Celstraffen voor corrupte Amsterdamse marktmeesters
Zes Amsterdamse marktmeesters zijn vandaag door het gerechtshof Amsterdam veroordeeld tot gevangenisstraffen van drie en vier maanden. Ze namen van 2001 tot en met 2010 steekpenningen aan van marktkooplieden op markten in de binnenstad.
Eerder legde de rechtbank Amsterdam de corrupte marktmeesters gevangenisstraffen van twee of drie maanden op in combinatie met een werkstraf van 120 of 180 uur. Het OM eiste in hoger beroep celstraffen tot 15 maanden
Voor de steekpenningen waren marktkooplieden verzekerd van een plek op de markt. Ook omzeilden de marktmeesters regels rond de verschijningsplicht door pasjes te scannen als een marktkoopman er niet was. De marktmeesters verdeelden de opbrengst onderling. Zo streken ze wekelijks tot 250 euro elk op.
Koffiegeld
Advocaten voeren aan dat het slechts om fooien of koffiegeld ging waar geen tegenprestatie tegenover stond. Het hof vindt dat hier geen sprake van is, gelet op de frequentie en de hoogte van de bedragen. Bovendien hebben drie van de zes verdachten bekend dat kraamhouders geld betaalden in ruil voor gunsten.
Anders dan de rechtbank vindt het hof de vele media-aandacht geen reden voor strafvermindering. Die is inherent aan de functie, vindt het hof. Wel heeft het hof er rekening mee gehouden dat de marktmeesters ontslagen zijn en de behandeling van de zaak lang op zich heeft laten wachten. De straf viel nog lager uit omdat de marktmeesters aan het begin van hun loopbaan in een cultuur terechtkwamen waarin het aannemen van steekpenningen al bestond. Ze hebben volgens het hof geen weerstand kunnen bieden aan de groepsdruk en de corrupte marktcultuur.
