Han Lips kijkt tv
De Wadden op hun fotogeniekst
Han Lips schrijft doordeweeks over wat hem is opgevallen op televisie. Vandaag: Wad.
Er wordt veel gestorven op het wad. Lips, die vroeger nog wel eens een huisje op Ameland huurde, wist dat niet. Maar na de documentaire Wad van filmer Ruben Smit kent hij de dood in de branding in al zijn verschijningsvormen. Een door de storm overvallen zeehond, een onderkoeld geraakt lepelaarsjong of een pasgeboren bergeendje dat wordt gegrepen door een tierende zilvermeeuw.
Of het op de bloedhete savanne is of op een zandbank in de Waddenzee: de natuur geeft en neemt even ruimhartig als meedogenloos. Het was lang niet de enige overeenkomst tussen de fotogenieke beelden uit Zuidelijk Afrika en die uit het Hollandste der Hollandse landschappen: het wad. Lips is groot fan van die series over de wildernis om de hoek. Hij smulde van De nieuwe wildernis (over de Oostvaardersplassen), De wilde stad (over Amsterdam) en Wild (over De Veluwe). Wad bleek net zo imponerend en ongepolijst Hollands. Alleen woorden als kwelder en springtij al. Heerlijk!
Zaterdag las Lips nog in deze krant hoe cameraman Ruurd van der Leij zes dagen onafgebroken naar een slechtvalk op een paaltje staarde. Die zou immers zodalijk dan écht een steltloper van het strand plukken en verorberen. De toewijding bleek vergeefs.
Maar wat bevat Wad magnifieke beelden van die ruige plek waar de zee twee keer per etmaal land wordt. Een colonne zeesterren die een mosselbank overvalt, bij maanlicht vissende lepelaars of een kolonie als herfstbladeren langs de vloedlijn geblazen strandlopers.
Maar het mooiste ontstaat toch altijd bij toeval. Ademloos keek Lips naar de traan die rolde over het snuitje van het zeehondenjong toen zijn moeder hem voor het eerst alleen achterliet. Wie beter keek, zag dat het geen traan, maar een flinke spat zeewater was. Maar dat deed Lips juist niet. Hij zocht liever uit hoe hij dat hutje op Ameland ook al weer kon boeken.
Reageren? hanlips@parool.nl