Middelbare scholieren vanaf 2 juni gemiddeld kwart van de tijd naar school
Middelbare scholieren gaan vanaf 2 juni gemiddeld weer een kwart van de tijd naar school. Dat blijkt uit een enquête van de VO-raad onder middelbare scholen.
De rest van de tijd volgen leerlingen thuis onderwijs met bijvoorbeeld opdrachten of lessen die worden gestreamd.
De VO-raad vroeg in de enquête aan de schoolleiders van ruim 400 middelbare scholen hoe zij het onderwijs na de heropening gaan vormgeven met de anderhalvemetermaatregel, die ook leerlingen onderling moeten naleven. Die maatregel zorgt er in de praktijk voor dat maar een kwart of een derde van de leerlingen tegelijkertijd op school aanwezig kan zijn. Scholen mogen zelf beslissen welke leerlingen vaker komen.
De meeste scholen kiezen ervoor om leerlingen die bijvoorbeeld meer begeleiding nodig hebben, of geen veilige thuissituatie vaker naar school te laten komen dan anderen.
Bijna alle scholen zeggen dat alle leerlingen volgende week weer naar school gaan. 4 procent zegt dat niet alle leerlingen voor de zomervakantie naar school komen. Thuisblijvers krijgen, net als nu, onderwijs op afstand. “De meeste scholen gebruiken de periode tot de zomervakantie ook om te oefenen met de anderhalvemeterschool,” zegt Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad. “Het is de bedoeling dat die laatste 4 procent dat ook gaat doen. Want de kans dat het nieuwe schooljaar wel weer als vanouds kan worden opgestart, is gering.”
Kennisvakken gaan voor
De middelbare scholen mogen ook de invulling van het lesprogramma op school bepalen. Uit de enquête blijkt dat op de meeste scholen kennisvakken prioriteit krijgen en daarna de mentorlessen.
Premier Rutte zei tijdens de persconferentie van 19 mei dat álle kinderen vanaf 2 juni weer fysiek onderwijs krijgen en dat scholen dit niet beperken tot een mentoruur of een paar toetsen. Toch zegt toch 2,5 procent van de scholen leerlingen alleen hiervoor naar school te laten komen.