PlusAchtergrond
Slecht nieuws voor de belastingbetaler: centrale banken dreigen in het rood te duiken
Door de recente renteverhogingen zitten centrale banken als DNB ineens krap bij kas. Het kan zijn dat de belastingbetaler daarvoor opdraait.
Kan een centrale bank, een instantie die toch een beetje boven de hele economie hangt, zelf óók verlies draaien? Zeker. Sterker nog, dat gaat de komende jaren waarschijnlijk volop gebeuren in de eurozone.
Zo maakte de Europese Centrale Bank (ECB) in 2022 voor het eerst in vijftien jaar een keer geen winst, bleek donderdag uit de jaarcijfers. Voor de komende jaren worden forse verliezen verwacht. Ook een aantal nationale centrale banken, waaronder De Nederlandsche Bank (DNB), komt de komende jaren waarschijnlijk behoorlijk in het rood te staan.
Wat als de verliezen van een nationale centrale bank te groot worden? In een uiterst geval moet de overheid dan bijspringen met een kapitaalinjectie. Dat komt in het geval van DNB dan uit de zak van de Nederlandse belastingbetaler.
De verliezen hebben alles te maken met de omslag die de ECB, zeg maar ‘de moeder’ van alle nationale banken, vorig jaar maakte met haar monetaire beleid. Vóór 2022 was de ECB vooral druk met het opkopen van schulden. Schulden van overheden en schulden van bedrijven. Dat deed de ECB om de economie te stimuleren: de inflatie was in aanloop naar de coronajaren erg laag, en de centrale bank probeerde die wat op te voeren door schuldpapier op te kopen met geld dat ze speciaal daarvoor bijdrukte.
Weinig rente betalen
Bijna al die opgekochte schuld belandde op de balans van alle nationale centrale banken, zoals DNB. Die ontvangen nu dus rente-inkomsten van de overheden en bedrijven waarvan de schulden zijn opgekocht in de afgelopen jaren.
Het probleem: die inkomsten zijn niet zo groot. De leningen waren vooral opgekocht tussen 2015 en 2021, een periode waarin de rente heel erg laag was. Alle overheden en bedrijven wier schuld is opgekocht, hoeven dus maar weinig rente te betalen aan de centrale banken.
Terwijl de inkomsten laag zijn, stijgen de uitgaven van centrale banken sinds vorig jaar juist hard. Om de inmiddels torenhoge inflatie te bestrijden, heeft de ECB de depositorente verhoogd. Dat is de ‘spaarrente’ die commerciële banken van hun centrale bank krijgen als zij hun overtollige spaargeld van klanten daar stallen.
Sinds vorig jaar is deze depositorente al gestegen van minus 0,5 procent naar 2,5 procent, en verwacht wordt dat het ECB-bestuur dit jaar alleen maar meer rentestijgingen zal doorvoeren.
Kortom: alle oude opgekochte leningen leveren bijna geen rente-inkomsten op, terwijl de rente-uitgaven aan banken juist hard zijn gegroeid. DNB-president Klaas Knot waarschuwde het kabinet hier enkele maanden geleden al voor.
Grootste gevaar schuilt in de beeldvorming
In 2022 vielen de verliezen mee en kon DNB nog interen op een soort buffer die speciaal voor dit scenario was opgebouwd. Maar voor 2023 en 2024 verwacht Knot wel degelijk aanzienlijke verliezen. Knot sloot niet uit dat het kabinet op een gegeven moment geld zal moeten bijstorten om de kapitaalpositie van DNB gezond genoeg te houden.
Carsten Brzeski, monetair econoom van ING, denkt dat het grootste gevaar van de centralebankverliezen in de beeldvorming zit. Critici van het opkopen van schulden door de ECB, die traditioneel veel in Nederland en Duitsland te vinden zijn, hebben dan een nieuwe stok om mee te slaan.
Zij waarschuwden al voor inflatie door het overmatig stimuleren van de economie, of het gevaar dat lidstaten geen reden meer hebben om op de kleintjes te letten als de ECB alle schuld toch wel opkoopt, en nu kunnen zij ook wijzen op de verliezen die belastingbetalers eventueel moeten opvangen.
Waarschijnlijk zag Knot dit nieuwe argument al aankomen toen hij het kabinet afgelopen najaar inlichtte over DNB’s kapitaalpositie. Het ECB-beleid om vanaf 2015 veel staatsschuld op te kopen heeft de Nederlandse staatskas namelijk ook veel opgeleverd, benadrukte Knot.
Door dat massale opkopen van schuld is de rente op staatsleningen namelijk behoorlijk gedaald in die jaren. Hij schat dat die lagere rente de Nederlandse overheid tussen 2015 en 2022 maar liefst 28 miljard euro aan leenkosten heeft bespaard.