PlusExclusief
Ten slotte: Harry de Winter (1949-2023) weigerde zich neer te leggen bij het onvermijdelijke einde
Radiomaker, televisieproducent, kunstenaar: Harry de Winter was het allemaal. Amper aan zijn ‘derde leven’ begonnen overleed hij dinsdagavond 7 maart op 73-jarige leeftijd.
Harry Jacob de Winter was nog maar net aan zijn derde leven begonnen toen bij hem longvlieskanker werd geconstateerd, ook wel bekend als asbestkanker. In één klap was hij zondagskind af. Zijn zoon vroeg hem of hij nog een bucketlist had voor de tijd die hem nog restte, maar dat was niet zo, vertelde hij in het AD. “Ik heb mijn hele leven al gedaan wat ik wilde. Dat is het voordeel van geld hebben.”
“Zonder Adolf Hitler was jij nooit geboren,” kreeg De Winter als kind te horen, en dat was een navrante uitspraak voor de zoon van twee Joodse ouders die Auschwitz hadden overleefd. Zijn vader Max verloor zijn vrouw en baby in het vernietigingskamp, zijn moeder Bertine haar verloofde Harry. Ze trouwden na de oorlog en kregen twee kinderen: Harry en Micha, die hoogleraar pedagogiek werd. De Winter: “Er werd wel over de oorlog gesproken thuis, maar zodra het te diep ging, zei mijn vader: ik ga even een eitje bakken.”
De Winter groeide op in Oss, waar zijn vader als chemicus bij Organon in de jaren zestig de anticonceptiepil uitvond. Een progressief gezin, vertelde hij in het AD. “Verbeter de wereld en begin bij jezelf, was hun motto. Ze leerden ons ook dat kritisch praten over Israël natuurlijk niet hetzelfde is als antisemitisme.”
Popart totempaal
Als puber raakte hij in de ban van Marcel Duchamp en Andy Warhol. “Ik wilde per se kunstenaar worden,” zei hij vorig jaar in Het Parool. “Op de middelbare school deed ik zelfs mee aan een hobbytentoonstelling. Mijn moeder heeft het krantenknipsel nog: ‘Tweede prijs voor popart totempaal van Harry de Winter.’”
Omdat zijn tekentalent tekortschoot, werd het voor De Winter geen kunstacademie, maar – na anderhalf jaar kibboets in Israël – een studie economie aan de Universiteit van Amsterdam. ’s Ochtends dook hij in de boeken, ’s middags speelde hij gitaar in het Vondelpark. Toen hij als dj op studentenfeesten draaide, werd hij ontdekt door de NCRV en in 1975 kreeg hij zijn eigen radioprogramma, Filter, dat op televisie een vervolg kreeg in De Filter Furore Show.
Nadat de omroep twee jaar later zijn programma had geschrapt – er hing te veel een wietlucht omheen, zei De Winter – richtte hij zijn eigen productiemaatschappij op, IDTV. Dat groeide uit tot de op Endemol na grootste tv-producent van Nederland. Hij maakte naam met concertregistraties van artiesten als U2, Madonna, Prince, Pink Floyd en Fleetwood Mac.
Zijn grootste eigen hit was Lingo, waarvan hij de rechten in de Verenigde Staten had verworven. De Winter verkocht het spelletjesprogramma aan veertig landen en met de opbrengst financierde hij alom geprezen dramaseries als Oud Geld en Pleidooi en programma’s als Taxi, Wie is de Mol?, Triviant en Boggle. “We waren een echt Amsterdams bedrijf en we zetten ons af tegen dat tuttige Hilversum,” zei De Winter over die periode. “We waren jong, hip en een beetje anarchistisch. Het paste bij die tijd.”
Wintertijd
Met een van de hoofdrolspeelsters uit Pleidooi, Yvonne van den Hurk, kreeg De Winter, die uit een eerder huwelijk twee kinderen had, een relatie. Ze richtten WinterSpelen Theaterproducties op, dat verantwoordelijk was voor voorstellingen als De vagina monologen. Maar muziek bleef zijn grote liefde: in het tv-programma Wintertijd, dat hij voor verschillende omroepen maakte, liet hij schrijvers en artiesten aan de hand van hun muzieksmaak hun biografie vertellen. In de 185ste en laatste aflevering, vorig jaar april, stond De Winter zelf centraal.
In 1996 verkocht De Winter IDTV voor zestig miljoen euro, maar hij ging allesbehalve op zijn lauweren rusten. Zo verbond hij zich in de jaren die volgden aan tv-zender Het Gesprek en zette hij een online radiostation op, 40Up, wat ook de naam was van de feesten die hij overal in het land organiseerde. Met zijn nieuwe bedrijf Sarphati Media maakte hij vanaf 2012 documentaires als De keuken van Westerbork, De zorgwaakhond en Panorama Pijbes.
Uit ergernis over de conservatieve kringen die het debat over Israël domineerden, richtte De Winter in 2001 met Anneke Mouthaan de stichting Een Ander Joods Geluid op, dat kritiek op de Israëlische regering niet uit de weg ging en een vreedzame oplossing van het conflict met de Palestijnen propageerde.
Derde leven
Nadat hij eind 2019 Sarphati Media had verkocht, begon De Winter aan zijn derde leven; hij beschouwde zijn school- en studietijd als zijn eerste. In zijn drie ateliers – op Bonaire, in Amsterdam en in Spanje – maakte hij diorama’s, kistjes die hij vulde met spullen die hij in de loop der jaren had verzameld op rommelmarkten en veilingen. De tableaux vivants waren vaak politiek geïnspireerd, afwisselend grimmig en humoristisch. In Het Parool: “Ik ben altijd op zoek naar wrijving: tussen vrijheid in Israël en de bezetting van een ander deel van het land, tussen Ken en pornografie, tussen schoonheid en Hitler. Ik lees dagelijks zes kranten en dat zie je terug.”
Niet lang daarna werd bij hem ongeneeslijke asbestkanker ontdekt. Maar De Winter weigerde zich bij het onvermijdelijke einde neer te leggen. Hij bleef reizen en creëren, want: “De zin van het leven is het leven van begin tot het eind leven.” Dus bleef hij kunst maken, wat vorig najaar uitmondde in een tentoonstelling in de Beurs van Berlage. “Sta ik daar in mijn blote kont,” zei hij in Het Parool. “Iedereen komt natuurlijk met een oordeel. Maar ik heb besloten dat het leven te kort is voor spijt. En of ik kunstenaar ben, mag het publiek bepalen.”