Plus
Gouden Koets keert voorlopig niet terug: ‘Verstandig besluit’
De Gouden Koets is straks alleen nog te zien in het Amsterdam Museum. De koets uit eind negentiende eeuw zorgt al voor controverse vanaf dag één.
In de koninklijke soap rond de Gouden Koets maakte de Rijksvoorlichtingsdienst gisteren de volgende cliffhanger bekend: de koets rijdt in 2021 niet mee op Prinsjesdag en zal vanaf juni volgend jaar tijdelijk beschikbaar worden gesteld aan het Amsterdam Museum.
Het is ‘een polderoplossing’ die historicus Herman Pleij al een tijd zag aankomen. “Eerst duurde de restauratie eindeloos. Toen wist je al: die zien we nooit meer terug, tenminste niet op straat.”
Het is uiteindelijk de beslissing van koning Willem-Alexander of de koets met het zeer omstreden zijpaneel ‘Hulde der koloniën’ ooit nog officieel wordt gebruikt, bijvoorbeeld tijdens Prinsjesdag. Die beslissing is met de tijdelijke verhuizing naar het Amsterdam Museum opnieuw uitgesteld.
Pleij gaat er niet vanuit dat de Gouden Koets ooit nog dienst zal doen als koninklijk voertuig. “Ik verwacht dat de koning dat zal besluiten, en dat is een verstandig besluit. De koets is een historisch document en het is goed uit te leggen waarom die er zo uitziet. Maar je kunt uitleggen wat je wilt: als veel Nederlanders er aanstoot aan nemen, is het een ongelukkige zaak om erin te blijven rondrijden.”
Al was het omdat de koets voor meer dan een miljoen euro is gerestaureerd en er hoeft maar één activist langs de kant van de weg te staan met een paar zakjes verf. Pleij: “Ook de koets zelf kan een object zijn voor verregaande protesten. Er zitten toch personen in.”
Controverse
De Gouden Koets zorgde al voor controverse vanaf dag één. De koets was een geschenk van Amsterdam aan koningin Wilhelmina, toen ze in 1898 werd ingehuldigd. Maar de 18-jarige vorstin wilde geen geschenken en al helemaal geen protserige gouden koets.
De Amsterdammers trokken zich daar niets van aan en zamelden toch geld in voor het ‘volksgeschenk’. Daar kwam weer protest tegen van Amsterdamse socialisten, die wezen op de bittere armoede in de stad en het feit dat Wilhelmina al zo’n 150 rijwagens bezat. Ze begonnen een boycotactie tegen de inzameling voor ‘De gouden kwartjeswagen’.
Tevergeefs, er werd voldoende geld bij elkaar geronseld en de koets werd voor de koningin klaargezet in het Paleis voor Volksvlijt. Daar wierp Wilhelmina daags na haar inhuldiging nog wel een blik op de koets, en keek er vervolgens niet meer naar om.
De Gouden Koets werd drie jaar later voor eerst gebruikt tijdens het huwelijk van Wilhelmina met Hendrik van Mecklenburg-Schwerin. Pas in 1903, onder druk van de publieke opinie, werd de koets een keer gebruikt op Prinsjesdag, maar daarna bleef Wilhelmina gebruik maken van de in haar ogen veel waardiger Glazen Koets. Pas in 1923 zwichtte ze en werd de Gouden Koets het vaste vervoermiddel op Prinsjesdag.
Rookbom
De koets bleef een doelwit. In 1966 werd een rookbom naar de koets gegooid tijdens het huwelijk van prinses Beatrix met Claus van Amsberg, al was dat vooral een protest tegen de nieuwe prins zelf: ‘Claus raus!’
In 2002, tijdens een rondrit van huwelijkspaar Willem-Alexander en Máxima door Amsterdam, werden een tampon en een zakje witte (water)verf tegen de koets gegooid. Een actievoerder protesteerde tegen ‘het instituut monarchie, belichaamd door de Gouden Koets’. En in 2010 gooide een verwarde man een waxinelichthouder tegen de koets, terwijl hij ‘nazi’s’ en ‘landverraders’ schreeuwde. De man werd door de rechter volledig ontoerekeningsvatbaar verklaard.
Debat
De koets wordt volgend jaar van juni tot en met november geëxposeerd in een nog te bouwen glazen ruimte op de binnenplaats van het Amsterdam Museum. In de zes omliggende zalen komen exposities over de geschiedenis van het rijtuig.
Vooruitlopend richt het museum volgende maand al een studiezaal in waar ruimte is voor debat, en vanaf oktober trekt het museum met een mobiele installatie door het land om bij Nederlanders te peilen wat de Gouden Koets voor hen betekent.
Museumdirecteur Judikje Kiers wil liever niet vooruitlopen op de uitkomst van dat debat. “Wat de toekomst brengt, weten we niet. Als museum zijn we blij dat wij de gelegenheid krijgen het gesprek over het paneel te voeren. Ik hoop ook echt dat mensen willen luisteren en niet alleen hun mening willen uitwisselen. Alle informatie zullen we delen met de koning en hij zal na de tentoonstelling een beslissing nemen.”