PlusPortretten
Zij hebben long covid door hun baan in de zorg: ‘Je fout toegeven, hoe lastig is dat nou?’
De rechter in Den Haag bepaalt woensdag of zorgmedewerkers met long covid recht hebben op compensatie. FNV en CNV vinden dat de staat hen in 2020, tijdens het eerste jaar van de pandemie, niet voldoende heeft beschermd. Gedupeerden blikken vooruit.
‘Ze hebben ons laten vallen’
Hoe deze rechtszaak voelt? Heel wrang, zegt ambulancemedewerker Roy van Oorschot (29) uit Rosmalen. “Ze laten ons vallen, dat idee krijg je. Zelf liep ik de benen onder mijn lijf vandaan om anderen te helpen, andersom heb ik dat gevoel nu helemaal niet. Ik heb een groot deel van mijn salaris ingeleverd, mijn gezondheid. Gaat de overheid mij nu ook helpen?”
In 2020 kreeg Roy corona – hij vermoedt tijdens zijn werk. Hij werkt al drie jaar niet meer. De auto ging noodgedwongen de deur uit. Zijn dag vult hij met het uitlaten van de honden, koken voor zijn vriendin. “Kleine dingen, om het leven toch leuk te houden. Gelukkig lukt dat steeds beter.” Een psycholoog hielp daarbij. “Ik bracht weken tussen bank en bed door, dat was alles wat ik kon. Dan valt het niet mee om in de toekomst te blijven geloven. Nu lukt dat weer. Ooit komt het weer goed, voor mij en al die anderen met long covid.” Of de uitspraak daarbij helpt, weet hij niet. “Ik had wel het gevoel dat de rechter ons begreep, maar of hij in kort geding ook uitspraak wil doen over deze kwestie? We zullen zien.”
‘Er zijn fouten gemaakt waardoor wij onbeschermd ons werk deden’
Het is 11.50 uur als ambulancemedewerker Roger Schleipen (51) uit Maastricht opneemt. Wat hij aan het doen is? “Ik zit rustig, bereid me voor op de dag. Ochtenden en avonden zijn het lastigst. Het is echt zoeken, kijken en doseren wat je kunt doen.”
Een deel van zijn energie gebruikt Schleipen om genoegdoening te zoeken voor de gevolgen van zijn coronabesmetting. Hij ging van werkgevers naar verzekeraars, van Kamerleden naar ministers, van het kastje naar de muur. En nu staat hij dus voor de rechter, om geld te eisen van de overheid. “Aan het begin van de pandemie zijn fouten gemaakt, waardoor wij onbeschermd ons werk deden. Mijn leven staat daardoor op zijn kop. Is het nou zo lastig om dat toe te geven, sorry te zeggen en mensen te helpen?” Het maakt hem boos. “Als we met de minister of coalitie-Kamerleden praten, zeggen ze dat ze zoveel respect voor ons hebben, maar als puntje bij paaltje komt vertragen ze de boel en komen ze niet over de brug. Zo gaat het al heel lang.”
‘Mensen vinden long covid niet interessant’
Wat verpleegkundige Tjarda van der Meer-Hartstra (43) uit Hardegarijp allemaal kwijtraakte? “Nou, in de eerste plaats mijn werk, ik ben ontslagen. Eind deze maand is mijn afscheidsfeestje. Ook mijn collega’s ben ik kwijt. Ze proberen wel contact te houden, af en toe spreken we af. Maar dat kan dan niet te lang duren.”
Ze deed er alles aan om niet besmet te raken, in 2020. “We gingen niet naar feestjes en verjaardagen. Eind december kreeg ik toch corona, ik denk op mijn werk. Er is nu sprake van dat de overheid alleen mensen wil compenseren die in het voorjaar besmet zijn geraakt. Dat vind ik onterecht: ik was nog niet gevaccineerd, en er waren in de tweede golf ook niet altijd voldoende beschermingsmiddelen.” In de toekomst hoopt ze weer beter te worden, maar terug naar het ziekenhuis in Drachten waar ze werkte? Ze twijfelt. “Zoals ik nu ben, ben ik echt een gevaar voor de afdeling. Ik kan niet goed tegen prikkels, vergeet van alles. Als verpleegkundige moet je veel onthouden en snel schakelen.”
Eigenlijk, zegt ze, is ze in zekere zin ook haar leven kwijt. “Iedereen gaat door, en jij staat stil, zo voelt het. Veel mensen vinden long covid ook helemaal niet interessant. Als je erover begint, praten ze er gewoon overheen. Het voelt soms alsof ik me moet verdedigen. Daar heb ik lang niet altijd de energie voor.”
‘Mijn vertrouwen is geschonden’
Af en toe gaat Dick Zeelenberg (55) uit Zwaag, medewerker van een instelling voor gehandicapten, naar de dagbesteding waar hij vroeger werkte. “Dan help ik een uurtje, daarna ga ik naar huis, op bed liggen. Dan ben ik echt moe.” Of pas, toen zijn broer 50 jaar werd, ging hij naar het feestje. “Ik ben drie keer 10 minuten binnen geweest, met oordoppen in. Daarna ging ik zwalkend naar huis, terwijl ik alleen een Spa rood op had.”
Long covid trekt kortom nogal een wissel op hem. “Ik heb gelukkig een fijne vrouw en drie lieve jongens, daar ben ik echt dankbaar voor. Fysiek gaat het ook weer beter, ik kan weer fietsen en hardlopen. Maar mijn geheugen, mijn concentratie, dat is nog steeds even slecht. Ik laat het gas openstaan, raak mijn fiets kwijt, je kunt het zo gek niet bedenken.” Met spanning kijkt Dick uit naar de uitspraak van de rechter. Niet zozeer vanwege het geld, al is een steuntje in de rug welkom. “Het gaat vooral om de erkenning en rechtvaardigheid. En om mijn vertrouwen in de overheid. Dat is geschonden.”
Een wet uit 1900
Niet alleen zorgmedewerkers liepen door hun werk long covid op. Neem onderwijzers en politieagenten. Ook zij oefenden een essentieel beroep uit en kwamen daardoor in aanraking met het virus. Kunnen zij ook ergens aanspraak op maken? “Misschien dat dat een volgende stap kan zijn,” zegt Joost Veldt, zorgbestuurder bij CNV. “Ik kan me voorstellen dat andere beroepsgroepen er zo naar kijken.”
Arvin Kolder, bijzonder hoogleraar personenschade aan de Rijksuniversiteit Groningen, stelt dat het ‘arbitrair’ is om een regeling voor één beroepsgroep te maken. “Het is begrijpelijk dat je ergens moet beginnen, maar als je mensen insluit, sluit je automatisch ook mensen uit.”
Dát het zo ingewikkeld is om tot een goede regeling te komen, heeft alles te maken met de manier waarop aansprakelijkheid op de werkvloer in Nederland in elkaar zit, zegt Kolder. “Als dat goed geregeld was, waren dit soort rechtszaken niet nodig. De wet die dit bepaalt stamt nog uit 1900. Toen waren er nog geen beroepsziekten zoals burn-outs, rsi en ook geen long covid. Het vergoedingssysteem is daarna telkens ad hoc aangepast, waardoor het nu verbrokkeld en inconsistent is. Voor de één geldt dit, voor de ander dat.”
De oplossing volgens Kolder: een compleet nieuwe wet, met een verplichte vorm van verzekering tegen arbeidsgerelateerde schade én een lijst van erkende beroepsziekten, waardoor mensen veel beter weten waar ze aan toe zijn en gelijk worden behandeld. België kan daarbij als voorbeeld dienen. “We hebben het hier gewoon niet zo goed voor elkaar. De overheid moet daar echt werk van maken.”