27 doden bij etnisch geweld in westen China
In de West-Chinese provincie Xinjiang zijn woensdag zeker 27 doden gevallen door etnisch geweld. De gewelddadigheden begonnen volgens meldingen van het staatspersbureau Xinhua in de afgelegen plaats Luqun. Daar vielen met messen bewapende leden van de inheemse bevolking politiebureaus en andere gebouwen van het centrale gezag aan.
Negen politieagenten en acht burgers zijn door de aanvallers gedood. De politie opende het vuur op de belagers en doodde daarbij tien mensen.
In de omstreden regio zijn vaak botsingen tussen de Oeigoeren en etnische Chinezen. De Oeigoeren zijn de oorspronkelijke inwoners van Xinjiang, een autonome provincie in het noordwesten van China. De meeste Oeigoeren zijn islamitisch en spreken een taal die verwant is aan het Turks. Ze klagen over discriminatie en onderdrukking door de Han, de belangrijkste bevolkingsgroep in China. China probeert de onrust te bedwingen. In 2009 kwamen bijna 200 mensen om het leven door onlusten.
De grote uitbarsting in 2009 begon op 5 juli. In de aanloop naar die datum is men begonnen met een campagne om de veiligheid te vergroten, zegt NOS-correspondent Marieke de Vries op Radio 1. Zo wordt er gecontroleerd op illegaal wapenbezit. 'De spanningen lopen verder op in de aanloop naar 5 juli.'
Weer doden bij rellen in moslimregio: “@AFP: Riots in China's ethnically-divided region of Xinjiang kill at least 27 http://t.co/806wHQ2ujd”
— marieke de vries (@MariekeNOS) June 26, 2013