Journalist, trompettist en pijproker Igor Cornelissen (85) overleden
Journalist Igor Cornelissen is op 85-jarige leeftijd overleden. Hij was tussen 1962 en 1996 redacteur bij weekblad Vrij Nederland en schreef van 1990 tot 2000 de rubriek Voetnoot in Het Parool.
“Gezien mijn leeftijd is dit het laatste deel. Maar ik schrijf gewoon door. Ik blijf een nieuwsgierige ouwehoer.” Dat zei Cornelissen vorig jaar in gesprek met De Stentor over zijn laatste boek Mijn opa rookte ook een pijp. Dat boek, hij schreef er tientallen, beschouwde hij als de afronding van zijn memoires.
Op social media wordt de markante journalist en auteur veelvuldig herdacht door bekenden en oud-collega’s. ‘Hoor vandaag dat Igor Cornelissen is overleden. Geboren Zwollenaar, zoon van het oude volk, journalist en schrijver. Kenner van alle socialistische stromingen in ons land,’ schrijft Herman Oevermans. ‘Een fenomeen is heengegaan,’ zegt historicus Wim Berkelaar.
Mij bereikt dankzij @TheodorHolman het bericht dat Igor Cornelissen is gestorven. Wat wist hij veel van linkse bewegingen in Nederland en wat kon hij leesbaar schrijven! Boven de 80 ging hij, met dank aan zijn maat @Jaap_deJong, ook nog op twitter. Een fenomeen is heen gegaan. pic.twitter.com/X7JZwIkC4A
— Wim Berkelaar (@WimBerkelaar) 13 maart 2021
Cornelissen begon in 1956 aan zijn journalistieke loopbaan. Hij werd regiocorrespondent in Deventer voor Het Vrije Volk. Toen hij twee jaar later in Amsterdam ging studeren kwam hij in het linkse studentenmilieu terecht, zo schrijft NOS. Uiteindelijk stopt hij met studeren en ging aan de slag bij Vrij Nederland, waar hij 35 jaar voor zou schrijven. Hij was een echte veelschrijver, en schreef veel over politieke randfiguren en Oost-Europa en kleurrijke mensen met een joodse en linkse achtergrond.
Trotskist
De zoon van een joodse moeder en een christelijke vader, geloofde lang in het socialisme. Hij was jarenlang Trotskist. In 1971 brak hij met de stroming omdat hij ervan overtuigd raakte dat de Sovjet-Unie onder Trotski net zo meedogenloos zou zijn als onder Stalin.
Cornelissen woonde 45 jaar in zijn ouderlijk huis aan de Vondelkade in Zwolle. Hij was vrijwel dagelijks wel in het café te vinden om pijp te roken en wat te drinken, maar sinds de lockdown zat hij thuis. Tegen De Stentor zei hij dat niet erg te vinden. De ‘oude klare’ smaakt thuis net zo lekker als in de kroeg.
De popmuziek liet hij links liggen. Voor hem was jazz het summum. Hij speelde veel trompet in een jazzcombo.
Volgens dagblad Trouw overleed hij zaterdag aan de gevolgen van een hartaanval.