PlusNieuws
Modderkoningen Mathieu van der Poel en Wout van Aert rijden altijd voor de winst
Ze zijn terug. Met Mathieu van der Poel en Wout van Aert is de cross weer compleet. De rendez-vous van de twee blikvangers in Antwerpen was echter van korte duur: Van der Poel maakte er een onemanshow van.
In de Tour de France is het ook druk bij de bus van Jumbo-Visma, maar in een waterkoud Antwerpen verdringen de mensen zich voor maar één man: Wout van Aert. Sandy uit Charleroi heeft haar 6-jarige dochtertje Herle in een zwart-geel-rode kampioenstrui op de arm. “Dit is de eerste, maar we gaan naar alle crossen met Wout,” zegt ze. Bij de ernaast geparkeerde bus van Ineos, de ploeg van wereldkampioen Tom Pidcock, is het ook druk. En Adrie van der Poel poetst de fietsen van zijn zoon Mathieu schoon onder de gebruikelijke grote belangstelling. Maar de populariteitsprijs is vandaag voor Wout van Aert. Ook achteraf op het podium, als nummer twee naast Van der Poel, valt hem het meeste gejuich ten deel.
Het was exact zeventig dagen geleden, bij het WK op de weg in Australië, dat Van der Poel en Van Aert samen aan de start verschenen van een wedstrijd. Aan de andere kant van de wereld stapte Van der Poel al na 30 kilometer af. Daarvoor reden ze nog samen in de Tour, waar Van der Poel het na elf dagen voor gezien hield. Maar na de rugblessure die hem vorige winter aan de kant hield, mag het publiek zich nu opmaken voor een crossseizoen vol duels tussen de twee modderkoningen. Met het WK in Hoogerheide begin februari als meest prestigieuze clash.
Genadeloze versnelling
Van Aert en Van der Poel staan op deze eerste decemberzondag om een paar minuten voor twee op de startrijen twee en drie aan de linkeroever van de Schelde voor een eerste gevecht. De Spanjaard Mario Junquera maakt van de gelegenheid gebruik om Van Aert de oren van het hoofd te praten. Luke Verburg staat naast Van der Poel, maar verliest zijn buurman na het startschot al snel uit het oog: Van Aert en Van der Poel rijden na één ronde al vooraan.
Een genadeloze versnelling is genoeg om het verschil te maken voor Van der Poel. Van Aert is direct veroordeeld tot achtervolgen. Eerst nog met Nederlands kampioen Lars van der Haar en Europees kampioen Michael Vanthourenhout in zijn wiel, maar het grootste deel van de wedstrijd is hij op zichzelf aangewezen. De snelle start is Van der Poels vaste receptuur. “Die eerste ronde was al vrij pittig en ik merkte dat veel mannen al naar adem aan het happen waren. Dus vandaar dat ik nog een ronde heb doorgetrokken.”
Een week eerder in Hulst genoot Van der Poel al zichtbaar van zijn terugkeer in het veld. Van het publiek zo dichtbij, maar vooral ook van de cross zelf. Geen tientallen kilometers asfalt, geef hem maar korte rondjes waar alles aankomst op stuurvaardigheid, behendigheid, concentratie en fysiek vermogen.
Hetzelfde geldt voor zijn eeuwige rivaal Van Aert. “Ik heb ernaar uitgekeken. Als je een goede passage doet door het zand krijg je direct respons van de mensen die er letterlijk naast staan. Dat heeft me altijd een kick gegeven.” Wel is hij ook blij dat ‘de eerste weer voorbij is’. “Het is niet altijd leuk dat iedereen het normaal vindt dat je direct presteert. Ik had vijf, zes weken getraind, dus ik vind dat ik het verdien om eens een keer ergens zonder druk te starten. Maar dat is me niet altijd gegund.”
B-niveau
Het is het lot van Van Aert en Van der Poel. Overal waar ze gaan, ook op de weg, zijn de camera’s op hen gericht en krijgen ze een microfoon onder hun neus. Overal wordt verwacht dat ze rijden voor de winst. Gerben de Knegt, bondscoach van de Nederlandse veldrijders, zag de twee door de jaren heen uitgroeien van talentvolle beloften tot de beste eendagsrenners ter wereld. “Ik heb er vroeger nooit over nagedacht of Mathieu ooit twee keer de Ronde van Vlaanderen zou winnen. Hij wilde vooral crosser zijn.”
Over hoe bijzonder het is dat Van Aert en Van der Poel op de weg ook tot de besten behoren, heeft De Knegt een bijzondere theorie. “Het zegt eerder iets over het niveau van het wegwielrennen dan van het veld. Het niveau op de weg wordt vaak overschat. Gianni Vermeersch is, met alle respect, een crosser van B-niveau, maar rijdt wel top tien in de Ronde van Vlaanderen. Dan ben je bij menig ploeg al kopman. Maar dat Van der Poel en Van Aert het op de weg zó goed doen en zó goed kunnen crossen, dat is uniek. Ieder jaar als ze terugkomen in het veld denk ik: nou, Eli Iserbyt en Lars van der Haar rijden ook hard. Maar uiteindelijk rijden die twee er toch weer voor.”
Eerste zege Van Empel na EK
Ze moest er langer op wachten dan haar lief was, maar in Antwerpen boekte Fem van Empel haar eerste zege sinds ze een maand geleden in Namen Europees kampioen werd. Het was al haar negende van het seizoen. “De buitenwereld zag een tweede plek voor mij al als een verloren race en dat is een beetje gek natuurlijk, op je twintigste. Maar ik heb gelukkig weer eens kunnen winnen.”
In de eerste ronden maakte Van Empel nog wat foutjes, maar in het tweede deel van de wedstrijd wist ze haar concurrent en vriendin Puck Pieterse te lossen. Met Pieterse als tweede en Shirin van Anrooij als nummer drie stonden voor de zesde keer in acht wereldbekerwedstrijden drie Nederlandse twintigjarigen op het podium.