Update
Minister Slob vindt anti-homoverklaring scholen ‘een brug te ver’
Minister Arie Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs) gaat verklaringen die ouders op sommige reformatorische scholen moeten ondertekenen onder de loep nemen om te kijken of het in strijd is met een veilige schoolomgeving. In die teksten moeten ouders bijvoorbeeld afstand nemen van homoseksualiteit.
“Ik ga heel sec kijken: wat staat daar nou precies in? En hoe verhoudt dat zich tot een veilige schoolomgeving?”, zei Slob dinsdag na afloop van een coronaoverleg van het kabinet. Als dat niet zo is, moet de tekst worden aangepast.
Eerder dinsdag zei Slob nog dat scholen de ‘grondwettelijke vrijheid’ hebben om dergelijke verklaringen te gebruiken. De minister reageert daarmee op de ophef die gisteren is ontstaan na een debat over burgerschapsonderwijs met de Tweede Kamer. Spijt van zijn uitspraken heeft hij niet. “Ik heb helder uiteengezet hoe de vrijheid van onderwijs werkt.” Wel vindt hij het ‘vervelend’ dat jonge homo’s hierdoor geraakt worden. “Je mag zijn wie je bent, ook op school.”
Artikel 23 van de Grondwet, de vrijheid van onderwijs, regelt dat scholen les mogen geven volgens hun overtuiging: katholiek, islamitisch, hindoeïstisch, Joods of protestants-christelijk. Onderzoeksplatform Pointer stelde begin dit jaar dat 65 reformatorische scholen ouders een schoolprofiel of identiteitsverklaring laten onderschrijven. Daarin wordt bijvoorbeeld homoseksualiteit afgewezen.
Verklaring
Dagblad Trouw sprak zaterdag met twee jonge homo’s die op scholen hebben gezeten die een ‘homoseksuele levensstijl’ in zo’n verklaring afwijst. Zij verhaalden over een ‘sfeer’ die voor hen onprettig was omdat niet alleen de school homoseksualiteit afwijst, maar hun ouders ook: zij moesten immers de verklaring ondertekenen.
Volgens Slob geeft artikel 23 scholen het recht om dat te doen, maar zijn zij ‘wettelijk verplicht zorg te dragen voor de sociale, psychische en fysieke veiligheid van alle leerlingen’. Maar die twee dingen - een homo-onvriendelijke verklaring en veiligheid - kunnen niet naast elkaar bestaan, vinden coalitiepartijen D66 en VVD en oppositiepartijen GroenLinks, SP en PvdA.
“Wat doet het nou voor de veiligheid van een kind als je ouders op papier zetten dat jouw geaardheid niet oké en niet gewenst is en dat je school dat papier opstelt?”, stelde SP-Kamerlid Peter Kwint maandag in het Kamerdebat over de nieuwe wet die het voor scholen duidelijker moet maken waar zij met hun burgerschapsonderwijs aan moeten voldoen. “Dan is het niet alleen op school onveilig maar ook thuis onveilig.” Ook het COC vindt homoseksualiteit afwijzen ‘onacceptabel’.
‘Kortsluiting’
Ook Slob erkent ‘een spanning’ tussen de vrijheid voor scholen eigen opvattingen te hebben en de waarden die leerlingen dienen te leren tijdens het burgerschapsonderwijs. “Ik vind dat elke leerling zich op school veilig moet voelen en zichzelf moet kunnen zijn, op welke school hij of zij ook zit,” zegt Slob in een verklaring een dag na het debat, die zegt dat voor hem voorop staat dat elke leerling veilig uit de kast moet kunnen komen. “Tegelijkertijd hebben scholen in dit land ook de vrijheid om opvattingen te hebben over relaties tussen mannen en vrouwen. Dat zijn botsende grondrechten. En ik snap dat daar discussie over is.”
Volgens universitair docent Johan Lievens, verbonden aan de VU, komen verschillende grondrechten ‘met elkaar in kortsluiting’. Hij wijst erop dat Nederland naast België het enige land in de wereld is dat naast godsdienstvrijheid ook vrijheid van onderwijs in de grondwet heeft staan. “Onderwijs volgens een levensbeschouwing wordt gezien als het verlengstuk van de opvoeding.”
Met de verklaring zorgen scholen ervoor dat zij met de ouders ‘pedagogisch gezien op één lijn zitten’. “Scholen mogen homoseksualiteit niet als illegaal bestempelen, maar ze mogen wel een opvatting hebben over relaties . Het wordt nu geframed alsof ouders worden ‘gedwongen’ een verklaring te ondertekenen. Maar zij kunnen ook naar een andere school stappen.” De grotere discussie, zegt Lievens, is of religieuze scholen nog zouden moeten bestaan. Die wordt niet gevoerd. De coalitiepartijen hebben afgesproken om tijdens kabinet-Rutte III niet aan artikel 23 te morrelen.
Volgens D66-Kamerlid Paul van Meenen staan er in de wet burgerschapsonderwijs ‘brave teksten’ maar laat Slob ‘de achterdeur wagenwijd openstaan’. “Wat ons betreft moet artikel 23 in dit geval wijken als scholen er misbruik van maken.” Dat doet Lievens’ ‘grondwetshart breken’. “De grondwet staat boven de gewone wet. De uitspraken van minister Slob zijn onhandig overgekomen, maar hij probeert het in balans te brengen.”
Een dag na het debat zegt Slob dat voor hem voorop staat ‘dat elke leerling veilig uit de kast moet kunnen komen’. “Dat is ook wat we van scholen vragen in de nieuwe burgerschapswet. En daar kan geen school zich aan onttrekken.”
Onderzoek naar uitspraken Slob
Het Openbaar Ministerie doet onderzoek naar mogelijk strafbare uitspraken van minister Slob. Dat bevestigt een woordvoerder van het OM in Amsterdam. Aanleiding is de oproep van politienetwerk Roze in Blauw - dat opkomt voor de LHBTI-gemeenschap - om aangifte te doen tegen de minister. Wel kan er volgens het Openbaar Ministerie alleen onderzoek worden gedaan naar aangiftes tegen uitspraken die de minister buiten het parlement heeft gedaan. Daarbinnen geniet hij immuniteit.