Achtergrond

Hoe voorkom je een ‘piemelbeeld’ van een kind online? ‘Het blijft risicovol’

Als de affaire rond de livestream van acteurs Bilal Wahib en Oussama Ahammoud iets laat zien, is het dat kinderen en jongeren op sociale media uiterst kwetsbaar zijn. Hoe leer je ze om wél veilig online te zijn?

Raounak Khaddari
Oussama Ahammoud en Bilal Wahib. Beeld BrunoPress
Oussama Ahammoud en Bilal Wahib.Beeld BrunoPress

Instagram heeft in twaalf jaar bewezen geen hype te zijn, maar een onmisbaar sociaal medium. Sommigen zijn voor hun inkomsten volledig afhankelijk van ‘Insta’, anderen gebruiken het louter om te lurken en weer anderen kunnen via het medium het contact met hun fans en idolen onderhouden.

Voor dat laatste leent de livestreamfunctie zich perfect: meerdere mensen kunnen tegelijk met elkaar videobellen zonder telefoonnummers uit te wisselen. Belangstellenden kunnen meekijken. De gesprekken en bijbehorende beelden zijn live, maar niet vergankelijk, zo werd dinsdag op een schrijnende manier duidelijk.

Terwijl acteurs Bilal Wahib (22) en Oussama Ahammoud (20), beiden met een flinke fanbase, live aan het videobellen waren met een vermoedelijk minderjarige jongen, zei Wahib: ‘Wollah als jij je piemel kan laten zien, nu 17 doezoe’ (17 duizend euro, red.).

Duizenden meekijkers

De jongen liet zijn geslachtsdeel zien en dat was niet alleen aan de acteurs. Er keken duizenden mensen mee, de video werd opgeslagen en vervolgens veelvuldig gedeeld.

Het lijkt intiem en veilig; achter een beeldscherm praten met een of twee anderen. Maar internet is geen veilige haven, stelt Jacqueline Kleijer, specialist mediaopvoeding met als expertise online seksualiteit, identiteit en beïnvloeding bij Bureau Jeugd & Media. Al betekent dat niet dat we kinderen niet kunnen leren om veilig online te zijn.

“Vergelijk het met verkeers- en zwemles: je zou een kind niet zomaar aan het verkeer laten meedoen of in het water duwen. Als het echter kan zwemmen en de verkeersregels kent, kun je erop vertrouwen dat het goed gaat.”

“Tegelijkertijd blijft er altijd een risico aanwezig dat het mis kan gaan. Hetzelfde geldt voor sociale media: aanleren van basisvaardigheden begint op de basisschool, ook mediaopvoeding. Het is belangrijk om te leren waar de grenzen liggen online en wat de wensen van kinderen zijn. Wat willen ze doen op sociale media? Ouders kunnen dan nog meekijken en bijsturen waar nodig. Als kinderen ouder worden, kunnen ouders voortborduren op die basis.”

Paar seconden voor reactie

Net als in het verkeer zijn er talloze scenario’s die zich online plotseling kunnen voordoen. In een paar seconden moeten kinderen reageren op situaties die levenslange gevolgen kunnen hebben. Kleijers advies: bereid kinderen voor op mogelijke scenario’s.

“Je kunt wel zeggen: doe iets niet. Maar in de heat of the moment is dat makkelijker gezegd dan gedaan. Wat je beter kunt doen is een zinnetje oefenen of een meme kiezen die het kind als reactie kan versturen. Zo kan het snel handelen in onverwachte situaties.”

Kleijer, die zelf zestien jaar heeft gewerkt met slachtoffers van seksueel geweld, benadrukt dat friemelen en uitproberen hoort bij de ontdekkingstocht van kinderen en jongeren. Ze leren zichzelf beter kennen en ze leren hun seksuele voorkeuren kennen. Dat is iets van alle tijden. Vroeger liet iemand zijn broek zakken in een schuurtje of in de bosjes. Dat hoorde bij die ontdekkingstocht. Als dat ‘uitlekte’ werd het hoogstens doorverteld aan een relatief kleine groep. De gevolgen van nu zijn heftiger: binnen een paar seconden kan het beeldmateriaal op duizenden smartphones staan en kan het oneindig worden gedeeld.

Niet krampachtig doen

Toch wil Kleijer niet dat ouders krampachtig gaan doen over seksualiteit. Dat schrikt af: als kinderen dan over de schreef zijn gegaan, durven ze geen hulp meer te vragen, met mogelijke excessen tot gevolg.

“Er zijn incidenten geweest waarbij kinderen zichzelf iets hebben aangedaan na het verspreiden van naaktbeelden. Dat wil niemand. Je wilt dat zo’n kind juist om hulp durft te vragen en troost krijgt.”

Kleijer benadrukt dat ook de maatschappij een rol heeft bij dergelijke incidenten. “Roep vooral niet dat het dom is om je geslachtsdeel te laten zien. Sterker: dat is niet per definitie fout. Wel is het altijd fout om het uit te lokken of om de beelden te verspreiden.”

Volgens Patti Valkenburg, hoogleraar jongeren, media en samenleving, gebeurt er in Nederland al relatief veel om de jongste generaties weerbaarder te maken. “Toch blijven er ongelukken gebeuren,” zegt Valkenburg. “Zo’n vijf tot tien procent van de jongeren krijgt weleens te maken met de negatieve gevolgen van het internet. Gelukkig leren we ervan. Kinderen zijn in de afgelopen jaren verstandiger geworden op sociale media en ook deze gebeurtenis is een les. Heel Nederland weet nu: het gedrag van de acteurs kan écht niet.”

Hoe help je een minderjarig slachtoffer van sexting? Tips van Jacqueline Kleijer, Bureau Jeugd en Media

• Praat erover met de school.

• Zorg dat het kind niet alleen staat. Vraag bijvoorbeeld vrienden om mee naar school te gaan, zodat het slachtoffer niet alleen langs kinderen op het schoolplein of op school hoeft te lopen.

• Veroordeel het gedrag niet.

• Vraag aan het kind waar het behoefte aan heeft.

• Zorg dat je er bent voor steun.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden