PlusNieuws
Wie zitten er in het Nederlandse reddingsteam naar Turkije, en wat gaan ze doen?
Het Nederlandse gespecialiseerde reddingsteam Urban Search and Rescue (Usar) is razendsnel afgereisd naar het aardbevingsgebied in Turkije om op zoek te gaan naar overlevenden onder het puin. Wie zitten er in het reddingsteam, en hoe gaan ze te werk? ‘Iedere minuut telt.’
Lang niet elk land heeft er een: een zogenaamd Usar-team (Urban Search and Rescue-team), gespecialiseerd in het bevrijden van mensen die bij een ramp bedolven zijn geraakt onder puin.
Het Nederlandse team, dat al zo’n twintig jaar bestaat, werkt in rampgebieden samen met lokale hulptroepen en andere internationale hulporganisaties. “Onze speurhonden en technologische innovaties zoals een gasdetector of een infraroodcamera lokaliseren waar iemand ligt. Op die plek gaan we aan de slag met bouwkundigen om puin weg te halen,” zegt Jop Heinen, teamlid van Usar.
Usar is een samenwerkingsverband tussen een aantal Nederlandse hulporganisaties: politie, brandweer, ambulancediensten en Defensie. De pakweg 150 leden voegen ieder vanuit hun eigen discipline iets toe aan het team.
Indien nodig kan het Usar-team bliksemsnel bijeengeroepen worden: binnen vier uur moet een team paraat kunnen staan in Nederland, voor het buitenland geldt 24 uur. Nederland is een van de weinige landen ter wereld dat een dergelijk team kan inzetten bij grote rampen.
Eigen tentenkamp
Maandag is het team, dit keer 64 man sterk en vergezeld van 8 reddingshonden, dus razendsnel afgereisd naar Turkije, dat in de nacht van zondag op maandag getroffen is door een aardbeving met een kracht van 7,8 op de schaal van Richter.
“Prioriteit is om zo snel mogelijk op zoek te gaan naar waar overlevenden zich bevinden onder het puin,” aldus Heinen. “Iedere minuut telt.” Heinen is ten tijde van schrijven met het team nog onderweg naar Hatay, de zuidelijkste provincie van Turkije die zwaar getroffen is door de bevingen. “In afstemming met lokale autoriteiten is besloten dat de hulp daar het hardst nodig is.”
Het team heeft een vrachtvliegtuig vol materieel mee: gereedschap zoals slijptollen en betoncrushers om door gewapend beton te boren, microfoons om mensen te zoeken onder puinbergen en materiaal om van grote hoogte te kunnen afdalen. Ze hebben zelfs een eigen medisch team beschikbaar, maar slachtoffers worden voornamelijk overgedragen aan de ambulances en ziekenhuizen in het land zelf.
Het team heeft bovendien een eigen tentenkamp, eten, drinkwater en toiletten mee zodat ze compleet zelfvoorzienend zijn. “Onze operaties duren doorgaans rond de zeven dagen. De overlevingskansen nemen met de dag af, het is van groot belang dat we zo snel mogelijk van start kunnen gaan,” zegt Heinen.
Rampgebied
Heinen: “We hebben nog geen oog op het rampgebied zelf, maar we zien onderweg al veel schade van de aardbeving. Doordat meerdere gebouwen zijn ingestort liggen er brokstukken op de weg en het verkeer is druk, wat het moeilijk maakt om de bestemming te bereiken.” Het team verwacht dinsdag in de middag aan te komen.
Het Nederlandse team werkt samen met reddingsorganisaties van over de hele wereld. Het team dat het eerst ter plaatse is neemt de leiding, vertelt Heinen: “Momenteel is Zwitserland al aanwezig. Zij zetten de boel op, evalueren het en maken een plan. Vervolgens verdelen we het werk.”
Het reddingswerk is nooit zonder risico. “We moeten continu rekening houden met veiligheidsissues zoals instortingsgevaar en kans op naschokken. Elk gebied is uitdagend op zijn eigen manier, maar daar zijn we voor opgeleid,” aldus Heinen.
Het Usar-team oefent meerdere keren per jaar in deze samenstelling, zegt Heinen. “Met vier teams uit verschillende regio’s. Door deze trainingen weten we wat we aan elkaar hebben.”
Of het Usar-team wordt ingezet, wordt bepaald door het ministerie van Buitenlandse Zaken, waar de hulpverzoeken uit het buitenland binnenkomen. Momenteel is het team op humanitaire missie onder de vlag van de Europese Unie ingezet in Turkije.
Gaat het team ook naar Syrië, dat vooral in het noordwesten ook zwaar getroffen werd door de bevingen? Dat zit er voorlopig niet in, zegt Heinen. “We werken alleen in veilige landen, waar geen conflict is. En we kunnen maar op één plek tegelijk zijn.”
Eerdere acties
De laatste keer dat het Usar-team in het buitenland in actie kwam was na de gasexplosie in Beiroet in 2020. Daar is het team zeven dagen bezig geweest met het lokaliseren en redden van mensen en het bieden van humanitaire noodhulp. Eerder bood Usar al hulp op Sint Maarten, toen het eiland in 2017 getroffen werd door orkaan Irma. De laatste keer dat Usar in Nederland in actie kwam was bij een gasexplosie in 2019 in Den Haag.