om een initiaal en heel zelden is het alleen een afbeelding.
"Joden lieten, meer dan anderen, ex librissen ontwerpen. Het is het volk van het boek," zegt Kooyman. Artsen, juristen en ondernemers zijn oververtegenwoordigd. Ook zitten er veel vrouwen tussen.
Veel eigenaren zijn in de Tweede Wereldoorlog vermoord of naar het buitenland uitgeweken. De ex librissen werden onder meer aangetroffen in door de nazi's geroofde boeken.
Het oudste ex libris dateert uit 1650 van De Pinto, de jongste uit 2007 van Jaap van Velzen. Chris Kooyman en Jan Aarts: Dit is mijn boek, Uitgever De Buitenkant, €88. De tentoonstelling in het Allard Pierson Museum is geopend tot en met 6 mei.
1 Jaap Coltof Econoom (1905-1963)
Het ex libris uit 1933 van Jaap Coltof toont het wapenschild van Amsterdam met drie andreaskruizen tezamen met de hoed en staf van Mercurius, de god van de handel en economie.
De staf is afgebeeld als een schrijfveer. In de kantlijn staat de tekst 'Alles zy 't goede'. Dit verwijst naar de naam Coltof. In het Hebreeuws betekent col 'alles' en tof 'goed'.
Jaap Coltof, die voor de oorlog lector aan de Universiteit van Amsterdam was, zat ondergedoken en heeft de oorlog overleefd.
2 Jaap van Velzen, zakenman (1931-2016)
Jaap van Velzen had al een ex libris, maar liet in 2007 een nieuwe versie maken. Deze verbeeldt de ontreddering van de Joden na de oorlog.
Op het ex libris is de kleine shoah afgebeeld: een wanhopige man zit op het Waterlooplein met het hoofd in de hand. Tussen de huisraad van weggevoerde bewoners liggen boeken en platen. Er staat een menora, davidster en de Stenen Tafelen.
Jaap van Velzen overleefde als een van de weinigen in zijn gezin de oorlog. Hij ontsnapte als twaalfjarige uit de Hollandsche Schouwburg en dook onder in Zuid-Limburg. Van zijn ouderlijk huis in de Jodenbreestraat was nauwelijks nog iets over.
3 Jacques Presser, historicus, schrijver (1899-1970)
De gevulde boekenkast, inktpot met ganzenveer, wereldbol, handpers, de hiërogliefen en Vikingschepen in het ex libris verwijzen naar de wereld van hoogleraar Presser, schrijver van het boek Ondergang over de Jodenvervolging in Nederland in de Tweede Wereldoorlog.
Rechts staat de Westertoren afgebeeld, in het midden zeven grachtenpanden en links een zwarte kat. Presser was gek op katten. Dit ex libris uit 1935 stamt uit de tijd dat Presser leraar was op het Vossius Gymnasium.
Presser overleefde de oorlog in de onderduik. Zijn bibliotheek met 6000 boeken werd nagenoeg geheel door de nazi's geroofd. Eén boek met zijn ex libris werd teruggevonden in de Duitse stad Offenbach.
Joseph Gompers, schrijver (1899-1945)
Joseph Gompers zag de gevaren van het naderende antisemitisme. Zijn ex libris verbeeldt het hakenkruis dat een slachtoffer verplettert. Het is in 1936 gemaakt door kunstenares Fré Cohen. Gompers plakte dit ex libris met een - gespiegeld - hakenkruis in zijn boeken over antisemitisme.
De schrijver en directeur van een filiaal van de Incasso-Bank in de Diamantbeurs overleed op 30 april 1945 in Tröbitz. Hij zat in het 'verloren transport', in een van de drie treinen waarin gevangenen uit concentratiekamp Bergen-Belsen werden afgevoerd toen de Britse troepen het kamp naderden. De gevangenen van de laatste dodentrein werden door de Russen in de Duitse stad Tröbitz bevrijd. Velen overleefden de dwaaltocht per trein niet.
5 Edwin Sluzker, jurist (1907-1965)
Sluzker was in de oorlog de bemiddelaar tussen de voorzitters David Cohen en Abraham Asscher van de Joodse Raad en Ferdinand aus der Fünten, die de deportatie van Joden uit Nederland organiseerde.
Zijn ex libris uit 1939 verbeeldt Sisyfus, een figuur uit de Griekse mythologie, die als straf van de goden een rotssteen de berg op moest duwen. Zodra de steen bijna boven was, viel hij weer naar beneden. Onbegonnen werk dus. Het verwijst naar de hulp van Sluzker, zelf een vluchteling uit Wenen, aan Joodse vluchtelingen. Sluzker kwam ook zelf in het kamp terecht en werd in 1945 in Westerbork bevrijd.
Dit is deel twee van vier in een serie over de Tweede Wereldoorlog in de aanloop naar 4/5 mei. Lees ook deel één: Philip Mechanicus was verslaggever vanuit het kamp