Plus
Wachtlijsten in ziekenhuizen blijven lang: ‘Over inhalen praten we niet’
De wachtlijsten voor operaties blijven onverminderd lang. Ziekenhuizen moeten meer met elkaar en met zelfstandige klinieken samenwerken, vindt de Nederlandse Zorgautoriteit. En ook de patiënt kan vaker uitwijken naar een andere zorgverlener.
Het aantal patiënten dat nog op een operatie wacht, blijft tussen de 100.000 en 120.000 schommelen. Ziekenhuizen opereren net zoveel als vóór de pandemie, maar het lukt niet om in te lopen op de uitgestelde operaties.
“Ik had de hoop en verwachting dat er de afgelopen maanden zorg was ingehaald, want met omikron belanden minder mensen in het ziekenhuis. Maar ik heb nu de indruk dat dit echt de maximale capaciteit in ziekenhuizen is,” concludeert Karina Raaijmakers, directeur toezicht bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
Ziekenhuizen kampen met een aanhoudend hoog ziekteverzuim en vacatures waar niemand voor te vinden is. “Daarnaast houden ze de wachtlijsten soms teveel voor zichzelf,” stelt Raaijmakers. Hoewel zelfstandige behandelcentra 25 procent meer patiënten zien, is er volgens de NZa ruimte voor meer samenwerking.
Operatieschema in de soep
De zorgautoriteit ziet grote verschillen in wachtlijsten. Een analyse laat zien dat patiënten voor een staaroperatie gemiddeld bijna drie weken eerder terecht konden bij een zelfstandig behandelcentrum dan bij een ziekenhuis. Voor een nieuwe heup is de wachttijd gemiddeld acht weken korter en voor een vervanging van de knie gemiddeld bijna 8,5 week.
Raaijmakers: “Pas als zorgverzekeraars aangeven dat de ziekenhuizen en klinieken in alle regio’s om de tafel zijn gegaan en écht niet meer kunnen doen, geloof ik dat we de maximale capaciteit benutten. Nu denk ik dat er best nog ruimte is om wachtlijsten in te lopen.”
De druk zit nog steeds op onder meer heup- en knieoperaties, staar, liesbreuken en urologische ingrepen. “Het is nu zo kwetsbaar, over inhalen praten we niet. Het is al moeilijk om de reguliere zorg op peil te houden,” erkent Bart van Bezooijen, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Urologie.
Zelf maakte de uroloog vorige week nog mee dat twee verpleegkundigen van de verkoeverkamer zich ziek meldden en het operatieschema van die dag ‘in de soep liep’. “Ik denk dat de wachtlijsten een nieuw gegeven zijn en dat het verwachtingspatroon van mensen moet veranderen. Voor inhaalzorg is extra tijd, personeel en geld nodig.”
Niet uitwijken
Ook Bert van Drunen, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie, ziet dat inhalen niet lukt. Vooral patiënten met hand- en polsproblemen staan op wachtlijsten, evenals vrouwen die wachten op een borstreconstructie. Nu het aantal coronabesmettingen weer oploopt, verwacht Van Drunen niet dat de wachtlijsten zullen verbeteren. “Zolang iedereen die corona heeft thuis moet blijven, houden we dit probleem. We merken nu al dat operaties uitvallen doordat personeel corona heeft.”
Overigens vermoedt de NZa dat de wachtlijsten voor een deel lang blijven, doordat niet alle patiënten naar een andere zorgverlener willen uitwijken. Raaijmakers: “Sommige patiënten hechten aan hun bekende ziekenhuis en zorgverlener. Zij kiezen er bewust voor om op de wachtlijst te blijven.”
Dat constateerde ook het Zwolse Isala Ziekenhuis. Dat belde recentelijk alle patiënten op de wachtlijst (een kleine zevenduizend) na om ze eventueel te helpen bij een overstap naar een ander ziekenhuis. Een groot deel gaf echter aan op de wachtlijst van het Isala te willen blijven.
Opereren op zaterdag
Om toch zo veel mogelijk patiënten te kunnen helpen, zoeken ziekenhuizen zelf naar efficiëntere werkwijzen, zo blijkt uit een rondgang. “We werken samen met diverse zelfstandige behandelcentra, zoals met Cardiologie Centra Nederland,” zegt een voorlichter van Amsterdam UMC. “Maar ook met andere ziekenhuizen, zoals met het Flevoziekenhuis in Almere voor maag-darm-leverziekten.”
Universitaire ziekenhuizen zoals Amsterdam UMC zijn gespecialiseerd in hoogcomplexe zorg die zelfstandige behandelcentra en ‘gewone’ ziekenhuizen niet kunnen leveren. Door relatief eenvoudige zorg uit te besteden, kunnen universitaire ziekenhuizen hun eigen wachtlijst verkorten. Door personeelsgebrek blijft het echter sappelen. Zo is de wachttijd voor een hoogcomplexe, niet spoedeisende orthopedische operatie ongeveer een jaar.
Ziekenhuizen proberen meer personeel op te leiden en meer uren te opereren. Het Isala gaat de komende tijd vaker op zaterdagen opereren. Het Martini Ziekenhuis in Groningen heeft tot het einde van het jaar duizend extra uren in de operatiekamers gepland. Om dat te halen blijven onder meer extra operatiekamers open tijdens de herfst- en kerstvakantie.
Het Amphia Ziekenhuis in Breda opende vorig jaar een behandelkliniek waar patiënten heen kunnen voor ingrepen, zoals staar of het verwijderen van amandelen. Die patiënten kunnen dezelfde dag of na één overnachting weer naar huis. Plastisch chirurgen proberen op hun beurt meer patiënten met plaatselijke verdoving te helpen, zodat ze geen operatiekamer met bijbehorend personeel nodig hebben.