Amstelvener was chauffeur vluchtauto bij liquidatie Badloe

Dat bleek donderdagochtend tijdens een regiezitting in de zaak van Reza J. en Denzel D.

'Timon' Badloe, die officieel Ajai als voornaam droeg, werd in november vorig jaar doodgeschoten toen hij in zijn auto stapte voor zijn huis aan de Apolloburg in Nieuwegein. Badloe, die ook wel bekend was als 'Chico', was actief in het criminele milieu, in het verleden naar verluidt vooral in de cocaïnehandel.

Kort na de liquidatie van Badloe gingen in het Utrechts-Amsterdamse criminele milieu allerlei theorieën over het motief voor de moord.

Reza J. en Denzel D., beiden 24, werden kort na de liquidatie door een arrestatieteam aangehouden in Amsterdam Zuidoost, na een wilde achtervolging over de A2.

Spits
Nadat Badloe was doodgeschoten, vluchtten de schutters weg in een auto die ze in Vleuten in brand staken. Vermoedelijk stapten ze daar in een tweede auto, waarmee ze vervolgens via de provinciale weg naar de A2 reden. Daar kwamen ze in de ochtendspits terecht. Met hoge snelheden en over de vluchtstrook probeerden de inzittenden van die auto te ontkomen.

Vlakbij het AMC kon een arrestatieteam de auto van de weg rijden, waarna J. en D. konden worden aangehouden. In de auto lagen de kentekenplaten van de in Vleuten brand gestoken vluchtauto.

Later bleek dat kruitsporen op kledingstukken is aangetroffen. In de navigatieapparatuur in de auto stond het adres van Badloe ingevoerd.

undefined

Bodybuildgala
Denzel D., die voor het eerst sinds de moord een verklaring aflegde, gaf een heel ander scenario voor dat bewijs. Hij ontkent dat hij wist dat Badloe zou worden doodgeschoten. Hij zegt dat hij dacht mee te werken aan een ripdeal (drugsdiefstal).
Volgens D. werd hij enkele weken voor de liquidatie op een bodybuildgala benaderd om Badloe van drugs te beroven.

Daar vertelde iemand hem dat Badloe '20 kilo cocaïne per week zou verhandelen'. Met ripdeals had D. al enige ervaring, zo zei hij. "Het doel is de tas te pakken te krijgen en soms komt het dan tot een worsteling, maar meer meestal niet."

Eerdere ripdeals waren D. aardig afgegaan vertelde hij de rechtbank, al was het al eens gebeurd dat de beroofde criminelen na een diefstal naar hem op zoek waren gegaan.

Ditmaal besloot D. naar eigen zeggen na een eerste voorverkenning van Badloes omgeving dat hij niet wilde meewerken, maar toen hem later zou zijn gevraagd om alleen een vluchtauto te rijden, stemde hij toch in. Hij zou twintigduizend euro krijgen voor zijn aandeel in het stelen van een partij cocaïne met een geschatte waarde van vier ton.

Op de dag dat Badloe werd doodgeschoten, stond D. volgens afspraak te wachten in een auto op een parkeerplaats op de Componistenlaan in Vleuten.

D.: "Toen zag ik ineens meneer J. aankomen. Hij stapte bij mij in, nadat hij de auto had 'gefikt' (in brand gestoken)."

Geen namen
Dat bleek de auto te zijn die kort daarvoor bij de liquidatie van Badloe was gebruikt. Denzel D. houdt stug vol dat hij niet wist dat Badloe zou worden doodgeschoten.
D. wil niet zeggen wie de mensen zijn met wie hij sprak over de diefstal van de 'blokken' cocaïne. "Nu blijkt dat ik met moordenaars te maken heb gehad, dus ik noem geen namen." Wel is duidelijk dat hij kort voor de actie een versleutelde PGP-telefoon ontving, zodat hij met anderen kon communiceren.

D.'s medeverdachte Reza J. blijft ontkennen dat hij iets met de moord op Badloe te maken heeft. De zaak wordt later inhoudelijk behandeld.