Recept van de dag
Broodpudding, om te vieren dat we in weelde leven
Culinair historica Charlotte Kleyn onderzoekt smakelijke verhalen en werkt ze graag uit in haar keuken.
‘De oorlog is afgelopen, Nederland is bevrijd en overal heerst grote vreugde,’ meldde verzetskrant De luistervink op 11 mei 1945. Maar het feesten gebeurde wat voorzichtig, door afwezigheid van ‘alcoholische stimulansen’ en omdat veel mensen door ondervoeding erg zwak waren. Het zou nog lang duren voor iedereen weer ruim te eten had. Voedselbonnen bleven tot 1952 in gebruik; koffie ging als laatste van de bon.
De geallieerden hadden tegen het eind van de oorlog voedselpakketten met ingeblikt vlees, chocolade, margarine, meel en suiker over het land gedropt. En veel mensen herinnerden zich jaren later nog haarscherp het beeld van Zweedse wittebroden die in parachutes uit de lucht vielen na de bevrijding. Alleen, dat beeld kán niet kloppen. Het meel voor de beroemde broden was in januari 1945 vanuit het neutrale Zweden gearriveerd per schip.
Bakkers bakten wittebroden van het meel en deelden ze uit: per persoon een halfje wit en een half pakje Zweedse margarine. Het zachte wittebrood smaakte na jaren brood van rogge, erwten en tulpenbollen als cake, vertelden overlevenden van de oorlog. De indrukwekkende voedseldroppings en het zoete brood versmolten zo samen tot één herinnering. (Zie voor meer info en filmbeelden de aflevering Geschenk uit de hemel van Andere tijden.)
Vieringen van Bevrijdingsdag in latere jaren versterkten dit beeld. In 1955 meldden kranten dat circa 16.000 bakkers twee dagen Zweeds wittebrood zouden bakken, ‘daarmee wil men dan tevens de voedseldroppings herdenken’. Tijdens de 5 meiviering riepen kranten lezers op ‘een zeer eenvoudige bevrijdingsmaaltijd’ te eten. ‘Dit wordt gezien als een reëel element van de herdenking en betekent tevens een ontlasting van de huisvrouw.’
Dit jaar op 5 mei geen lange tafels waaraan buurtbewoners samen de bevrijdingsmaaltijd eten. Comité 4 en 5 mei deelt wel blikken soep uit en roept mensen op gezamenlijk, maar dan thuis, te eten. Eet na de soep deze broodpudding, om te vieren dat we in weelde leven en witbrood geen extravagante luxe meer is.
Broodpudding met rabarber
Ingrediënten
250 gram rabarber, in stukjes
80 gram suiker
1 vanillestokje (of, als dat niet te krijgen is, een druppel vanille-essence)
300 ml volle melk
3 eieren
60 gram zachte boter
250 gram oud witbrood, in plakken *
* Of zet vers brood 15 minuten in een oven op 130 ºC, om uit te drogen
Bereiding
Doe de rabarber met de helft van de suiker in een steelpannetje en laat al roerende 5 minuten pruttelen. Draai het vuur uit.
Snijd het vanillestokje in de lengte doormidden, schraap het merg eruit en doe inclusief het stokje met de melk en de rest van de suiker in een pannetje. Breng aan de kook en draai het vuur uit. (Gebruik je vanille-essence? Dan is verwarmen niet nodig.) Klop de eieren in een kom en voeg al kloppende de melk toe.
Vet een niet de grote ovenschaal in met boter en besmeer het brood aan beide kanten met boter. Beleg de bodem van de schaal met brood (snijd eventueel bij). Verdeel er wat rabarber met siroop over en overschenk met wat melkmengsel. Maak zo nog een of twee lagen, eindig met het melkmengsel. Laat een halfuur staan.
Verwarm de oven voor op 180 ºC. Bak de pudding in 25-30 minuten gaar.