Kamer breekt zich het hoofd over internationale studenten: ‘Al die Duitse psychologen hoeven we niet’
Nederland heeft te veel internationale studenten, vindt een meerderheid van de Tweede Kamer. Toch is het nog onduidelijk hoe dit aan te pakken, want niet alle universiteiten zitten te wachten op een maximum aantal studenten.
De aantallen internationale studenten in Nederland lopen de spuigaten uit, vinden Kamerleden. Volgens cijfers van het CBS stonden in 2022 115.000 internationale studenten ingeschreven in het Nederlandse hoger onderwijs. Dit is 3,5 keer zoveel als in 2006, toen waren dit er 33.000. Dat ziet ook GroenLinks-Kamerlid Lisa Westerveld. “Je ziet dat Nederlandse hogescholen en universiteiten enorm in studentenaantallen zijn gegroeid. Zowel meer Nederlandse studenten als heel veel buitenlandse studenten.”
Dat brengt problemen met zich mee. SP-Kamerlid Peter Kwint: “Je ziet nu dat op hbo's en universiteiten tot wel 60 procent van de bacheloropleidingen in het Engels gegeven worden. Dat is slecht voor de toegankelijkheid van studenten die wat minder goed Engels spreken.”
Ook is de werkdruk voor docenten te hoog, en zijn er gigantische problemen met huisvesting. Kwint: “Er zijn veel te weinig studentenkamers. De kwaliteit is slecht. Ze komen vaak in een beschimmeld hok van 700 euro per maand terecht.”
Internationaal karakter
De Kamer vroeg minister Dijkgraaf (Hoger Onderwijs) al eerder te kijken naar een quotum. Toch lost dat niet alle problemen op, want sommige universiteiten zitten daar helemaal niet op te wachten.
De universiteit in Maastricht bijvoorbeeld heeft een uitgesproken internationaal karakter. “In Limburg is de aanwezigheid van internationaal talent niet alleen logisch in een regio waar drie landsgrenzen samenkomen, maar ook een voorwaarde voor een volwaardig en sterk onderwijsaanbod,” zegt een woordvoerder. De Universiteit van Amsterdam vraagt het ministerie van Onderwijs juist al jaren om beleid om de hoeveelheid internationale studenten te reguleren.
De universiteiten vragen om een genuanceerde aanpak. Westerveld pleit daar ook voor: “Je moet als instellingen niet willen concurreren, niet over Nederlandse studenten en ook niet over buitenlandse studenten. Ik hoop dat de minister daar goede afspraken over maakt.”
Een oplossing moet dan ook veel gerichter zijn, vindt ook VVD’er Hatte van der Woude. “We moeten bijvoorbeeld kijken welke studentenstromen goed zijn voor ons land, en welke niet. We hebben veel te weinig mensen in technische opleidingen. Deze studenten hebben we echt nodig. Maar honderden Duitse psychologen? Die misschien niet.”
Ze wil de instellingen de instrumenten geven om aantallen internationale studenten aan te kunnen pakken, maar het initiatief bij de instellingen houden.
Bekostiging
Volgens Kwint (SP) en Westerveld (GroenLinks) moet er vooral gekeken worden naar de subsidiëring van opleidingsinstituten. Een universiteit of hogeschool krijgt meer geld als ze meer studenten aannemen. Zo wordt het dus rendabel meer internationale studenten te werven, want dat betekent meer inkomen. “We moeten de bekostiging van instellingen veranderen,” vindt Kwint. “Ze moeten minder afhankelijk zijn van aantallen.” Westerveld ziet dat ook. “Daar moeten we vanaf.”
Dinsdagavond debatteert de Tweede Kamer met minister Dijkgraaf over het onderwerp. De minister heeft al aangekondigd in februari met een pakket te komen om de werving van internationale studenten aan te pakken.