Plus

‘Schrikbarende’ conclusies in zeer kritisch advies: Den Haag heeft ‘de regio’ stelselmatig verwaarloosd

De landelijke overheid heeft achtergebleven regio’s in het land de laatste decennia stelselmatig verwaarloosd. Dat heeft geleid tot niet te rechtvaardigen verschillen en kan de Nederlandse democratie ondermijnen. Dat stellen drie adviesraden van de overheid in een gezamenlijk advies dat maandagmiddag in Veenhuizen werd overhandigd aan minister Hanke Bruins Slot van Binnenlandse Zaken.

Chris van Mersbergen
In de gebieden waar de drie adviesraden onderzoek deden, scoorde de BoerBurgerBeweging (BBB) vaak nog een stuk hoger dan het landelijk gemiddelde. Beeld Ramon van Flymen/ANP
In de gebieden waar de drie adviesraden onderzoek deden, scoorde de BoerBurgerBeweging (BBB) vaak nog een stuk hoger dan het landelijk gemiddelde.Beeld Ramon van Flymen/ANP

De drie raden onderzochten hoe de overheid in de recente geschiedenis met economisch minder welvarende regio’s is omgegaan, en wat de effecten daarvan zijn. De conclusies zijn, vinden de onderzoekers zelf ook, schrikbarend. Kort gezegd komt het erop neer dat het overheidsbeleid de verschillen tussen rijke en arme regio’s in ons land heeft vergroot. Dat heeft geleid tot ‘principieel niet te rechtvaardigen regionale achterstanden’.

Dat is een gevaar voor de toekomst van Nederland, stellen de onderzoeksraden. Inwoners van achterstandsregio’s ervaren een groot gebrek aan aandacht, begrip en respect vanuit de overheid, die daardoor gezag verliest. Dat kan het geloof in de democratie schaden, maar brengt ook belangrijke uitdagingen waar het land voor staat in gevaar, zoals de energietransitie en het stikstofprobleem.

De drie adviesraden, te weten de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli), de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) en de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS), noemen het advies ‘Elke Regio Telt!’ ‘belangrijk’ en ‘vrij uniek’. Het komt zelden voor dat adviesraden van de overheid zo lang en intensief aan een gezamenlijk advies werken. “Het onderwerp is dan ook ontzettend actueel,” zegt commissievoorzitter Jantine Kriens, Rli-lid en oud-wethouder van Rotterdam.

Vooral gekeken naar maximale welvaart

De onderzoekers concluderen dat de landelijke overheid zich bij investeringen in het land structureel heeft gericht op het bereiken van maximale welvaart. Daardoor gaat veruit het meeste geld naar gebieden die economisch al sterk zijn, zoals de Randstad en Brainport Eindhoven.

De gedachte dat de rest van het land van gunstige economische ontwikkelingen meeprofiteert, klopt niet of nauwelijks, stellen de onderzoekers. Regio’s die minder aandacht krijgen, worden juist ‘leeggezogen’. Theoretisch geschoold personeel vertrekt omdat er geen passende werkgelegenheid te vinden is, en steeds meer voorzieningen – scholen, openbaar vervoer, de huisarts – staan onder druk of verdwijnen. “De bezorgdheid in regio’s over die stapeling van problemen heeft ons echt geraakt,” zegt Kriens.

De drie adviesraden bezochten en onderzochten specifiek vijf regio’s: de Veenkoloniën in Groningen en Drenthe, Zeeuws-Vlaanderen, Parkstad Limburg, Twente en de Kop van Noord-Holland. Het zijn gebieden waar het gemiddelde inkomen lager ligt, en ook de gemiddelde gezondheid van mensen minder goed is dan in welvarend Nederland. Zo ligt de levensverwachting op sommige plekken zeven jaar lager dan in andere regio’s.

Tel daarbij het lagere voorzieningenniveau en het diep gevoelde gebrek aan aandacht op, en de slotsom stemt treurig, vindt Martijn van der Steen, bijzonder hoogleraar bestuurskunde en lid van de RVS. “Verschillen tussen regio’s kunnen mooi zijn, maar dit mogen we niet accepteren. Dit beperkt de kansen van mensen op een gezond leven en op deelname aan de samenleving.”

Randstadbril

Volgens de onderzoekers is het ‘doelmatigheidsdenken’ bij de overheid veel te ver doorgeschoten. Bovendien wordt daarbij te vaak gekeken door een ‘Randstadbril’. “Beleid kan voor de Randstad heel logisch lijken. Als het in een regio verder weg dan vervolgens heel nadelig uitpakt, wordt dat op de koop toegenomen,” analyseert Peter Wilms van de ROB. “Nog een voorbeeld: als een bedrijf verhuist van Twente naar Delft omdat daar meer personeel te vinden is, maakt dat op nationale schaal misschien niet zoveel uit. Maar op regionale schaal wél. Daar is nu veel te weinig oog voor.”

Het zou goed zijn om op bepaalde punten juist wél regionaal verschil te maken, staat in het advies. Bijvoorbeeld als het over zorg gaat. Vaak wordt in ons land daarbij de nadruk gelegd op topkwaliteit. Om dat te bereiken, wordt zorg steeds vaker geconcentreerd op grotere locaties, en die zijn zeker niet altijd gevestigd aan de randen van het land. Daarom moeten mensen daar steeds vaker verder rijden voor behandelingen en operaties, of om een naaste te bezoeken. Een trend die moet worden gekeerd, vinden de onderzoekers. “Nabijheid van zorg is ook een onderdeel van kwaliteit. Dat lijken we te zijn vergeten,” zegt Kriens.

Geen kind aan huis

Wat de onderzoekers tijdens hun herhaalde bezoeken aan de onderzochte regio’s óók constateerden: vertegenwoordigers van de rijksoverheid zijn daar bepaald geen kind aan huis. “Mensen waren verrast dat we op bezoek kwamen, en zelfs terugkwamen om door te praten over ons advies,” zegt Van der Steen. “Dat waren ze echt niet meer gewend, in veel gevallen was het al in geen jaren meer gebeurd. De overheid heeft zich echt teruggetrokken in Den Haag. Overheidskantoren in de regio zijn gesloten, zonder dat daar iets voor in de plaats is gekomen. Daardoor kent de burger in de regio de overheid niet meer, en vice versa.”

Het mag nauwelijks verrassen: in de gebieden waar de drie adviesraden onderzoek deden, scoorde de BoerBurgerBeweging (BBB) , die opkomt voor het platteland, bij de verkiezingen van 15 maart vaak nog een stuk hoger dan het landelijk gemiddelde. “Die partij raakt juist in dit soort gebieden een gevoelige snaar,” stelt Kriens. “Dat zie je terug in de uitslag, en ik ben daar niet over verbaasd. Het is juist goed dat mensen hun stem laten horen, zou ik zeggen. Ik hoop echt dat de gevestigde politieke partijen en de overheid dit signaal oppikken.”

Adviezen voor de regio’s
Er staan heel wat zorgwekkende conclusies in het advies ‘Elke Regio Telt!’. Maar de onderzoekers constateren ook iets ‘geruststellends’. “Er zijn heel veel dingen die je morgen al kunt gaan doen,” zegt Martijn van der Steen van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving. En dat moet ook, vinden de adviesraden, want de aanpak van veel problemen die ze beschrijven ‘kan niet wachten’. Ze hebben drie belangrijke aanbevelingen.

De eerste: het Rijk moet ‘de regio’ per direct een veel belangrijker onderdeel van zijn beleid maken. Daarbij gaat het om de verdeling van investeringen in bijvoorbeeld infrastructuur en culturele voorzieningen. Maar ook, zegt Peter Wilms van de Raad voor Openbaar Bestuur: “Bij elke beslissing die je als ministerie neemt, bedenken: wat zou het voor die en die regio betekenen als we dit doen? Dat zou standaard moeten gebeuren, maar het gebeurt nu vaak niet. Het besluit om de kinderhartchirurgie in Groningen (en Rotterdam, red.) overeind te houden, is een voorbeeld waarbij dat wél zo was.”

Het tweede advies: investeer in langjarige programma’s die door de regio zélf worden opgesteld, en die de brede welvaart, dus niet alleen de economische, in een gebied moeten vergroten. Eenmalige investeringen of programma’s van een paar jaar, zoals de huidige Regio Deals, hebben te weinig effect, ontdekten de onderzoekers.

De derde aanbeveling: herstel de relatie tussen ‘Den Haag’ en de regio’s, ook door daar als landelijke overheid daadwerkelijk je gezicht te laten zien. Dat kan door overheids- en kennisinstellingen in de regio te vestigen, maar het hoeft niet. “Het gaat niet per se om gebouwen,” zegt Wilms. “Je kunt dat op een 21ste eeuwse manier regelen, er zijn tegenwoordig zoveel mogelijkheden. Maar de trend om je als overheid terug te trekken uit de regio, die moet echt stoppen. Ook moeten bestuurders in de regio een aanspreekpunt in Den Haag hebben waar ze terecht kunnen. Nu worden ze vaak van ministerie naar ministerie gestuurd, zonder veel verder te komen.”

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden