Plus
Kabinet neemt luchtruim op de schop: straks minder overlast door vliegtuigen
Het luchtruim wordt anders ingedeeld, waardoor vliegtuigen de kortst mogelijke routes gaan vliegen en de geluidsoverlast en uitstoot moet worden verminderd. Door de gewraakte laagvliegroutes te schrappen, maakt het kabinet ook de weg vrij voor de opening van Lelystad Airport. ‘Dat lossen we dit jaar al op.’
Vanaf 2023 vliegen vliegtuigen – als het aan het kabinet ligt – in rechte lijnen naar hun bestemming en blijven ze zo lang mogelijk hoog in de lucht. “Zó hoog dat je ze nauwelijks hoort,” zegt minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat). Pas op het laatste moment moeten de toestellen de landing inzetten. En bij vertrek stijgen ze zo snel mogelijk. Om dat stijgen en dalen ongestoord en veilig mogelijk te maken, krijgen alle vliegvelden vaste ‘naderingsroutes’.
Daardoor moet de geluidsoverlast op de grond 15 tot 25 procent minder worden, zo staat in het eerste ontwerp van de luchtruimherziening die Van Nieuwenhuizen samen met staatssecretaris Barbara Visser (Defensie) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Oók in delen van Gelderland en Overijssel, waar inwoners in verzet kwamen omdat ze vreesden voor geluidsoverlast. Daar zouden vliegtuigen laag, op zo’n 1800 meter (6000 voet) hoogte, overvliegen om van en naar Lelystad Airport te komen. De reden: deze vluchten moesten onder de vliegtuigen door die onderweg zijn van en naar Schiphol. Dat hoeft niet meer, zegt Van Nieuwenhuizen. “Dat lossen we dit jaar al op.”
Laagvliegroutes
Voor de Tweede Kamer is het schrappen van de laagvliegroutes een voorwaarde voor opening van het vliegveld in Lelystad. Het parlement wilde daarover een garantie van de minister hebben. Volgens Van Nieuwenhuizen kan ze daar nu aan voldoen. “Ik heb de verzekering dat op Lelystad Airport straks net zo wordt aangevlogen als bij andere luchthavens.” Vraag de VVD-bewindsvrouw niet hoe dat nu precies is geregeld. “Ik ben geen techneut. Dit hebben de luchtverkeersleiders zo bedacht.”
Die luchtverkeersleiders begonnen volgens haar partijgenoot Barbara Visser met een ‘blanco vel’ – alleen de bestaande vliegvelden en vliegbases stonden er op. “We hebben het op de grond goed geregeld met snelwegen, maar in de lucht zijn de vliegwegen zo gegroeid.” Aan de hand van het eerste plan moet een soort 3D-wegenkaart voor de lucht worden ontworpen, waar ook militair luchtverkeer – straaljagers, helikopters en drones – een plek krijgt.
Hoe het luchtruim nu is ingedeeld, is volgens Van Nieuwenhuizen ‘niet ideaal’. “De civiele en militaire luchtvaart heeft een eigen territorium. Burgervliegtuigen en defensietoestellen vliegen bij wijze van spreken om elkaar heen. Daar stoppen we mee.” Vliegtuigen moeten zoveel mogelijk de kortste routes nemen en in rechte lijnen vliegen. “Zo voorkom je brandstofverbruik en onnodige uitstoot.”
Uitstoot
Door efficiënter te vliegen moet ook de CO2-uitstoot ‘significant’ minder worden. De bewindsvrouwen houden ook wat slagen om de arm. De gehoopte overlast- en uitstootbeperking is ‘bij benadering’. “Dit is de potentiële winst die we denken te gaan behalen. Ik ga er geen beloftes over doen,” zegt Van Nieuwenhuizen. “Het is ook niet zo dat mensen in dit eerste plan kunnen zien of er straks vliegtuigen boven hun huizen gaan vliegen of niet. Dat detailniveau volgt later pas.”
De F-16’s en straks de F-35’s, nodig voor de bewaking van het Nederlandse luchtruim, gaan voornamelijk oefenen in het noorden van het land. Daar wordt het oefengebied vergroot. Een ander oefengebied in het zuiden van het land vervalt om daar burgerluchtvaart meer ruimte te geven. Ook wordt een bestaand militair oefengebied in de lucht, van 55 bij 55 kilometer, verplaatst naar een ‘nog nader te bepalen locatie’.
Normaal gesproken wordt er door de luchtmacht vooral in het buitenland geoefend, maar vanwege corona is nu alleen vliegen Nederland mogelijk. Een klein land voor een straaljager, erkent Visser. “Maar we zullen wel moeten. Dat betekent ook dat we de komende tijd meer hoorbaar zijn.” Ook in de avonduren, omdat de vliegers in het donker moeten oefenen. “Daarom doen we dat in de wintertijd.”
Door de coronacrisis is het aantal vliegbewegingen internationaal gezien enorm afgenomen. Maar ook als na de crisis een deel van het vliegverkeer definitief wegvalt, is volgens Van Nieuwenhuizen de nieuwe indeling nodig. “Zodra we covid onder de duim hebben, zal de Nederlander weer op vakantie willen. Het kan best zo zijn dat het internationaal zakelijk vliegverkeer minder wordt. Maar deze herindeling staat los van het aantal vliegbewegingen. Nederland is altijd gebaat bij zo efficiënt mogelijk vliegen met zo min mogelijk hinder.”