PlusAchtergrond
Experts: ‘Ventilatie gebouwen moet beter, anders groot risico op besmetting’
Het weer toelaten van grote aantallen mensen bij binnenbijeenkomsten zónder expliciete aandacht voor ventilatie, is een groot risico voor de volksgezondheid. Daarvoor waarschuwen deskundigen. Ze snappen niet dat de overheid niet het zekere voor het onzekere neemt wat betreft het coronavirus.
Ook stellen ze dat de controle op de geldende voorschriften ernstig tekortschiet.
Een Nederlandse groep experts op het gebied van binnenklimaat maakt zich grote zorgen over de manier waarop het kabinet de coronaregels heeft versoepeld. Voor bijeenkomsten binnen geldt sinds 1 juli geen maximum aantal bezoekers meer. Mensen moeten wel 1,5 meter afstand houden en het RIVM adviseert gebouweigenaren om zich aan de ventilatie-eisen uit het Bouwbesluit te houden.
Toch krijgt ventilatie in de overheidscommunicatie geen prominente rol. Experts vinden dat onbegrijpelijk, blijkt uit een rondgang van deze nieuwssite. “Op andere gebieden wordt wel gekozen voor better safe than sorry,” zegt Francesco Franchimon, een wetenschapper die gespecialiseerd is in de relatie tussen volksgezondheid en binnenklimaat. “Waarom hier dan niet?”
Hij krijgt bijval van Philo Bluyssen, hoogleraar indoor environment aan de TU Delft en binnenklimaatexpert Atze Boerstra. Die laatste: “Mensen actief aansporen om zoveel mogelijk te ventileren, wat kan daar op tegen zijn? Wie weet hoeveel besmettingen je daar mee voorkomt.”
Brandbrief
Bluyssen, Boerstra en Franchimon schreven samen met 236 andere internationale wetenschappers een brandbrief aan wereldgezondheidsorganisatie WHO en nationale gezondheidsinstituties, zoals het RIVM. De brief verschijnt deze week in medisch tijdschrift Clinical Infectious Diseases. De boodschap: neem de verspreiding van het coronavirus via aerosolen nu eindelijk eens serieus.
De WHO, het RIVM en het Outbreak Management Team (OMT) houden nog altijd vast aan de lijn dat de rol van die piepkleine zwevende druppeltjes bij coronabesmettingen niet duidelijk is, in tegenstelling tot de grotere druppels die vrijkomen bij bijvoorbeeld hoesten en niezen.
Maar steeds meer wetenschappers raken ervan overtuigd dat aerosolen wél voor veel coronabesmettingen zorgen, vooral als ruimtes niet goed geventileerd zijn. Op plekken waar veel mensen aanwezig zijn – zoals nu door het kabinet weer mogelijk is gemaakt – zou dat kunnen leiden tot superspreader events, waarbij één coronapatiënt tot wel tientallen anderen besmet.
Het RIVM stelt zich op het standpunt dat de ventilatie-eisen pas opgeschroefd worden als er meer overtuigend wetenschappelijk bewijs komt. Met de herfst op komst is dat riskant, stellen experts. Dan gaan mensen weer massaal naar binnen. De tijd die ons tot dan nog rest, zou gebruikt moeten worden om de staat van de ventilatie goed in kaart te brengen en eventueel te verbeteren.
Verse lucht
Het in orde brengen van de ventilatie is een flinke klus, verwachten de kenners die deze nieuwssite sprak. Ze zijn er namelijk zonder uitzondering van overtuigd dat het Nederlandse Bouwbesluit niet voldoet aan de standaarden die nodig zijn om verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, mochten aerosolen daarbij inderdaad een rol spelen.
“De normen in het Bouwbesluit zijn echt minimumeisen, waarin geen rekening is gehouden met infectieziekten,” zegt binnenmilieu-expert Francesco Franchimon. “Je hebt echt meer verse lucht in binnenruimtes nodig.” Dat vindt ook Philo Bluyssen, hoogleraar indoor environment aan de TU Delft. “De voorschriften in het Bouwbesluit zijn niet gericht op gezondheid. Het voldoet niet.”
Volgens Bluyssen wordt de bestrijding van het coronavirus ook in Nederland gedomineerd door wetenschappers met een medische achtergrond, die niet geloven in de overdracht van het virus door de lucht. “Die scheidslijn is echt hard, ze willen er gewoon niet aan. Terwijl er genoeg aanwijzingen zijn waaruit je kunt opmaken dat aerosolen een rol spelen. Bij koren, in slachthuizen, er zijn voorbeelden in overvloed. Ik vind het niet goed dat de overheid zomaar communiceert dat er meer mensen aanwezig mogen zijn bij binnenbijeenkomsten.”
Werk aan de winkel
Zelfs als uiteindelijk besloten wordt dat de regels uit het Bouwbesluit afdoende zijn - wat de kenners dus bestrijden - is er werk aan de winkel. De controle op naleving van de ventilatieregels die daarin staan, is namelijk allesbehalve waterdicht. “Ik onderzoek genoeg gebouwen om te weten hoe het er voor staat,” zegt binnenklimaatexpert Atze Boerstra, directeur van bba Binnenmilieu en lid van diverse expertpanels, ook op Europees niveau. “Ik durf te zeggen dat 20 tot 30 procent niet voldoet aan de eisen in het Bouwbesluit. Of dat nou kroegen, scholen of kantoren zijn.”
Gebouweigenaren die niet goed genoeg ventileren, lopen bovendien weinig gevaar om tegen de lamp te lopen. Boerstra: “De afdeling bouw- en woningtoezicht van de gemeente controleert bij een nieuw gebouw aan de hand van de bouwtekeningen of de ventilatie voldoet. Maar als het gebouw eenmaal in gebruik is, wordt er zelden meer gecontroleerd.”
Ook Franchimon stelt dat er weinig controle plaatsvindt. “Als een kantoorruimte bijvoorbeeld een vergaderruimte wordt, weet je niet zeker of het gecontroleerd wordt.” Dat laatste zou wel moeten, stellen de experts, omdat een lange vergadering in potentie een superspreader event kan zijn.
Vergaderen
De 1,5 meterregel biedt bij dit soort bijeenkomsten wel een zekere bescherming - het zorgt er immers voor dat het aantal mensen in een ruimte aan een maximum gebonden is. Maar om besmetting via kleine druppeltjes - mochten die inderdaad een rol spelen - te voorkomen, moet op meer zaken gelet worden. Hoe vaak wordt de lucht in een ruimte ververst? Hoe lang duurt de vergadering? Hoe lang zijn mensen aan het woord? Het zijn allemaal factoren waar je rekening mee moet houden, zeggen de kenners.
Bluyssen merkt bij de universiteit dat veel mensen niet wachten op nieuwe aanwijzingen van het RIVM of de regering. “We krijgen ontzettend veel vragen binnen, uit allerlei hoeken. Van gebouweigenaren, winkeliers, kappers. Mijn advies aan mensen is om vooral goed op te letten, als je ergens bent. Als je een restaurant bezoekt en je vertrouwt het niet, vraag dan hoe het geregeld is. Belangrijk daarbij is dat lucht niet hergebruikt wordt, maar dat er echt verse lucht wordt aangevoerd. En als er geen ventilatiesysteem is, kijk dan in elk geval of de ramen open kunnen.”
De geraadpleegde kenners denken dat gebouweigenaren zich inmiddels wel bewust zijn van het belang van een goede luchtverversing. “Maar als het RIVM tegelijk zegt dat de huidige richtlijnen voldoende zijn, gaan ze echt niks doen,” zegt Franchimon. “Zeker niet als ze daardoor extra moeten gaan investeren. Veel bedrijven hebben het natuurlijk al best moeilijk, in deze crisis.”
Het advies van Franchimon: doe in ieder geval wat binnen je vermogen ligt. “Sommige ventilatiesystemen kennen verschillende standen: zet hem dan op de maximale stand, en ventileer ‘s nachts door. Zorg dat je zo veel mogelijk verse lucht binnenhaalt, en doe je ramen open als dat kan.”
Boerstra wijst er met klem op dat veel te bereiken is met simpele maatregelen, zoals het plaatsen van CO2-metertjes die aangeven wanneer het verstandig is om de ramen even open te doen.
De belangen zijn enorm, benadrukt Franchimon nog maar eens. “Kijk, toen de coronacrisis ons in maart trof, kwamen de lente en de zomer eraan. Mensen konden naar buiten. In oktober heb je nog vijf maanden met mindere weersomstandigheden voor de boeg. Je moet voorkomen dat de besmettingen weer oplopen en dat je opnieuw in een lockdown moet, met alle gevolgen van dien. Dus kun je het beter nu goed regelen.”
Bluyssen besluit met een hartenkreet. “Wij zeggen niet dat besmettingen alleen via aerosols plaatsvinden. Ook grote druppels en direct contact spelen een rol. Maar accepteer nou gewoon dat er een derde route is: via de lucht. Als we weer met honderden mensen in een ruimte samen willen komen, moeten we daar echt rekening mee houden.”