PlusAchtergrond
Nora (20) kreeg een thuis en hoefde daardoor niet naar de noodopvang: ‘Ik was bang dat ik op straat zou belanden’
Het aantal daklozen neemt al jaren toe. Het kabinet maakte in december bekend dat iedere dakloze een eigen huis moet krijgen. HVO-Querido biedt sinds kort jongeren die op straat leven of dakloos dreigen te raken een zelfstandige woonplek in De Goudvink in Amsterdam-Noord.
De Amsterdamse Nora Nunes (20) zat er dicht tegen aan: een leven op straat. Ze had als tiener geen al te gemakkelijke jeugd. Op het Berlage Lyceum waar ze havo/vwo deed, liep het niet lekker en thuis had ze veel conflicten met haar moeder. Op haar zeventiende kreeg ze last van psychoses en werd ze een aantal maal opgenomen.
Thuis ging het niet meer. “Ik moest twee jaar geleden het huis uit van mijn moeder,” zegt Nora. “Mijn vader en oma hadden geen plek voor me. Het gaf me veel stress. Ik dacht de hele tijd aan mijn toekomst. Ik voelde dat het niet goed zou gaan.”
Via de ggz-instelling Arkin kwam ze bij HVO-Querido terecht die haar tijdelijk een onderkomen in een containerwoning van VIP (Vroege Interventie Psychose) in Diemen-Zuid gaf. Ze schreef zich in voor de opleiding fashion-designer, maar slaagde er niet in haar leven goed op de rails te krijgen. “Ik was ongeordend in mijn hoofd, had last van schizofrenie. Door die dunne muren in de containerwoning was er veel geluidsoverlast.”
Haar studie liep spaak en de containerwoningen werden, zoals gepland, na een jaar afgebroken. “Ik was bang dat ik op straat zou belanden. Het leven is hard op straat. Ik voelde dat het dan nog slechter zou gaan, zowel fysiek als mentaal.”
Veilig en vertrouwd
HVO-Querido bood haar een plek aan in het vorig jaar geopende appartementencomplex De Goudvink van Ymere waar 20 van de 93 sociale huurwoningen bestemd zijn voor jongeren tussen de 17 en 27 jaar uit de (gesloten) jeugdzorg en jongeren met psychiatrische problemen. Hier ervaart ze een eigen thuis. “Ik hoef hier niet snel weg en voel me een stuk helderder in mijn hoofd,” zegt Nora.
Ze zit in de gemeenschappelijke ruimte waar HVO-bewoners kunnen samenkomen met andere jongeren uit het complex. Sociale contacten zijn belangrijk, zegt zorgcoördinator Coen de Boer van het zorgteam dat elke dag tot 20.00 uur aanwezig is. Hij merkt dat de jongeren zich door hun zelfstandige woning veilig en vertrouwd voelen. “Het werkt veel beter dan de maatschappelijke opvang, waar ze vaak in een stapelbed slapen en sanitair delen. Dat is een plek waar je niet wilt zijn en daardoor op straat gaat hangen. Hier staat ook geen stempel van HVO-Querido op het pand.”
Parade tegen dakloosheid
Hij geeft een voorbeeld van een 21-jarige bewoonster die wegens overlast uit de maatschappelijke opvang was gezet en een jaar op straat leefde. “Ze deed aan couchsurfen, had geen adres, geen inkomen, geen ID en bouwde schulden op. Ze stond op standje overleven. Hier kwam ze tot rust, ging vrij snel aan het werk, heeft een relatie en het gaat nu heel goed met haar.”
De Goudvink is een voorbeeld van de in 2022 door kabinet-Rutte gepresenteerde nieuwe aanpak van (dreigende) dakloosheid, waarbij ‘wonen eerst’ nationaal beleid wordt om de dakloosheid in Nederland aan te pakken. Onder meer HVO-Querido, het ministerie van VWS, de gemeente Amsterdam en zorgorganisaties buigen zich donderdag 25 mei in Amsterdam over het bestrijden van dakloosheid tijdens de Parade tegen dakloosheid, met als ambitie dat iedereen in Nederland in 2030 een thuis heeft.
Dat is hard nodig, aldus HVO-Querido. Het aantal daklozen in Nederland neemt al jaren toe. Volgens cijfers van het CBS ligt het aantal daklozen tussen 18 en 65 jaar inmiddels op 32.000 maar dit aantal is in de praktijk waarschijnlijk veel hoger.
‘Deze noodopvang kent veel nadelen’
“Onze zorgverleners zien een toename van daklozen op straat,” zegt Douwe van Riet van de Raad van Bestuur van HVO-Querido. Hij schat dat er in Amsterdam alleen al tienduizend daklozen zijn. Vooral de groepen van economisch daklozen – de schattingen van het aantal economisch daklozen in Amsterdam lopen uiteen van 1100 tot 2500 mensen – en inmiddels duizenden jongeren nemen toe. Ook de groep niet-Nederlandse daklozen vermeerdert.
Wat daklozen nodig hebben, zegt Van Riet, is een thuis. “Als iemand twee jaar op straat woont, worden de problemen steeds groter. De zorgvraag neemt toe. We moeten daarom meer aan preventie doen en bij dreigende dakloosheid direct ingrijpen.”
HVO-Querido wil daarom de maatschappelijke opvang voor daklozen op termijn afbouwen. “Deze noodopvang kent veel nadelen. De mensen kunnen geen toeslagen aanvragen en er hun kinderen niet ontvangen. Er is vaak overlast, er wordt gestolen. Ze moeten er bovendien vaak na een half jaar weer uit. Het zoeken van een huis hangt als een zwaard van Damocles boven hun hoofd,” zegt Van Riet. “Met een zelfstandige woonplek waar onze cliënten onder hun eigen dekbed kunnen slapen, kunnen ze hun leven opbouwen.”
‘We moeten er snel bij zijn’
Zo’n eigen plek is ook belangrijk voor de groep jongeren uit de gesloten jeugdzorg die op hun achttiende dakloos (dreigen te) raken als de jeugdzorg wordt beëindigd. Raad van Bestuur-collega Jessica Wesselius: “We zien nu een grote groep op straat belanden. Ze krijgen schulden, hebben last van angsten en depressies en raken verslaafd. We moeten daar snel bij zijn.”
Amsterdam biedt momenteel jaarlijks achthonderd woningen aan voor daklozen. “Dat is een druppel op de gloeiende plaat,” zegt Van Riet. “We hebben een paar duizend zelfstandige woonplekken nodig. Het daklozenprobleem is een huisvestingsprobleem.”
Het voordeel van een eigen woning voor daklozen is dat de maatschappelijke kosten lager zijn. De mensen betalen hun eigen huur. Wesselius: “De overlast is minder en het leed is minder. Een zelfstandige woning zorgt er ook voor dat iemand sneller uitstroomt naar een eigen, definitieve woning.”
Nora heeft zich onlangs ingeschreven voor een nieuwe opleiding als fashion tailor aan het ROC van Amsterdam. Ze werkt nu aan haar portfolio. “Ik heb tekeningen gemaakt voor een korsettopje, een rokje en broek. Ik zie mijn leven nu door een roze bril.”