PlusReportage
Bouwvakkers werken door: ‘Zolang het van Rutte mag’
Terwijl het normale leven tot stilstand komt, lijkt het grootste deel van de bouwvakkers gewoon door te werken. Hoewel: ‘Vooral werk achter de voordeur wordt massaal stilgelegd.’
Met zijn tweeën dicht op elkaar gaan ze niet meer staan werken. Wat dat betreft is de verbouwing van de woning in de Linnaeusstraat een goeie klus, zegt de bouwvakker die niet met zijn naam in de krant wil. “We doen hier de hele woning, dus we hebben het verdeeld: de ene doet de ene kamer, de andere blijft zoveel mogelijk uit de buurt.”
Even verderop in de Newtonstraat treffen twee Poolse klusjesmannen voorbereidingen om een kamer te stuken. Zij zijn gipsplaten tegen het plafond aan het schroeven. Terwijl de een de gipsplaat vasthoudt, bevestigt de ander die razendsnel. Beide mannen hebben mondkapjes op. “Je probeert je toch zo goed mogelijk te beschermen, want we staan hier zo ongeveer tegen elkaar aan te werken.”
Elders in de stad lijkt het werk ook door te gaan. Voor CS wordt - het voelt inmiddels alsof ze er al jaren bezig zijn - zelfs met man en macht gewerkt aan het tramspoor. Tientallen bouwvakkers zijn aan het lassen, monteren en rijden in de rondte met zwaar materieel. Het maakt onderdeel uit van de Rode Loper, de toegang tot de stad van het station. Een van hen: “In de buitenlucht loop je natuurlijk geen risico.”
Terwijl de stad langzaam maar zeker tot een totale stilstand lijkt te komen en de ene na de andere winkelketen de deuren sluit, werken de bouwers zo op het oog gewoon door. Bas Nopens, een loodgieter die aan het werk is op de Hoogte Kadijk, zegt dat hij eigenlijk ook geen andere keuze heeft. “Ik ben zzp’er: als ik niet werk, komt er geen geld binnen. Zolang het van Mark Rutte mag, blijf ik dus werken.” En als Rutte besluit tot een lockdown? “Dan stop ik natuurlijk, dit is geen moment om je kop in het zand te steken. Maar dan ben ik wel zuur.”
Bouwend Nederland, de vereniging voor bouw- en infrabedrijven, maakt zich echter zorgen. Een woordvoerder van de organisatie zegt dat veel ‘werk achter de voordeur’ wordt afgeblazen uit angst voor het coronavirus. “Werk in kantoren, plaatsingen van slimme elektriciteitsmeters: het wordt allemaal op grote schaal stilgelegd. We zien ook dat er buiten nog wel activiteiten zijn.”
Bij het stadsdeelkantoor in Oost wordt nog wel achter de voordeur gewerkt. Zes mannen strippen een ruimte en zitten ‘s middags tijdens de schaft in het zonnetje enorme hoeveelheden boterhammen weg te werken. Normaal zitten ze zeker ook al niet bij elkaar op schoot, zegt er een. “Maar nu zijn we toch echt een eind uit elkaar gaan zitten. Tijdens het werk kom ik al vaak dichterbij dan ik eigenlijk zou willen.” Onveilig voelen zij zich niet, zeggen ze. “Wij zijn jong. Als we ziek zouden worden, overleven we het wel.”
Mondkapje
De verkeersregelaar op de Oostenburgergracht maakt zich meer zorgen. Hij leidt het verkeer veilig langs de werkzaamheden aan het trottoir, maar heeft zijn capuchon tot diep over zijn voorhoofd en draagt een geavanceerd mondkapje. “Ik zorg dat de mensen veilig in- en uit de bus kunnen stappen, maar dan lopen ze steeds vlak langs je heen. Ik wil niet ziek worden, dus dan maar zo. Ik zal blij zijn als het allemaal weer gewoon is.”