PlusInterview
Ombudsman publieke omroepen Margo Smit: ‘Ongemak over de journalistiek wordt steeds urgenter’
Ongehoord Nederland wacht mogelijk een nieuwe tik op de vingers van Margo Smit, de ombudsman van de publieke omroepen. Ze wordt overspoeld met klachten, maar het probleem is volgens haar breder. ‘Het publiek denkt: het is allemaal NOS.’
Alle andere publieke omroepen spreken schande van het item van vorige week waarmee Ongehoord Nederland (ON) zich volgens hen bezondigde aan het verspreiden van racistische ideeën. Bestuursvoorzitter Frederieke Leeflang riep het Commissariaat voor de Media en de ombudsman van de NPO op tot actie, nu ‘de grens van de redactionele vrijheid is bereikt’. De directeur van KRO-NCRV maande donderdag in NRC tot ‘bestuurlijke moed’ om ON per direct uit het bestel te zetten.
Het Commissariaat neemt het voorval mee in een onderzoek naar de betrouwbaarheid van journalistieke producties, dat naar verwachting pas in het voorjaar van 2023 is afgerond. “Maar wij gaan niet over de inhoud,” aldus een woordvoerder.
Ondertussen behandelt de journalistieke ombudsman van de publieke omroepen, Margo Smit, de ruim 1850 mails van kijkers over de gewraakte uitzending, waarin beelden zaten waarop volgens presentator Raisa Blommestijn ‘blanken in elkaar worden geslagen, door negers’. ON kreeg in juni al een tik op de vingers van Smit, omdat de omroep stelselmatig journalistieke uitgangspunten had geschonden. In reactie op Smits rapport legde de NPO ON een boete op van ruim 93.000 euro.
Het Commissariaat en de staatssecretaris voor Media houden zich vooralsnog stil. Mag u de kastanjes uit het vuur halen?
Margo Smit: “De taak van de ombudsman is om te onderzoeken en te signaleren. Andere instanties zijn er om te handhaven. Daar moeten de publieke omroepen allemaal op reageren. We hebben de onderliggende waarden die de NPO moet uitdragen, zoals respect, integriteit, controleerbaarheid. Leg die waarden langs dit incident, zou ik zeggen. Zelf heb ik geen bevoegdheden om omroepen te corrigeren. Ik heb gezag, maar geen macht om een omroep te corrigeren. Ik inventariseer alle e-mails. Ik ga een nieuw rapport schrijven met mogelijk nieuwe adviezen.”
Is het risico niet dat al uw aandacht uitgaat naar ON?
“Niet als het aan mij ligt. Ik wil me niet focussen op incidenten, maar op patronen. Dingen die ik bij ON zie, zie ik ook bij andere programma’s: journalisten die niet doorvragen, meningen die als feiten worden verkondigd, mensen die zonder weerwoord mogen leeglopen. Niet met dezelfde intensiteit en frequentie als bij ON, maar toch. En het is onvoldoende duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is. Daarom gooit het publiek alles op één hoop. Dat denkt: het is allemaal NOS, van Goedemorgen Nederland tot BOOS. Wat de ene omroep doet, straalt af op alle andere.”
Het probleem is dus breder.
“Ik hoor de laatste paar jaar steeds vaker van kijkers: we geloven jullie niet meer, jullie missen signalen. Mensen voelen zich niet gehoord, willen kunnen controleren wat de journalistiek doet. Het ongemak over de journalistiek wordt steeds urgenter. Mensen vragen: geef ons iets om jullie te vertrouwen, dan geven wij geloofwaardigheid terug.”
“Mijn adagium is: de publieke omroep is ván het publiek, vóór het publiek, mét het publiek. In veel klachten die ik ontvang luidt de tweede regel: ‘en dat van mijn belastingcenten’. Daarvoor moet de journalistiek zich verantwoorden.”
Zijn alle klagers wel voor rede vatbaar?
“Er is een groep die lastig is om mee in gesprek te komen. Maar het is een vergissing ze weg te zetten als onredelijk. Er zit een kink in de lijn tussen journalistiek en het publiek. Als je de kijkers niet bereikt, gaan ze zelf op zoek naar antwoorden, op internet. Dan ben je ze kwijt, want daar vinden ze altijd wel iets dat hun wantrouwen bevestigt.”
Uw rapport van juni is gebaseerd op de journalistieke code van de NPO. ON verspreidde deze week een commentaar dat de relevantie daarvan in twijfel trekt, net als het onderscheid tussen feiten en meningen. Het lijkt alsof ON hele andere spelregels hanteert.
“De journalistieke code is voor mij toch echt het uitgangspunt. Alle omroepen, ook ON, hebben die onderschreven. Het publiek kan de journalistiek daaraan houden. De Amerikanen hebben het ooit mooi geformuleerd: zoek de waarheid, doe geen kwaad, wees transparant en onafhankelijk. Die journalistieke ethiek moet een tweede natuur worden op de werkvloer. Dat je niet iemand alle ruimte geeft, dat je niet een megafoon bent voor één belang, dat er geen belangenverstrengeling is, dat je open bent over je financiën. Hoe moeilijk kan het zijn?”
De omgang met nepnieuws is anders een worsteling. Raisa Blommestijn sprak bij ON verontwaardigd over mogelijke corruptie van RIVM-directeur Jaap van Dissel. NRC, Follow the Money en de Volkskrant reconstrueerden deze week dat de beschuldiging gebaseerd is op een document dat aan alle kanten rammelt.
“Dat is goed werk van die journalisten, dan ziet het publiek hoe media ermee omgaan. Het publiek wil dat soort dingen weten. We moeten meer op dat soort metaniveau opereren.”
Staatssecretaris kan stekker eruit trekken
Welke sancties riskeert Ongehoord Nederland (ON)? Meest vergaand is het intrekken van de licentie. Dat kan de staatssecretaris van Media doen als ON voor de tweede keer een boete van de NPO krijgt. In juli kreeg ON een boete wegens stelselmatige schenden van journalistieke uitgangspunten. Met het racisme-item riskeert ON een nieuwe geldstraf, waarna de staatssecretaris de stekker eruit kan trekken.
Dat kan ze ook zónder nieuwe boete, als de NPO vindt dat ON onvoldoende bereid is ‘tot samenwerking ten behoeve van de landelijk publieke mediadienst’, zoals de Mediawet het verwoordt. In juli concludeerde de NPO al dat die bereidheid ontbrak. De raad van bestuur van de NPO kan ook op eigen gezag concluderen dat ON onvoldoende bereid is tot samenwerking en een boete opleggen, aldus Emiel Jurjens, in mediarecht gespecialiseerde advocaat bij kantoor Kennedy Van der Laan.
Het Commissariaat voor de Media moet erop toezien dat een omroep ‘passende maatregelen’ neemt om te voorkomen dat programma’s aanzetten tot haat. Volgens een woordvoerder van de toezichthouder betekent dit níet dat het commissariaat moet nagaan of ON zich schuldig maakt aan haatzaaien. Het commissariaat beoordeelt alleen eventuele maatregelen daartegen, aldus de woordvoerder.