PlusReportage
Buurtcamping strijkt neer in Oosterpark: ‘Hier is iedereen gelijk’
Voor de tiende keer strijken buurtcampings neer in de Amsterdamse stadsparken. In het Oosterpark lijkt ogenschijnlijk niemand op elkaar, maar het is al gauw saamhorig. ‘Hier is iedereen gelijk.’
De tent is net aangeschaft, via Marktplaats, nooit gebruikt. Ze hebben het instructiefilmpje op YouTube zeker tien keer bekeken, maar deze vrijdagmiddag moeten Jeslin Heinze en Daryenne Bouterse eraan geloven: de tent wordt voor het eerst opgezet. “Straks gaan we nog even langs de Decathlon op de Wibautstraat, we zijn de isolatiematjes vergeten, en we willen het niet koud krijgen vannacht.”
Kamperen in een centraal gelegen stadspark: het biedt eigenlijk louter voordelen. Overal zijn kroegen, voor wie honger heeft kan er gekozen worden uit een ruim aanbod aan eethuisjes en als er toch iets echt mis zou gaan, dan is het OLVG letterlijk op een steenworp afstand.
Kamperen kun je leren
Heinze en Bouterse hebben zin in de Buurtcamping dit weekend in het Oosterpark. Het initiatief om buurtbewoners bij elkaar te brengen beleeft zijn tiende editie. Niet alleen in het Oosterpark, maar deze zomer ook in het Sloterpark, het Erasmuspark en het Gaasperpark. Aankomend weekend strijken de kampeerders neer in het Rembrandtpark.
Aan welke eisen moest de tent − hij staat er inmiddels strak bij − volgens Bouterse en Heinze voldoen? Na tien jaar deelname weet Bouterse het wel: “Makkelijk op te zetten en vooral hoog. Je moet erin kunnen staan.”
Voor Heinze is het de eerste keer kamperen in negentien jaar. “Na een totaal verregende vakantie in de Ardennen ben ik nooit meer gegaan.”
Ten minste honderd tenten staan dit weekend op het grote veld van het Oosterpark. Dat aantal lijkt veel, maar de beschikbare ruimte is enorm. Er staat van alles door elkaar: ouwe trekkerstentjes (sommige al zeker twintig jaar oud), klassieke bungalowtenten, een poepiedure Albatros van De Waard en her en der zelfs een exemplaar met een opblaasbaar geraamte.
Dwarsdoorsnede
De deelnemers aan deze editie van de Buurtcamping vormen, het is echt waar, een keurige dwarsdoorsnede van de buurt. Ouwe stadsbewoners, Surinaamse Amsterdammers, alternatievelingen en een enkel gezin met Marokkaanse roots. Luxekampeerders, jonge gezinnen die genoeg hebben gepakt voor drie weken Frankrijk en her en der een babyboomer die het niet spartaans genoeg kan.
Dat is precies de bedoeling, zegt Claudia Kool, die betrokken was bij de organisatie van de editie in Oosterpark. “De camping wordt bewoond door alle mensen die de buurt rijk is: van yuppen tot daklozen, van muurbloempjes tot druktemakers. Op een camping ben je de hele dag heerlijk buiten en is iedereen gelijk. Met die pleerol onder de arm zien we er allemaal knullig uit. Je groet de buurman en helpt elkaar een handje. Door samen de camping op te bouwen of een potje te badmintonnen, leren buurtbewoners elkaar tijdens een ontspannen vakantie in eigen stadspark beter kennen.”
Langs elkaar heen
Kinderen zorgen voor de magie, zegt Kool. “Al die verschillende kinderen spelen met elkaar, gaan hoepelen. Het maakt ze niet uit dat de een uit een gezin komt met een heel dure auto voor de deur en de ander niet. Op deze manier verbindt het kamperen allerlei soorten mensen met elkaar. En dat is belangrijk, want we willen allemaal graag leven in een prettige buurt. Een buurt waarin je elkaar kent, waarin iedereen zich veilig voelt en waar we elkaar om hulp durven vragen. Juist in deze tijd, waarin we zo makkelijk langs elkaar heen leven.”
Midden op het veld zit Edo Meijerman, die weer terug is in zijn eigen buurt. Terwijl enkele meters naast zijn tentje een vrouw op een kleedje onwaarschijnlijk hard zit te praten tegen mensen die er ogenschijnlijk niet zijn. “Ik kom uit Oost, heb hier oneindig rondjes gelopen en gesproken met vrienden. We zijn verhuisd naar Hilversum, waar het allemaal net iets ruimer is. Maar het is heerlijk om weer even in de oude buurt terug te zijn. Iedereen is hier open naar elkaar.”
Paprikachips
Even verderop zit Yassin (14) met twee vrienden. Een aantal zakken paprikachips zijn al leeg, twee grote flessen cola zullen snel volgen. Ze mogen vannacht met zijn drieën in een tentje. “Mijn vader staat daarachter met een tent. We hebben afgesproken dat hij een beetje uit de buurt blijft, dan is het net alsof we hier helemaal zonder ouders zijn.” Wat gaan ze gaan doen, bij gebrek aan wifi? “We gaan straks een potje voetballen met de buren.”