Plus

Gezonde voeding heeft een prijs

Kan onze voeding goed zijn voor gezondheid, milieu én dieren­welzijn? Prijsmaatregelen kunnen ons een duwtje in de goede richting geven, maar voorlopig worden groente en fruit alleen maar duurder en wordt suiker goedkoper.

Jaap Seidell en Jutka Halberstadt
Verse groenten en fruit zijn vaak veel duurder dan ongezond eten. Men pleit voor een suikertaks.  Beeld Marit Goossens
Verse groenten en fruit zijn vaak veel duurder dan ongezond eten. Men pleit voor een suikertaks.Beeld Marit Goossens

Gezond eten wordt duurder en duurder…

Toen het huidige kabinet op 1 januari van dit jaar het lage btw-tarief van 6 naar 9 procent verhoogde, vonden veel mensen dat vervelend. Maar vooral het feit dat hierdoor ook groente en fruit duurder werden, was veel consumenten een doorn in het oog. De voedselwaakhond Foodwatch liet onderzoek doen waaruit bleek dat ruim 80 procent van de Nederlanders tegen het duurder maken was van groente en fruit en verzamelde al voor de invoering in korte tijd circa 100.000 proteststemmen.

Groente en fruit waren al ruim 40 procent duurder geworden tussen 2000 en 2017, terwijl suiker in diezelfde periode ruim 20 procent goedkoper werd. De btw-verhoging was ­volgens Foodwatch dan ook een onbegrijpelijke prijsmaatregel voor een kabinet dat juist voor­nemens was om extra in te zetten op preventief gezondheidsbeleid.

Volgens het ministerie van Landbouw was het voorstel van Foodwatch om de btw op groente en fruit te verlagen naar nul procent onmogelijk. Het zou niet mogen van de EU. Raar, want in het Verenigd Koninkrijk – nog even mede-EU-lid – wordt helemaal geen btw geheven op de meeste voedingsmiddelen en dranken, maar juist wel op snoep, snacks, ijs en frisdrank.

In het VK is er sinds april 2018 daarnaast ook een extra taks op suikerhoudende drank (Soft Drinks Industry Levy). Voor dranken met 5 tot 8 gram suiker per 100 ml komt er 18 pence (20 eurocent) per liter boven op de prijs en als er 8 gram suiker of meer per 100 ml in zit, dan wordt een ­liter 24 pence duurder. Volgens het Britse ministerie van Financiën een succesvolle maatregel.

Al voor de taks werd ingevoerd lukte het fabrikanten om de hoeveelheid suiker in hun dranken te verminderen. Tevens werd de opbrengst (154 miljoen pond in de eerste 6 maanden) ge­investeerd in betere sportfaciliteiten en gezonder eten op scholen.

De taks op suikerhoudende drank is een mooi voorbeeld van een effectieve maatregel die inmiddels in ruim veertig landen op verschillende wijzen is ingevoerd. De Nederlandse overheid en bedrijfsleven willen er echter niet aan en het werd dan ook geen onderdeel van het eind 2018 geformuleerde Nationaal Preventieakkoord.

Die ongunstige prijsontwikkelingen gelden niet alleen voor groenten en fruit. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) rapporteerde recen­telijk dat gezondere voedingsmiddelen de laatste tien jaar gemiddeld 22 procent duurder zijn geworden en ongezondere producten maar 13 procent. Suiker, snoep en ijs waren in 2017 zelfs goedkoper dan tien jaar eerder en ook chips en sauzen werden nauwelijks duurder.

Producten die het meest in prijs stegen, waren bijvoorbeeld fruit, halfvolle melk, eieren en noten. Gericht prijsbeleid is dan ook een beter idee dan het eenvoudig duurder maken van al het voedsel, zoals minister Carola Schouten deze week opperde.

... terwijl de prijs veel invloed heeft op wat mensen eten…

Het aankoopgedrag van voedsel wordt in hoge mate bepaald door de prijs. Uit onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam bleek al eerder dat de relatief hoge prijs van verse groente en fruit voor mensen met een laag inkomen een obstakel is om het dagelijks te kopen.

Als groenten en fruit de helft goedkoper werden gemaakt, werd er per huishouden in twee weken 3,9 kilo meer groenten en fruit gekocht. Als er daarnaast ook nog praktische voorlichting werd gegeven, steeg de groente- en fruitaankoop met 5,6 kilo.

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) oordeelde in een rapport uit 2015 (Using price policies to promote healthier diets) dan ook dat het hanteren van prijsmaatregelen een uitermate effectieve manier is voor overheden om de gezond­heid van de burgers te verbeteren en de gezondheidsverschillen te verkleinen.

De Nederlandse overheid heeft The Global Action Plan for the Prevention and Control of Noncommunicable Diseases 2013-2020 onderschreven en heeft daarmee ingestemd dat ze zal onderzoeken hoe economisch en fiscaal beleid kan worden ingezet om burgers gezonder te laten eten. Btw is daarvoor niet zo’n geschikte belasting, maar met een mix van gerichte belastingen en subsidies kan dat goed werken.

Zo is berekend dat bij een verlaging met 10 procent van de prijs van gezond voedsel door middel van subsidies de consumptie ervan stijgt met 12 procent. Daarnaast zal een stijging van 10 procent van de prijs van ongezond voedsel de consumptie van ongezonde voedingsmiddelen met 6 procent laten dalen. Een substantiële verandering van voedingsgewoonten die op geen enkele manier met voorlichtingscampagnes kan worden bereikt.

… en wat we eten gevolgen heeft voor milieu en dierenwelzijn.

Wat we eten heeft effect op onze gezondheid, maar de productie van dit voedsel heeft ook gevolgen voor het milieu (klimaat, waterkwaliteit, bodems) en dierenwelzijn. Die verborgen kosten worden niet doorberekend aan de consument.

Voedsel dat niet duurzaam geproduceerd wordt en slecht is voor het dierenwelzijn, kan daarom goedkoop worden verkocht. En duurzamer of diervriendelijker geproduceerd voedsel is vaak relatief duur. De consument draait natuurlijk wel op een andere manier op voor die verborgen kosten. Die liggen deels nog in de toekomst, wanneer schaarste aan vruchtbare aarde en schoon drinkwater en de opwarming van de aarde ons leven aanzienlijk duurder zullen maken.

Ondernemers, wetenschappers, overheden en banken denken dan nu ook vaker gezamenlijk na over het doorberekenen van die kosten, zodat producenten worden gestimuleerd om duurzamer voedsel te produceren en consumenten om duurzaam voedsel te kopen.

Die kosten moeten dan vooral vroeg in de productieketen worden neergelegd. Volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’ draait dan niet de consument op voor milieuverstorende voedselproductie maar vooral de producent. Inkomsten van heffingen op niet-duurzame voedselproductie kunnen dan worden gebruikt om duurzame productiewijzen te subsidiëren.

Het mooist is het als dergelijke prijsmaatregelen zowel goed zijn voor ­de gezondheid als het milieu en het ­dierenwelzijn. Zo roept de in 2018 in Amsterdam opgerichte True Animal Protein Price Coalition (TAPP) de overheid op om via prijsmaatregelen te stimuleren dat de consumptie van dierlijk eiwit (vlees en zuivel) verschuift naar plantaardig eiwit (bonen, erwten, noten, linzen, quinoa). Goed voor de gezondheid, voor het milieu én voor de dieren. Een belasting op vlees en zuivel zou daar een bijdrage aan kunnen leveren.

Maar omdat vlees en zuivel veel nuttige voedingsstoffen bevatten, zou zo’n taks vooral op bewerkte vleeswaren kunnen worden geheven en op het minder gezonde en minder duurzaam geproduceerde rode vlees. Zo’n taks zou het best gecombineerd kunnen worden met een algemene taks op ongezond ultrabewerkt voedsel. Gezonder voedsel zou met de opbrengsten gesubsidieerd moeten worden, zodat de burger niet opdraait voor een hogere prijs voor al zijn boodschappen.

Daarom zou voedselbeleid gericht moeten zijn op gezond, veilig en ­duurzaam voedsel voor iedereen.

Voedsel is voor veel overheden vooral een onderdeel van de economie, zoals internationale handelsverdragen waarin gezondheid en duurzaamheid een zeer ondergeschikte rol spelen. Internationaal, nationaal en lokaal beleid zou zich nog veel meer moeten richten op integraal voedselbeleid, zodat er een voedselsysteem ontstaat met gezond, veilig en duurzaam geproduceerd voedsel voor iedereen.

Dat integrale voedselbeleid betreft, naast prijsbeleid, onder meer stadsplanning (gericht op het stimuleren van het consumeren van lokaal of regionaal geproduceerd voedsel), het creëren van een gezondere voedselomgeving en voedselonderwijs.

Het is belangrijk burgers in dit verhaal te betrekken. Anders zien zij alleen in de winkel de prijsverhogingen van hun favoriete drankjes en snacks. Het aanleren van voedselvaardigheden van kinderen kan daar een belangrijke rol bij spelen. Door schoolmoestuinen, kooklessen en boerderijbezoek leren zij dat een gezonde bodem, schoon drinkwater en insecten van onschatbare waarde zijn voor onze toekomst.

En zo ervaren zij ook dat het kweken van tomaten en bonen niet vanzelf gaat maar een zaak is van geduld en onderhoud. In onze ervaring gaan zelfs de grootste groentehaters onder hen nog overstag als het gaat om het eten van de radijsjes en kool die ze zelf geoogst hebben.

Jaap Seidell is hoogleraar voeding en gezondheid bij de VU Amsterdam. Jutka Halberstadt is psycholoog en universitair ­docent kinderobesitas bij de VU. Van de auteurs verschenen de boeken ‘Jongleren met voeding – kleine en grote vragen over een leven lang gezond eten’ (2018) en ‘Het voedsellabyrint – een weg uit het doolhof van eetadviezen en trends’ (2014) bij Uitgeverij Atlas Contact.

Wilt u belangrijke informatie delen met Het Parool?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van Het Parool rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@parool .nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden