Nieuws
Ziekenhuizen bekijken welke patiënt met zorg op afstand naar huis kan – en wil
Tientallen ziekenhuizen onderzoeken donderdag of patiënten die op de spoedeisende hulp binnenkomen met zorg op afstand naar huis kunnen. Artsen willen weten wat er nodig is om opname – en dus extra werkdruk – te voorkomen.
Tijdens de pandemie overspoelden coronapatiënten de ziekenhuizen. Om de capaciteit overeind te houden mocht een deel van de patiënten eerder, met zuurstof en meetapparatuur, naar huis. Het ziekenhuis hield deze groep op afstand in de gaten. Als de gezondheid achteruitging, konden de patiënten alsnog worden opgenomen.
Artsen van het Maastricht Universitair Medisch Centrum (MUMC) en het Leiden UMC zien kansen om meer patiënten die op de spoedeisende hulp binnenkomen zulke zorg op afstand te bieden. Om te weten welke patiënten in aanmerking komen, loopt donderdag een groot onderzoek in meer dan 35 ziekenhuizen. In Amsterdam gebeurt dat bijvoorbeeld op de twee posten van de spoedeisende hulp (SEH) van Amsterdam UMC: locatie VUmc (De Boelelaan in Zuid) en locatie AMC (Meibergdreef in Zuidoost).
Digitale middelen
Een groot deel van de patiënten die op de spoedeisende hulp binnenkomt, krijgt een vragenlijst voorgelegd. Daarin kunnen ze aangeven of ze naar huis zouden willen met zorg op afstand én of ze daar de juiste digitale middelen voor hebben, zoals een smartphone en internetverbinding. Een andere vraag is of de patiënten zich daartoe veilig voelen en of ze er ondanks hun ziekte de energie voor hebben.
“We zien bijvoorbeeld dat mensen die chemotherapie krijgen regelmatig met koorts binnenkomen,” zegt internist Patricia Stassen van het Maastricht UMC. “We nemen ze vaak uit voorzorg op om hun toestand in de gaten te houden, maar misschien kan en wil de patiënt wel naar huis.” In Amsterdam UMC worden SEH-patiënten ondervraagd die vallen onder de specialismen interne geneeskunde, maag-darm-lever-ziekten, reumatologie en longziekten.
Druk op de zorg
Telemonitoring of zorg op afstand kan ervoor zorgen dat patiënten eerder naar huis gaan. Er bestaan allerlei hulpmiddelen en apps om temperatuur, hartslag, saturatie en andere waarden vanuit het ziekenhuis te meten bij een patiënt thuis. “Er is een grote druk op de zorg,” zegt Geert Groeneveld, internist in het Leiden UMC. “Zorgverleners gaan het ontzettend druk krijgen, dus we moeten kijken hoe we slimme technologie kunnen inzetten om het behapbaar te houden.”
Twee derde van de patiënten die op de SEH binnenkomt en door internisten wordt gezien, wordt daadwerkelijk opgenomen. Ouderen hebben daarin een belangrijk aandeel. Bij hen speelt vooral de vraag of ze digitale middelen kunnen bedienen als ze acuut ziek zijn én of ze de benodigde middelen überhaupt hebben.
Betere organisatie
De onderzoekers hopen bij zo’n duizend patiënten te kunnen analyseren of slimme technologie hen uit het ziekenhuis had kunnen houden. Ook de patiënten die een dag eerder op de afdeling belandden en wél zijn opgenomen, krijgen een vragenlijst voorgelegd. Zij kunnen aangeven of ze naar huis hadden gekund en wat ze daarvoor nodig hadden gehad. “Als we beter weten wanneer we mensen thuis kunnen houden en of patiënten dit ook willen, kunnen we die zorg thuis beter organiseren,” aldus Stassen.
In Amsterdam UMC wordt de studie gecoördineerd door Jonne Sikkens, internist acute geneeskunde. “We hebben als Amsterdam UMC een goede reputatie op het gebied van dit soort snelle studies binnen de acute geneeskunde. Ik ga ervan uit dat ook dit een succes wordt.”
Op dit moment zijn er zes SEH’s in de regio Amsterdam: AMC, VUmc, OLVG Oost, OLVG West, BovenIJ en Amstelland. Twee daarvan – VUmc en vermoedelijk OLVG Oost – gaan op termijn sluiten. JA21 stelde onlangs vragen aan burgemeester Halsema over de kwaliteit van de spoedeisende hulp van VUmc.
De resultaten van het onderzoek worden in het voorjaar verwacht.