PlusAchtergrond
Eunice is de derde storm in drie weken: wat is er aan de hand?
Corrie, Dudley, Eunice en straks Franklin: de stormen vliegen ons om de oren deze winter. Waar komen al die stormen vandaan?
Met windstoten van 100 kilometer per uur, kan storm Eunice wel eens de zwaarste storm van de 21ste eeuw dusver worden. En dat twee dagen na storm Dudley, en nog geen drie weken na storm Corrie.
Komen stormen vaker voor dan voorheen? “Dit jaar wel, maar het is geen trend,” zegt klimaatwetenschapper Peter Siegmund van het KNMI. “Vorig jaar werd zelfs de minste wind in dertig jaar gemeten in Nederland. De hoeveelheid wind is deze eeuw eigenlijk constant gebleven. Dat we nu zoveel stormen zien, is puur toeval.”
Sterke poolwind
Het stormachtige seizoen wordt veroorzaakt door de sterke poolwind. Dat zijn westenwinden in de hoge luchtlagen in het noorden. Die winden kunnen uitdijen naar het zuiden, zoals nu gebeurt. De koude lucht uit het noorden komt in contact met de warmere lucht uit het zuiden, waardoor een depressie ontstaat, vertelt Siegmund. “Koude lucht is zwaarder dan warme lucht. Zie het als olie en water: de olie kruipt onder het water, waardoor er beweging ontstaat. Die beweging is in dit geval wind.”
Hoe sterker de poolwind, hoe groter de kans op stormen hier. De poolwind is al de hele winter opvallend sterk, wat overigens ook verklaart waarom we een relatief warme winter hebben in Nederland. “Warmte en wind hangt in dit geval samen,” zegt Siegmund.
Het is de verwachting dat er dit seizoen nog meer stormen volgen. Hoewel storm Eunice in de loop van vrijdagavond afneemt, wordt ook komend weekend zwaar weer verwacht. “Maar dat zegt allemaal niets over de andere seizoenen dit jaar.”
Bij extreem weer denken we al snel dat klimaatverandering de boosdoener is, maar dat is nu dus niet het geval. Siegmund: “Zomerstormen zijn een ander verhaal, die zullen waarschijnlijk wel sterker worden door klimaatverandering. Maar dat gaat meestal om lokale stormen, bijvoorbeeld in één provincie.”
Herman, Franklin en Tineke
Dat stormen een naam krijgen, is voor Nederland relatief nieuw. In 2019 sloot het KNMI zich aan bij een samenwerking tussen Britse en Ierse weerdiensten, die per seizoen een lijst met stormnamen opstellen. Volgens Brits onderzoek groeit het bewustzijn over een storm als deze een naam heeft. Ook maakt het de communicatie makkelijker voor het KNMI. De eerste storm die in Nederland een naam kreeg was Ciara, die op 9 februari 2020 over Nederland trok.
Dit seizoen worden voornamelijk namen van klimaatwetenschappers en meteorologen gebruikt. Zo werd de derde storm vernoemd naar Corrie van Dijk, de eerste vrouwelijke meteoroloog bij het KNMI in 1964. Eunice Foot wordt gezien als een van de eerste klimaatwetenschappers. Het KNMI heeft ook de namen Herman, Franklin en Tineke op de lijst gezet. Andere namen hebben een Britse of Ierse afkomst.
Code rood
Het KNMI spreekt officieel van een storm vanaf windkracht 9. Dat betekent dat de gemiddelde windsnelheid, gemeten over één uur, tussen de 75 en 88 kilometer per uur is. Bij windkracht 10 (89 à 102 km per uur) spreekt het weerinstituut van een zware storm en bij windkracht 11 (103 à 117 km per uur) van een zeer zware storm. Eunice kan vrijdag windkracht 11 bereiken in de kustprovincies volgens het KNMI, met mogelijke windstoten van 130 km per uur aan de kust. In deze gebieden geldt daarom code rood vanaf 14.00 uur.
Code rood wil zeggen dat extreem weer een grote impact op de samenleving heeft. Bij oranje is er een grote kans op extreem weer, bij code geel mogelijk kans op gevaarlijk weer. Bij code groen is er niets aan de hand. Vrijdag kunnen er volgens het KNMI zeer gevaarlijke situaties ontstaan door omvallende bomen en rondvliegende voorwerpen.
De codes zijn bedoeld om een duidelijke waarschuwing te geven. Daarbij speelt het KNMI liever op safe door een iets sterkere waarschuwing te geven, dan dat het de risico's onderschat. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, zijn er de afgelopen jaren steeds minder weerwaarschuwingen uitgegaan. In 2019 werd er 101 keer gewaarschuwd met code geel, tegenover 123 in 2018, 135 in 2017 en 153 in 2016.
“Waarschijnlijk zijn de media meer met het weer bezig,” zei meteoroloog Yannick Damen van Weeronline eerder tegen Het Parool. “Daarom vallen waarschuwingen meer op.” Gemiddeld geeft het KNMI ongeveer tien keer per jaar code oranje uit, en een keer code rood.