Plus

Helpling gooit de stofdoek in de ring: platform voor schoonmakers was stiekem een uitzendbureau

Opnieuw verdwijnt een voorvechter van de platformeconomie. Schoonmaakplatform Helpling, dat in zeven jaar duizenden schoonmakers koppelde aan huishoudens die op zoek waren naar hulp, is failliet. Dat Helpling volgens de rechter eigenlijk een uitzendbureau was, maar geen sociale lasten, loonbelasting en pensioenpremie afdroeg, heeft het bedrijf de das om gedaan.

Herman Stil
null Beeld Helpling
Beeld Helpling

Een soort Tinder voor schoonmakers, dat was het idee van het van oorsprong Duitse Helpling. Zelfstandige schoonmakers konden zich op het platform profileren, klanten konden vervolgens een keuze maken en een prijs vaststellen.

Helpling, dat in 2015 in Amsterdam neerstreek, zag zichzelf, net als vergelijkbare platform bedrijven als Uber, Deliveroo en Airbnb, slechts als pleisterplaats voor vraag en aanbod. Maar ook profileerde het bedrijf zich als hét antwoord op het welig tierende zwartwerk in de thuisschoonmaak.

Op het hoogtepunt bood het in Amsterdam gevestigde bedrijf naar eigen zeggen werk aan zo’n 3500 schoonmakers in 35 steden, die jaarlijks 800.000 schoonmaakklussen zouden verrichten.

Ramenlappers en hondenuitlaters

Naast schoonmaak had het bedrijf ook plannen om actief te worden met tuinmannen, babysitters, ramenlappers en hondenuitlaters. Daar is het in Nederland nooit van gekomen. Mede door de onbestemde relatie die Helpling met de schoonmakers onderhield, kwam het bedrijf op de radar van vakbonden en overheid.

Net als veel andere platformbedrijven zag Helpling medewerkers als zelfstandigen. Maar tegelijkertijd moest het loon dat schoonmakers en opdrachtgevers hadden afgesproken, via Helpling worden betaald. Het bedrijf hield 23 procent van dat bedrag in als commissie.

Daardoor zouden schoonmakers volgens de platformer met gemiddeld 11,50 euro per uur net boven het minimumloon verdienen. Maar omdat ze niet in dienst waren, moesten ze daarvan zelf nog sociale lasten, verzekeringen, pensioenopbouw en loonbelasting betalen.

Of dat gebeurde, zei Helpling niet te weten. ‘Een percentage zal het werk zwart doen,’ beaamde de toenmalige directeur in Het Parool. ‘Maar we mogen dat niet eens aan hen vragen.’ Waarmee het bedrijf de eigen claim ontkrachtte dat het bedrijf een antwoord bood op zwartwerk in de huishoudbranche.

Uitzendbureau voor schoonmaakpersoneel

In 2019 oordeelde de Amsterdamse kantonrechter, in een door FNV en een benadeelde schoonmaker aangespannen zaak, nog dat Helpling niets verkeerd deed en er geen arbeidsrelatie met de schoonmakers bestond. Wel moest het bedrijf stoppen met het innen van het loon omdat dat juist wel een arbeidsrelatie suggereerde.

In hoger beroep tilde het Gerechtshof daar twee jaar geleden veel zwaarder aan: door de constructie was Helpling wel degelijk een uitzendbureau voor schoonmaakpersoneel en moest het zich houden aan de uitzendcao.

Dat betekende onder andere dat schoonmakers in geval van ziekte recht hebben op doorbetaling van loon en als zij ontslagen worden recht hebben op een transitievergoeding. De FNV-eis dat de medewerkers in dienst moesten worden genomen, werd opnieuw afgewezen.

Hoewel Helpling in cassatie ging tegen die uitspraak, een procedure die nog altijd loopt, werd het bedrijfsmodel omgegooid. Helpling vraagt sindsdien een vergoeding voor het bemiddelen tussen vraag en aanbod, zonder de bijbehorende dienstverlening. Daardoor werd de animo om van Helpling gebruik te maken zowel bij schoonmakers als klanten steeds kleiner.

Rode cijfers

Helpling kwam daardoor de afgelopen jaren steeds dieper in de rode cijfers, maar geld was lang geen probleem. Het Duitse moederbedrijf haalde in rap tempo 67 miljoen euro op, onder meer bij de Duitse serie-investeerder Rocket Internet en bij Unilever, dat een mooie link zag met schoonmaakdochters als Glorix, Andy en Cif.

“Het faillissement is in feite door het bedrijf zelf aangevraagd,” zegt curator Merijn Moeliker, “door twee internationale groepsvennootschappen.” Een daarvan is het moederbedrijf in Berlijn, het andere een ogenschijnlijk financiële vennootschap in Luxemburg.

“De Nederlandse activiteit was opgehouden te betalen aan het moederbedrijf. Ook andere schuldeisers werden niet meer betaald. De Nederlandse vestiging van Helpling was de afgelopen jaren verlieslatend.” Naar de exacte oorzaak van het faillissement doet Moeliker nog onderzoek.

De tien medewerkers – op het hoogtepunt telde het bedrijf er bijna dertig – zijn, zoals gebruikelijk, ontslagen en worden maximaal zes weken doorbetaald. Mogelijk vallen ook de schoonmakers in het faillissement, als de Hoge Raad de eerdere uitspraak van het Gerechtshof over een uitzendrelatie bevestigt.

Hoewel de website van Helpling nog in de lucht is, is volgens Moeliker de dienstverlening gestaakt. “Klanten hebben daar ook bericht over gehad en het is niet langer mogelijk nieuwe opdrachten in te dienen.” Of ook de schoonmakers op de hoogte zijn van het faillissement is niet duidelijk. De curator onderzoekt, zoals gangbaar, een doorstart.

Platformeconomie

Met het omvallen van Helpling valt de platformeconomie verder uit elkaar. Vorig jaar vertrok maaltijdkoerier Deliveroo, dat zijn koeriers altijd als zzp’ers afficheerde, uit Nederland nadat rechters hadden geoordeeld dat de medewerkers in dienst genomen moesten worden. Eerder streek het verwante Foodora daarom al de vlag. en onlangs oordeelde het gerechtshof bij Uber opnieuw dat chauffeurs onder een cao vallen.

FNV ziet het faillissement van Helpling als verlate overwinning. “Dit bewijst dat als een platformbedrijf zich aan de regels moet houden, het niet kan bestaan,” zegt Anja Dijkman, bestuurder platformwerk bij FNV. “Wij vinden nog altijd dat een bedrijf als Helpling de schoonmakers in dienst moet nemen, net als Deliveroo dat moest met de koeriers. Het gerechtshof heeft destijds anders besloten, maar wij hopen dat de Hoge Raad dat afwijst.”

Dat Helpling nu failliet is, speelt daarbij volgens haar geen rol. Ook twee beroepszaken tegen Deliveroo worden doorgezet, ondanks het feit dat dat bedrijf niet meer actief is. “Wij zetten door, ook omdat we hierover voor eens en altijd duidelijkheid willen. Omdat de overheid het er jarenlang bij heeft laten zitten, moeten rechters nu voor eens en altijd duidelijk maken waar de grenzen voor platformbedrijven liggen. Nu gaat het vaak over de ruggen van werknemers.”

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden