PlusInterview

Minister Van Gennip: ‘Vraag vrouwen of ze paar uur meer willen werken’

Vrouwen die in deeltijd werken hoeven echt niet allemaal fulltime aan de bak. Een paar uur méér kan de druk op de arbeidsmarkt al verlichten. Minister Karien van Gennip roept op Internationale Vrouwendag werkgevers op daarover in gesprek te gaan.

Hanneke Keultjes en Laurens Kok
null Beeld Getty Images
Beeld Getty Images

Toen Karien van Gennip nog directeur in het bedrijfsleven was, stond ze elke zaterdag als coach langs het hockeyveld. Nu ze minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is, lukt dat niet meer. “En ja, dus dat mis ik nu wel, en dat missen zij ook.”

Dat ze recent – midden op een werkdag – tóch bij de presentatie van een van haar tienerdochters kon zijn, noemt ze ‘heel belangrijk’. Maar dat ging niet vanzelf: “Heel veel mensen hebben enorm geschoven zodat ik er dat halve uurtje bij kon zijn.”

Het ministerschap, zegt Van Gennip, is nu eenmaal ‘meer dan fulltime’. Maar de rest van Nederland is kampioen deeltijdwerken, met name het vrouwelijke deel. Tegelijkertijd kampen bedrijven met grote personeelstekorten, wat in steeds meer sectoren een groot probleem wordt. Met name in de zorg, het onderwijs, de techniek, ict en beroepen die nodig zijn voor de energietransitie, zijn de tekorten groot.

Het kabinet werkt daarom aan een voltijdsbonus om mensen te verleiden fulltime te gaan werken. Volgens Van Gennip is het ‘een van de onorthodoxe maatregelen’ waarmee de krapte op de arbeidsmarkt kan worden aangepakt. Er loopt nu een proef in het onderwijs. Maar Van Gennip verwacht niet dat de voltijdsbonus alles oplost. “Ik denk dat de grote discussie zit in de vraag of mensen twee, drie, vier uur méér aan het werk willen.”

Minister Karien van Gennip. Als staatssecretaris in kabinet-Balkenende IV (2003-2007) was ze de eerste Nederlandse bewindspersoon die met zwangerschapsverlof ging.  Beeld ANP
Minister Karien van Gennip. Als staatssecretaris in kabinet-Balkenende IV (2003-2007) was ze de eerste Nederlandse bewindspersoon die met zwangerschapsverlof ging.Beeld ANP

Eerst maar eens een halve dag erbij in plaats van meteen veertig uur?

“Ik denk dat dáár het gesprek over moet gaan. En dan is de vraag erbij: wat staat er in de weg? Kun je het combineren met je situatie thuis? Zijn dat roosters? Heb je invloed op je werkzaamheden? Is het de cultuur op de werkvloer?”

Lost een paar uur extra per week de problemen op?

“Als je het rekensommetje doet bij kinderopvang, klopt dit in theorie, ja. Als genoeg mensen een paar uur per week extra gaan werken, helpt dat om Nederland open te houden.”

Vorige maand riep Van Gennip onder meer ‘herintredende moeders’ op om weer of méér aan de slag te gaan. Maar dat is nog niet heel eenvoudig. Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) stelde vorig jaar september in een rapport dat jonge vrouwen die parttime gaan werken als de kinderen klein zijn, niet of nauwelijks meer gaan werken als de kinderen ouder worden.

Wat gaat u daaraan doen?

“Dat rapport laat zien dat mensen gewoontedieren zijn. Zitten ze eenmaal in een ritme, dan blijven ze in dat ritme. Terwijl we die mensen hard nodig hebben om Nederland open te houden. Of dat ze zelf misschien zeggen: hé, eigenlijk is het best wel leuk om er een halve dag meer bij te gaan werken. Deze maand lanceer ik een campagne om mensen na te laten denken over de voordelen van meer uren werken.”

Zo’n cultuurverandering is altijd erg moeilijk en duurt lang.

“Ja, maar we willen ook begrijpen waarom mensen wel of niet die stap willen zetten. Want het kan ook zo zijn dat ze zeggen: de kinderen zijn weliswaar het huis uit of aan het eind van de middelbare school, maar nu heb ik mantelzorgtaken voor mijn ouders. En dat is ook heel intensief.”

Uit dat SCP-rapport bleek dat werkgevers zelden vragen of hun vrouwelijke werknemers meer uren willen werken.

“En dus moeten we met elkaar in gesprek: hoe komt het dat we in die gewoonte blijven zitten? Werkgevers kunnen aan werknemers met kinderen van, zeg, 14, 16, of 18 jaar best eens vragen: is dit een moment om meer uren te gaan werken?”

Maar dan moet meer werken wel lonen.

“Daar zet het kabinet zich ook voor in. Voor de meeste mensen is de marginale druk – zo heet dat dan – tussen de 40 en 60 procent. Dat betekent dat je van elke euro extra die je verdient 60 tot 40 cent overhoudt. Dat is de normale belastingdruk in Nederland. Voor anderhalfverdieners is die belastingdruk zelfs lager dan dat.”

“Dus voor veruit de meeste mensen die in deeltijd werken, loont het om méér te gaan werken. Daarom zeg ik altijd: vul nou de werkurenberekenaar van het Nibud in. Als je bijvoorbeeld van 24 uur naar 28 uur gaat, valt het reuze mee wat je aan belasting betaalt.”

De discussie is in Nederland nogal gepolariseerd: een deel geeft af op ‘deeltijdprinsesjes’ maar je hebt ook de ‘moedermaffia’ die het zielig vindt dat moeders fulltime werken.

“Ik denk dat het echt belangrijk is dat iedereen die persoonlijke keuze kan maken. Als moeders zeven dagen per week willen werken en daar gelukkig mee zijn: prima. En als moeders zeggen: ik wil fulltime moeder zijn, dan is dat ook prima. Zolang ze zich maar wel realiseren wat het voor hun pensioen en financiële situatie betekent. We moeten elkaar ook wat van die vrijheid gunnen.”

Maar als te veel moeders stoppen of minder gaan werken heeft u als minister toch een probleem?

“Daarom is de discussie zo belangrijk. Zou je wel willen instappen of meer uren maken als je kinderen wat ouder zijn? Hoe houden we samen Nederland open?”

Even een stapje terug: hoe zorg je dat mensen meer wíllen werken?

“Dan praat ik even over mijn eigen ervaring in het bedrijfsleven. Daar hebben we op een gegeven moment gezegd: we gaan niet meer na 17.00 uur vergaderen. Dát maakt een verschil voor jonge ouders. Want ik heb zelf natuurlijk ook wel eens hardrijdend nét de crèche gehaald.”

“Er zijn natuurlijk heel veel dingen te bedenken: kun je iets doen aan de roosters, zodat ouders bijvoorbeeld hun kinderen naar school kunnen brengen? Kun je iets met de manier waarop het werk is ingericht? Na corona zijn we allemaal gewend aan meer thuiswerken, online vergaderen. Kun je daar meer ruimte aan geven zodat mensen makkelijker de verantwoordelijkheden thuis kunnen combineren met die op het werk?”

Op kantoor wel. Maar kun je ook in het ziekenhuis zeggen: na 17.00 uur doen we geen operaties meer?

“Dat is lastiger. Maar ook daar kun je iets aan de roosters doen. Wie een contract heeft van 24 uur, werkt vaak vier keer zes uur. Terwijl iemand op zo’n dag misschien ook wel acht uur wil maken. Werkgevers moeten zich realiseren dat ze iedereen nodig hebben en dus ook anders naar roosters moeten kijken en hoe je het werk organiseert. Daar roep ik ze toe op.”

Van Gennip en haar man hebben vier tienerdochters. Als staatssecretaris in kabinet-Balkenende IV (2003-2007) was ze de eerste Nederlandse bewindspersoon die met zwangerschapsverlof ging. “Daar waren toen nog pittige discussies over, of dat wel kon. En nu is het eigenlijk al vrij gewoon en zijn er bewindslieden over de hele wereld die met zwangerschapsverlof gaan.”

De CDA’er maakte vóór en tussen haar politieke loopbaan ook carrière in het bedrijfsleven. Werkte voor consultancybureau McKinsey & Company in Nederland en San Francisco, was directeur van de Autoriteit Financiële Markten, vervulde verschillende directiefuncties bij ING in Nederland en Parijs en was bestuursvoorzitter van zorgverzekeraar VGZ.

Heeft u zelf ooit in deeltijd gewerkt?

“Nee.”

Waarom niet?

“Omdat we het in onze gezinssituatie anders geregeld hadden. Mijn man heeft in deeltijd gewerkt, en werkt nu ook in deeltijd. Ik denk dat iedereen, zeker met kleine kinderen, zulke afspraken maakt en nodig heeft. Hoe kun je zorgen dat je er voor je gezin bent, dat je je werk kunt doen en dat je dat het met z’n tweeën rooit.”

“Toen de kinderen op de basisschool zaten, hadden we in de keuken een heel schema hangen. Zo’n familiekalender op de muur met zes vakjes die je kon inkleuren om te zien wie waar was en wanneer. Als dan één zo’n dominosteentje omviel… Dan was er paniek. Als het echt spaak liep, kwamen mijn ouders.”

Had u ook een nanny?

“We hadden allerlei hulptroepen. Ook een geweldige mevrouw aan huis ja. Die kwam ’s middags.”

Dat is niet iedereen gegeven.

“Dat is een luxe die wij ons konden permitteren. Naast de crèche en de bso. Iedereen kan gebruik maken van kinderopvang: crèche, peuterspeelzaal en later bso. Veel mensen kiezen ook voor gastouders. Die mogelijkheden zijn er natuurlijk ook allemaal. Ik heb in mijn andere banen wel het voordeel gehad dat ik vrij makkelijk een dagje thuis kon werken of een moment in de agenda kon blocken. Maar als je in een winkel werkt of in het ziekenhuis, is dat anders.”

Misschien was fulltime werken ook wel nodig in uw vakgebied om carrière te maken. Mag je aan iemand die leiding wil gaan geven verlangen om fulltime te werken?

“Ja, of vier of drie dagen. Ik zie toch heel veel leidinggevenden die gewoon vier keer negen uur werken. Of vier keer acht. Ik denk dat dat bij veel organisaties ingeburgerd is.”

Vrouwen die meer uren maken dan hun mannelijke partners, krijgen daar wel eens opmerkingen over. Dat is nog niet heel ingeburgerd.

“Mijn moeder – ze is nu 84 – is blijven werken toen ze ons kreeg, dat was in die tijd heel ongebruikelijk. Mijn moeder was degene die dat patroon doorbrak. Zij zegt: kennelijk ben jij degene die wél carrière maakt en zal het voor jouw dochters alweer heel gewoon zijn om carrière te maken als vrouw. Kennelijk heb je een generatie nodig om daarin verder te komen.”

Willen uw dochters allemaal fulltime werken?

“Ik denk dat hun generatie sowieso niet meer in vaste banen denkt, maar aan een lang project hier en een kort project daar. Die denken heel anders over werken.”

En dat werk ook zoveel tijd kost….

“Ja, maar als je het naar je zin hebt, brengt het je ook wat.”

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden